Het is noodzakelijk om gemeentebelastingen te heffen om de begroting en het financiële meerjarenplan in evenwicht te houden.
De afgifte van administratieve stukken vergt nogal wat handelingen en tijd van de gemeentediensten, waardoor het aangewezen is hierop een belasting te heffen.
Vanaf 1 januari 2025 zullen Wachtebeke en Lochristi de nieuwe fusiegemeente Lochristi vormen. Zolang zij niet worden opgeheven, blijven de belastingreglementen gelden voor het grondgebied waarvoor zij werden aangenomen en worden zij van rechtswege opgeheven eind 2025. Het is aangewezen de belastingreglementen en de aanslagvoeten zo snel mogelijk gelijk te schakelen voor het volledige grondgebied van de nieuwe fusiegemeente Lochristi.
De belastingtarieven in de samenvoegende gemeenten worden nu reeds op elkaar afgestemd, wat een wijziging impliceert aan artikel 3 van het reglement. Het bedrag van de huwelijksceremonie wordt gelijkgetrokken naar 50,00 euro (van maandag t.e.m. zaterdagvoormiddag).
Verder wordt het reglement geactualiseerd voor wat betreft de bezwaarprocedure in artikel 7 (onder andere elektronische indiening), conform de andere gemeentelijke belastingreglementen.
Artikel 170, §4 van de gecoördineerde Grondwet;
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder de artikelen 40, 41, 286, 287 en 288;
Het bestuursdecreet van 7 december 2018;
Wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfsbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953;
Koninklijk besluit van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar;
Koninklijk besluit van 5 maart 2017 tot bepaling van de verblijfsvergunningen waarvoor de gemeenten retributies kunnen innen voor het vernieuwen, verlengen of vervangen ervan en tot bepaling van het maximumbedrag bedoeld in artikel 2 §2 van de wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953;
Ministerieel besluit van 15 maart 2013 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar en de kaarten en verblijfsdocumenten, afgeleverd aan vreemde onderdanen en de biometrische kaarten en biometrische verblijfstitels, afgeleverd aan vreemde onderdanen van derde landen, zoals laatst gewijzigd bij ministerieel besluit van 28 oktober 2019;
Consulair wetboek van 21 december 2013, in het bijzonder artikelen 50 tot en met 67;
Ministerieel besluit van 19 april 2014 aangaande de afgifte van paspoorten;
Koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs;
Ministerieel besluit van 20 juli 2005 tot bepaling van de betalingswijze van de retributies;
Besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen, in het bijzonder artikel 9 en hoofdstuk 4;
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd, en de nog toepasselijke bepalingen van de nieuwe gemeentewet;
Ministeriële omzendbrief KB/ABB 2019/2 d.d. 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit;
Het schrijven van de FOD Binnenlandse Zaken van 1 oktober 2024 in verband met het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeente vanaf 1 januari 2025;
Gemeenteraadsbesluit van 22 december 2022 en 25 mei 2023 betreffende de contant te betalen belasting op de aanvraag van administratieve stukken;
De gemeenteraadsbesluiten van 23 november 2023 (Wachtebeke) en 27 november 2023 (Lochristi) houdende de definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Lochristi en Wachtebeke.
Artikel 1 Het belastingreglement “belasting op afgifte administratieve stukken", zoals vastgesteld bij gemeenteraadsbesluit van 22 december 2022 en 25 mei 2023 wordt met ingang van 1 januari 2025 gewijzigd, vervangen en gecoördineerd als volgt:
Belastingreglement op de contant te betalen belasting op de aanvraag van administratieve stukken (Gecoördineerde versie vanaf 1.1.2025)
Vastgesteld bij gemeenteraadsbesluit van 25.05.2023 en 22.12.2022, gewijzigd en gecoördineerd bij gemeenteraadsbesluit van 19 december 2024
Artikel 1 Met ingang van 1 januari 2025 en voor een periode eindigend op 31 december 2025 wordt, ten behoeve van de gemeente, een contant te betalen belasting geheven op de aanvraag van administratieve stukken.
Artikel 2 De belasting is verschuldigd door de personen of instellingen die de stukken aanvragen.
Artikel 3 Het bedrag van de belasting wordt als volgt vastgesteld:
a) Voor afgifte van elektronische identiteitskaarten aan Belgen en elektronische vreemdelingenkaarten
Product en overeenkomstig artikel uit het ministerieel besluit d.d. 15 maart 2013 (*) |
Bedrag (inclusief kostprijs verschuldigd aan FOD Binnenlandse zaken) |
Normale procedure
|
|
eID Belgen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1° |
25 euro |
Elektronische verblijfsdocumenten voor vreemdelingen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, 4°, f) tot g) |
25 euro |
Elektronisch identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder twaalf jaar, bedoeld in |
10 euro |
Elektronische verblijfsdocumenten voor vreemdelingen jonger dan 12 jaar |
12 euro |
Elektronische verblijfsdocumenten afgeleverd aan vreemdelingen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, 4°, a) tot e) en h) tot n) |
25 euro |
Spoedprocedure met gecentraliseerde levering van de kaart en PIN/PUK bij de Algemene Directie Instellingen en Bevolking van de FOD Binnenlandse Zaken
|
|
eID Belgen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1° |
160 euro |
Elektronisch identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder twaalf jaar, bedoeld in artikel 1, eerste lid, 3° (kids-ID) |
160 euro |
Spoedprocedure met levering van de kaart en PIN/PUK op de gemeenten
|
|
eID Belgen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1° en 2° |
125 euro |
Elektronisch identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder twaalf jaar, bedoeld in |
125 euro |
Elektronische verblijfsdocumenten voor vreemdelingen onder de 12 jaar |
125 euro |
Elektronische verblijfsdocumenten vreemdelingen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, 4°, f) tot g) |
125 euro |
Elektronische verblijfsdocumenten afgeleverd aan vreemdelingen , bedoeld in artikel 1, eerste lid, 4°, a) tot e) en h) tot n) |
125 euro |
(*) het Ministerieel besluit van 15 maart 2013 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar en de kaarten en verblijfsdocumenten, afgeleverd aan vreemde onderdanen en de biometrische kaarten en biometrische verblijfstitels, afgeleverd aan vreemde onderdanen van derde landen (en latere wijzigingen)
b) Heraanvraag PIN- en PUK-codes bij verlies codes: 5 euro.
c) Voor afgifte van een identiteitsbewijs voor kinderen onder de twaalf jaar: 2 euro
d) Voor afgifte van een attest van immatriculatie vreemdelingen: 5 euro
e) Voor de afgifte van een reispas aan een Belg en een reisdocument aan een niet-Belg:
|
Gewone procedure, spoedprocedure |
Meerderjarige |
Prijs FOD + 12,50 euro |
Minderjarige |
Prijs FOD + 12,50 euro |
f) Voor de afgifte van rijbewijzen (inclusief kostprijs verschuldigd aan FOD Binnenlandse Zaken)
|
Elektronisch rijbewijs |
Voorlopig rijbewijs |
Internationaal rijbewijs |
Afgifte rijbewijzen |
25 euro |
25 euro |
25 euro |
g) Voor de afgifte van een trouwboekje: 20 euro
h) huwelijksceremonie: 50 euro;
i) Voor de wijziging van een voornaam: 140 euro.
Artikel 4 De belasting is verschuldigd op het ogenblik van de aanvraag van het document.
De belasting wordt contant ingevorderd.
Artikel 5 De belasting is niet toepasselijk op de aanvragen van documenten die krachtens een wet, een decreet, een koninklijk besluit of een overheidsverordening reeds aan de betaling van een recht ten behoeve van de gemeente onderworpen zijn.
Uitzondering wordt gemaakt voor de rechten welke de met het afgeven van reispassen belaste gemeenten ambtshalve toekomen en waarvan in het besluit van de Regent dd. 26 juli 1948 sprake is.
De belasting is evenmin toepasselijk op de aanvragen van documenten die op basis van de geldende regelgeving kosteloos moeten worden afgeleverd.
Artikel 6 De contantbelasting wordt geïnd zonder uitstel tegen afgifte van een betalingsbewijs. Als de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting een kohierbelasting.
Artikel 7 De belastingplichtige die meent onrechtmatig of te hoog te zijn belast, of zijn vertegenwoordiger, kan tegen de aanslag een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend (per post, per drager of per email: belastingen@lochristi.be) binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.
Binnen vijftien dagen na de indiening van het bezwaar wordt een ontvangstmelding verzonden.
Als de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger dat in het bezwaarschrift heeft gevraagd, zal de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger uitgenodigd worden op een hoorzitting.
De procedure verloopt in overeenstemming met het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, met latere wijzigingen.
Artikel 2 De wijzigingen treden in werking op 1 januari 2025 voor de (belastbare) feiten vanaf die datum. Het belastingreglement betreffende de belasting op afgifte administratieve stukken", zoals vastgesteld bij gemeenteraadsbesluit van 22 december 2022 en 25 mei 2023, blijft van toepassing op de (belastbare) feiten vóór 1 januari 2025.
Artikel 3 Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen en wordt ter kennisname bezorgd aan de toezichthoudende overheid.
Artikel 4 Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan de toezichthoudende overheid, aan de Dienst Burgerzaken en aan de financieel directeur.