Het behandelen van meldingen en aanvragen in het kader van het omgevingsvergunningendecreet en vergelijkbare aanvragen in het kader van de Vlaamse Codex ruimtelijke ordening vergen een aanzienlijke inzet van gemeentelijke middelen, waardoor het billijk is deze inzet door te rekenen aan degene op wiens initiatief of in wiens voordeel de meldings- en vergunningsprocedures worden doorlopen.
Met het invoeren van deze belasting kan een zorgvuldiger dossieropmaak en een efficiënter verloop van de diverse procedures worden gestimuleerd.
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017;
Omgevingsvergunningendecreet van 25 april 2014;
Vlaamse Codex ruimtelijke ordening (VCRO) van 15 mei 2009;
Omgevingsvergunningenbesluit van 27 november 2015;
Ministeriële omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit;
Gemeenteraadsbesluit van 22 december 2022 betreffende de retributie op aanvragen omgevingsvergunningen 2023-2025.
Artikel 1 Het retributiereglement op aanvragen omgevingsvergunningen 2023-2025 van 22 december 2022 wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2025.
Artikel 2 De gemeenteraad stelt het reglement omgevingsvergunningen als volgt vast:
Reglement omgevingsvergunningen en andere behandelingen en aavragen in toepassing van het omgevingsvergunningsdecreet
Artikel 1 Belastbaar feit
De gemeente heft met ingang van 1 januari 2025, voor een periode van een jaar, eindigend op 31 december 2025, een belasting op de meldingen en aanvragen bedoeld in het omgevingsvergunningsdecreet van 25.04.2014 (zoals gewijzigd) enerzijds en de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 15.05.2009 (zoals gewijzigd) anderzijds.
Artikel 2 Belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door degene die de aanvraag of melding heeft ingediend en bij gebreke daarvan de vergunninghouder of exploitant van de inrichting.
Artikel 3 Berekeningsgrondslag en tarief
De belasting bestaat uit een bedrag per dossiertype voor gemeentelijke dossiers (3.1) dan wel een bedrag per procedurestap voor dossiers bij Provincie Oost-Vlaanderen en het Vlaams Gewest (3.2).
Het belastbaar feit doet zich voor op het tijdstip van de aanvraag.
3.1. Aanvragen bij de gemeente: belasting per dossiertype
A. Omgevingsaanvragen (in toepassing van het omgevingsvergunningsdecreet en –besluit):
Voor omgevingsdossiers waarin de gemeente de bevoegde vergunningverlenende overheid is, wordt een belasting geheven per dossiertype als volgt:
Aangevraagde handelingen |
Bedragen meldings- dossier |
Bedragen dossier volgens de vereenvoudigde procedure |
Bedragen dossier volgens de gewone procedure |
Stedenbouwkundige handelingen |
25 euro |
35 euro woongelegenheid van zodra de aanvraag niet louter één eengezinswoning betreft
|
100 euro woongelegenheid van zodra de aanvraag niet louter één eengezinswoning betreft
|
Handelingen ivm een ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA) (inclusief omzettingen, overdrachten, stopzettingen, bijstellingen en afwijkingen)
|
25 euro |
35 euro |
100 euro |
Verkavelen (inclusief de bijstellingen) met aanleg van nieuwe wegenis |
/ |
/ |
100 euro gegenereerd lot
|
Verkavelen (inclusief de bijstellingen) zonder aanleg van nieuwe wegenis |
/ |
/ |
100 euro gegenereerd lot
|
Overige handelingen in het kader van het omgevingsvergunningsdecreet of –besluit (bijvoorbeeld vegetatiewijziging, kleinhandelsactiviteit,…)
|
25 euro |
35 euro |
100 euro |
Het dossier wordt ingedeeld naargelang het hoofdonderwerp van de aanvraag in één van de drie kolommen (meldingsdossier, eenvoudige procedure, gewone procedure). Indien meerdere bedragen uit dezelfde kolom van toepassing zijn (bijvoorbeeld gemengd milieu- en stedenbouwkundige handelingen), dan worden deze bedragen cumulatief toegepast.
B. Andere types aanvragen (in toepassing van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening):
Voor andere types aanvragen dan deze in A, in toepassing van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, wordt bij de gemeente een bedrag aangerekend als volgt:
Type aanvraag |
Bedrag |
Stedenbouwkundig attest |
35 euro |
Planologisch attest |
1250 euro |
Projectvergadering |
150 euro |
3.2.Omgevingsaanvragen bij het Vlaams Gewest of de Provincie: belasting per procedurestap
Voor dossiers waarin het Vlaams Gewest of de Provincie Oost-Vlaanderen de bevoegde vergunningverlenende overheid is, wordt een belasting geheven naargelang één of meer van de volgende procedurestappen noodzakelijk is/zijn tijdens de procedure:
- wettelijk vereiste publicatie in een dag- of weekblad (o.a. art. 22 en 61 omgevingsvergunningsbesluit): 500 euro per publicatie.
- zending per gewone post of per drager: 1,5 euro per geadresseerde.
- aangetekende zending: 7 euro per geadresseerde.
- het organiseren van een informatievergadering (art. 25 omgevingsvergunningsbesluit): 150 euro.
Artikel 4 Vrijstellingen
Er is vrijstelling van belasting voor:
a. meldingen en aanvragen ingediend door de eigen gemeente, het eigen OCMW, de eigen autonome gemeentebedrijven, de politiezone en de hulpverleningszone waar de eigen gemeente deel van uitmaakt
b. verzoeken tot bijstellingen van de in omgevingsvergunningen opgelegde milieuvoorwaarden
(artikel 82 van het omgevingsvergunningsdecreet) door andere verzoekers dan i) de vergunninghouder of de exploitant (art. 82, 2° b)) en ii) het betrokken publiek (art. 82, 2° c)).
c. verzoeken tot bijstellingen van het voorwerp of de duur van de omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting (artikel 83 van het omgevingsvergunningsdecreet) door andere verzoekers dan het betrokken publiek (art. 83, 2° a))
d. meldingen en aanvragen ingediend door of voor rekening van nutsmaatschappijen, die betrekking hebben op werken waarvoor de gemeentelijke retributie op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein verschuldigd is of zal zijn.
Artikel 5 Invordering
5.1.
Bij aanvragen en meldingen bij de gemeente zoals bedoeld in artikel 3.1 hierboven, wordt deze belasting contant geïnd. Het betalingsbewijs moet door de aanvrager worden toegevoegd als bijlage bij zijn aanvraag of melding.
5.2.
Bij gebrek aan contante inning en bij aanvragen en meldingen die niet bij de gemeente gebeuren zoals bedoeld in artikel 3.2, wordt de belasting ingevorderd door middel van een kohier. De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
De kohierbelasting moet worden betaald binnen de twee maanden vanaf de datum van verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 6 Indienen van bezwaren
De belastingschuldige kan tegen de aanslag een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen.
Dit moet gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de datum van de contante inning.
Het bezwaarschrift moet schriftelijk ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn. Als de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger wil uitgenodigd worden op de hoorzitting moet dit in het bezwaarschrift worden gevraagd.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.
De procedure verloopt zoals voorzien in het Decreet van 30 mei 2008.
Artikel 7 Bekendmaking
Dit reglement wordt afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 van het decreet lokaal bestuur. De bekendmaking van dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Artikel 3 Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2025.