Terug
Gepubliceerd op 20/12/2024

Besluit  Gemeenteraad

do 19/12/2024 - 19:30

Retributiereglement begraafplaatsen. Vaststelling.

Aanwezig: Patrick Gerard, Voorzitter gemeenteraad
Rudy Van Cronenburg, Burgemeester
Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Schepenen
Christine Bax, voorzitter BCSD
Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Antoon De Baets, Wim Vanpuyvelde, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Gemeenteraadsleden
Lise Gosseye, Algemeen Directeur
Verontschuldigd: Diederik Lacayse, Karine Cornelis, Gemeenteraadsleden
Onderwerp en motivering

Het is noodzakelijk om retributies te heffen om de begroting en het financiële meerjarenplan in evenwicht te houden.

Het verlenen van grafconcessies  vergt heel wat middelen, administratieve en uitvoerende handelingen en tijd van de gemeentediensten, waardoor het aangewezen is hierop een retributie te heffen.

Vanaf 1 januari 2025 zullen Wachtebeke en Lochristi de nieuwe fusiegemeente Lochristi vormen. Het is aangewezen het retributiereglement begraafplaatsen zo snel mogelijk gelijk te schakelen voor het volledige grondgebied van de nieuwe fusiegemeente Lochristi.

Om reden dat de termijnen en tarieven éénduidiger toe te passen zijn in het huidige tariefreglement van Lochristi is het aangewezen om dit tariefreglement als basis te nemen.

Aangezien in Wachtebeke een kosteloze natuurbegraving is voorzien wordt dit best ook zo opgenomen in het nieuwe reglement.

Om reden dat in de praktijk herhaaldelijk gebleken is dat het tarief voor een grafconcessie voor het begraven in een columbariumnis voor een eerste termijn van veertig jaar voor de concessionarissen van te lange duur is, met een te hoog tarief, en dat het gratis aanbieden van de eerste 10 jaar concessieduur voor dit type van  begraven niet consistent is met het begraven in een urnenkelder of grafkelder, is het aangewezen om dit te wijzigen in het nieuwe retributiereglement, namelijk de afschaffing van de kosteloze concessie voor de eerste 10  jaar en het verkorten van de concessieduur naar 10 jaar, zowel voor de eerste concessie als voor de verlengingen met een lager retributietarief.

Regelgeving

Grondwet, meer bepaald artikel 170 en artikel 173;

WIB 1992;

Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen;

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017;

Omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Koninklijk besluit van 20 december 2019 tot uitvoering van het wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen;

Wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, opgeheven bij decreet van 16 januari 2004, met uitzondering van de artikelen 15bis § 2, tweede lid, 23 bis en 32;

Decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging, latere wijzigingen en uitvoeringsbesluiten ervan;

Besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria;

Omzendbrief KBB/ABB2024/X van 20 september 2024 over de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en de uitvoeringsbesluiten ervan;

Gemeenteraadsbesluit (Lochristi) van 26 november 2001 (12° punt) houdende tariefreglement begraafplaatsen, laatst gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 23 december 2019 (14° punt);

Gemeenteraadsbesluit (Wachtebeke) van 22 december 2022 houdende retributiereglement op de begraafplaatsen voor de periode 2023-2025;

De gemeenteraadsbesluiten van 23 november 2023 (Wachtebeke) en 27 november 2023 (Lochristi) houdende de definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Lochristi en Wachtebeke.

Publieke stemming
Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Antoon De Baets, Wim Vanpuyvelde, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Antoon De Baets, Wim Vanpuyvelde, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Artikel 1 Het retributiereglement begraafplaatsen 2023-2025, zoals vastgesteld bij gemeenteraadsbesluit van 22 december 2022, wordt met ingang van 1 januari 2025 opgeheven.

Artikel 2 De gemeenteraad stelt het retributiereglement begraafplaatsen vast als volgt:

RETRIBUTIEREGLEMENT BEGRAAFPLAATSEN (GECOÖRDINEERDE VERSIE VANAF 1.1.2025)

Artikel 1.

Op alle begraafplaatsen geschiedt de asverstrooiing en de natuurbegraving gratis.

Het eventueel aan te kopen gedenkplaatje voor de herdenkingszuil, waarvan sprake in artikel 27 van het politiereglement op de begraafplaatsen en graven van 31 januari 2005 (6e punt), zoals gewijzigd, bedraagt 25 euro per stuk.

Artikel 2.

Voor de asverstrooiing in de Belgische territoriale zee, de asverstrooiing op een andere plaats dan de begraafplaats, de begraving van de as op een andere plaats dan de begraafplaats en de bewaring van de as op een andere plaats dan de begraafplaats is geen gemeentelijke retributie verschuldigd.

Artikel 3.

Het tarief voor een grafconcessie voor het begraven in gewone volle grond van maximum twee stoffelijke overschotten of één stoffelijk overschot en één asurne, wordt vastgesteld op 150 euro voor een termijn van tien jaar.

Voor overleden kinderen van minder dan zeven jaar wordt het tarief vastgesteld op 50 euro. In dergelijke grafconcessie kan geen overledene ouder dan zeven jaar bijgezet worden.

Voor de eerste periode van tien jaar na de eerste begraving is er geen retributie verschuldigd.

Bij dit type grafconcessie is een derde en vierde begraving van een asurne mogelijk, uitgezonderd op de oude begraafplaatsen van Zaffelare en Lochristi. Dergelijke begravingen brengen geen nieuwe grafconcessie tot stand. Het tarief voor een derde en vierde begraving van een asurne bedraagt 150 euro per begraving.

Artikel 4.

Het tarief voor een grafconcessie voor het begraven in volle grond van maximum twee asurnen in het urnenveld, wordt vastgesteld op 150 euro voor een termijn van tien jaar.

Voor overleden kinderen van minder dan zeven jaar wordt het tarief vastgesteld op 50 euro. In dergelijke grafconcessie kan geen overledene ouder dan zeven jaar bijgezet worden.

Voor de eerste periode van tien jaar na de eerste begraving is er geen retributie verschuldigd.

Bij dit type grafconcessie is een derde en vierde begraving van een asurne mogelijk, uitgezonderd op de oude begraafplaatsen van Zaffelare en Lochristi. Dergelijke begravingen brengen geen nieuwe grafconcessie tot stand. Het tarief voor een derde en vierde begraving van een asurne bedraagt 150 euro per begraving.

Artikel 5.

Het tarief voor een grafconcessie voor het begraven in een gewone grafkelder, wordt vastgesteld op 1.500 euro voor een termijn van vijftig jaar.

Een gewone grafkelder kan standaard gebruikt worden voor maximum twee stoffelijke overschotten of twee asurnen of één stoffelijk overschot en één asurne.

Bij dit type grafconcessie is een derde en vierde bijzetting van een asurne mogelijk, uitgezonderd op de oude begraafplaatsen van Zaffelare en Lochristi. Dergelijke bijzettingen brengen geen nieuwe grafconcessie tot stand Het tarief voor een derde en vierde bijzetting van een asurne bedraagt 1.100 euro per bijzetting.

In oude gemetselde grafkelders mogen maximum twee kisten boven elkaar worden begraven en moet elke kist over een breedte van 1 meter beschikken.

Artikel 6.

Het tarief voor een grafconcessie voor het begraven in een urnenkelder voor maximum twee asurnen, wordt vastgesteld op 750 euro voor een termijn van vijftig jaar.

Het tarief voor een grafconcessie voor het begraven in een urnenkelder voor maximum vier asurnen, wordt vastgesteld op 1.500 euro voor een termijn van vijftig jaar.

Artikel 7.

Het tarief voor een grafconcessie voor het begraven in een columbariumnis, wordt vastgesteld op 170 euro voor een termijn van tien jaar.

Een columbariumnis kan gebruikt worden voor maximum twee asurnen.

Artikel 8.

Het tarief voor een grafconcessie voor het bovengronds begraven op een gezamenlijk perceel, wordt vastgesteld op 1.500 euro voor een termijn van vijftig jaar.

Bovendien moet per vereiste sierurne éénmalig 300 euro betaald worden.

De tweede tot en met de zesde sierurne dient pas betaald en geplaatst te worden op het ogenblik van het overlijden van de persoon die bij de eerst overleden persoon moet bijbegraven worden.

Een gezamenlijk perceel kan gebruikt worden voor maximum zes sierurnen.

Artikel 9.

De termijn van de eerste grafconcessie vangt aan op de datum van de goedkeuring van het uitdrukkelijk verzoek tot het bekomen van de grafconcessie.

Artikel 10.
§1. Op uitdrukkelijk verzoek van iedere belanghebbende kan de concessie v66r de vervaldatum of naar aanleiding van elke nieuwe bijzetting hernieuwd worden voor een nieuwe periode.   

Deze nieuwe periode vangt aan op de datum van de goedkeuring van het uitdrukkelijk verzoek tot hernieuwing.

§ 2. In geval van vernieuwing van de concessie bij het verstrijken van de vorige concessie, gelden de volgende termijnen en tarieven .

 

Mogelijke termijn(en) van vernieuwing

Kostprijs van de vernieuwing

Grafconcessie voor het begraven in gewone volle grond

10 jaar

150 euro

Grafconcessie voor het begraven in gewone volle grond voor een kind minder dan 7 jaar

10 jaar

50 euro

Grafconcessie voor het begraven in volle grond in het urnenveld

10 jaar

150 euro

Grafconcessie voor het begraven in volle grond in het urnenveld voor een kind minder dan 7 jaar

10 jaar

50 euro

Grafconcessie voor het begraven in een gewone grafkelder

50 jaar of

10 jaar

1.500 euro (voor 50 jaar) of

350 euro (voor 10 jaar)

Grafconcessie voor het begraven in een urnenkelder

50 jaar of

10 jaar

750 euro (voor 50 jaar) of

170 euro (voor IQ jaar)

Grafconcessie voor het begraven in een columbariumnis

10 jaar

170 euro (voor 10 jaar)

Grafconcessie voor het bovengronds begraven van sierurnen op een gezamenlijk perceel

50 jaar of

10 jaar

1.500 euro (voor 50 jaar) of

350 euro (voor 10 jaar)

 

Artikel 11.
Na het verstrijken van de termijn van de concessie kan geen bijzetting meer gevraagd worden.

Artikel 12.

In geval er geen vernieuwing wordt aangevraagd tussen de datum van de laatste bijzetting in de concessie en het verstrijken van de periode waarvoor deze werd verleend, blijft de concessie behouden gedurende een termijn van tien jaar, indien dit overlijden zich minder dan tien jaar v66f het verstrijken van de concessie heeft voorgedaan.

Artikel 13.
De tarieven vermeld in de artikelen 1 tot en met 10 zijn van toepassing op de personen die ingeschreven zijn in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister van de gemeente Lochristi.

Voor personen die niet ingeschreven stonden in de bevolkingsregisters van de gemeente op de datum van hun overlijden, is de eerste periode van tien jaar na de eerste begraving niet gratis en worden de tarieven vermeld in de artikelen 1 tot en met 10 verdubbeld.

Voor de toepassing van het voorgaand lid, worden de personen die krachtens hun statuut vrijgesteld zijn van inschrijving in de bevolkingsregisters van de gemeente gelijkgesteld met personen die wel in de registers ingeschreven zijn. Dit is eveneens van toepassing voor de personen die in de gemeente Loçhristi gewoond hebben en nog geen jaar zijn afgeschreven uit de bevolkingsregisters of voor de personen die gedurende 2/3 van hun leven in de gemeente Lochristi gewoond hebben.

Artikel 14.

De prijs van de concessie wordt in consignatie gegeven aan de financieel directeur of aan zijn afgevaardigde bij het indienen van de aanvraag tot concessie of hernieuwing.

Dit bedrag wordt verworven door de gemeente bij de kennisgeving van het besluit tot toekenning van de concessie of de hernieuwing.

Artikel 15.

Telkens na vijftig jaar en zonder vergoeding, kan de altijddurende concessie op aanvraag hernieuwd worden voor een nieuwe periode van vijftig jaar;

De aanvraag wordt slechts toegestaan op voorwaarde dat het graf niet verwaarloosd wordt en op voorwaarde dat aangetoond wordt dat vroeger een altijddurende concessie werd toegestaan.

Het bewijs van deze altijddurende concessie kan geleverd worden aan de hand van documenten uit de OCMW- of gemeentelijke archieven ofwel door voorlegging van een officieel contract.

In altijddurende concessies mogen maximum twee kisten boven elkaar worden t begraven en moet elke kist over een breedte van 1 meter beschikken.

Bij de altijddurende concessie is een derde en vierde begraving van een asurne mogelijk, uitgezonderd op de oude begraafplaatsen van Zaffelare en Lochristi. Dergelijke begravingen brengen geen nieuwe grafconcessie tot stand. Het tarief voor een derde en vierde begraving van een asurne in gewone volle grond bedraagt 150 euro per begraving. Het tarief voor een derde en vierde begraving van een asurne in een grafkelder bedraagt 1.500 euro per bijzetting.

Artikel 16.
Het heropenen van graven voor bijlegging is kosteloos, behalve wat betreft de derde en vierde begravingen en bijzettingen zoals vermeld in de artikelen 3, 4, 5 en 15. De tarieven hiervoor staan vermeld in de desbetreffende artikelen.

Artikel 17.
Indien overeenkomstig Hoofdstuk IV van het politiereglement op de begraafplaatsen en graven van 31 januari 2005, zoals gewijzigd, een ontgraving van stoffelijke resten wordt toegestaan, dient vooraf 500 euro betaald te worden. Indien een ontgraving van een asurne wordt toegestaan dient vooraf 125 euro betaald te worden.

Dit bedrag is niet verschuldigd indien, 'in Lochristi, een nieuwe concessie genomen en betaald werd. Dit bedrag is evenmin verschuldigd voor de ontgravingen welke verricht worden in uitvoering van een rechterlijke beslissing en de ontgravingen die ambtshalve verricht worden door de gemeente.

Artikel 18.

De invordering van de retributie zal desgevallend gebeuren bij dwangbevel voor de niet-betwiste niet-fiscale ontvangsten, zoals geregeld in artikel 177 van het decreet lokaal bestuur, en overeenkomstig de wetsbepalingen betreffende de burgerlijke rechtsprocedure voor de betwiste niet-fiscale ontvangsten.

Artikel 3 Deze gecoördineerde versie gaat in vanaf 1 januari 2025. 

Artikel 4  Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen en wordt ter kennisname bezorgd aan de toezichthoudende overheid.

Artikel 5 Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan de toezichthoudende overheid, aan de Dienst Burgerzaken en aan de financieel directeur.