Terug
Gepubliceerd op 27/12/2022

Besluit  Gemeenteraad

do 22/12/2022 - 19:30

Belasting op tweede verblijven 2023-2025. Ter vaststelling.

Aanwezig: Patrick Gerard, Voorzitter gemeenteraad
Rudy Van Cronenburg, Burgemeester
Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Schepenen
Christine Bax, voorzitter BCSD
Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Gemeenteraadsleden
Lise Gosseye, Waarnemend Algemeen Directeur
Verontschuldigd: Wim Vanpuyvelde, Karine Cornelis, Gemeenteraadsleden
Onderwerp en motivering

In het najaar 2019 werden verschillende belasting- en retributiereglementen gestemd. Enkele van deze reglementen werden doorheen de jaren reeds aangepast of pas later ingevoerd. Denken we bijvoorbeeld aan het GAS-reglement (later ingevoerd) of het retributiereglement op de begraafplaatsen (aangepast).

Eén van deze financiële reglementen is het belastingreglement op niet-geadresseerd drukwerk en gelijkgestelde producten. Eén van de bedrijven die door dit reglement is gehouden tot het betalen van een belasting heeft een rechtszaak aangespannen tegen de gemeente Wachtebeke en heel wat andere gemeenten met een soortgelijk reglement.

Naar aanleiding van deze rechtszaak is gebleken dat een vormvereiste in de bekendmaking voor discussie vatbaar is. Alle reglementen worden gepubliceerd op de gemeentelijke website onder reglementen maar ook onder de pagina ‘bekendmakingen’. Deze digitale bekendmaking, die Wachtebeke sinds de invoering van het notuleringspakket hanteert blijkt nog enigszins ter discussie te staan. Er zijn al enkele rechtszaken waar de rechter heeft geoordeeld dat het voorleggen van de digitale logs gelijk staat aan het inschrijven van de bekendmaking in een analoog, papieren register. Dit is evenwel nog geen vaste rechtspraak.
De advocaat die onze belangen behartigt in dit dossier heeft ons aangeraden om – in afwachting dat dit vaste rechtspraak wordt – onze belasting- en retributiereglementen opnieuw te laten stemmen door de gemeenteraad en bekend te maken via de website én via het papieren register. Dit om eventuele discussies uit te sluiten.
Sinds september 2022 zijn we opnieuw gestart met de bekendmaking in het papieren register.

De reden waarom we de gelegenheid niet aanwenden om de reglementen inhoudelijk onder de loep te nemen is omdat de inhoud van de verschillende reglementen staande blijft of – indien het nodig was – dit reeds in een gewijzigde vorm aan de raad werd voorgelegd. Met het oog op de vrijwillige samenvoeging met het lokaal bestuur Lochristi dienen al deze reglementen vergeleken te worden met deze in Lochristi in de komende periode (2023-2024) voor harmonisering.

Regelgeving

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41, 14°;

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;

De gemeenteraadsbeslissing van 19 december 2019 betreffende de belasting op de tweede verblijven.

Publieke stemming
Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Artikel 1 De gemeenteraad heft het belastingreglement tweede verblijven 2020-2025 van 19 december 2019 op met ingang van 1 januari 2023.

Artikel 2 De gemeenteraad stelt het belastingreglement tweede verblijven 2023-2025 vast als volgt:

Artikel 1 Voor een termijn beginnend op 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op de tweede verblijven.

Artikel 2 Als tweede verblijf wordt beschouwd: elke private woongelegenheid die voor de eigenaar of huurder ervan niet tot hoofdverblijf dient maar waar op elk ogenblik verbleven kan worden en waarvoor er geen inschrijving is in het bevolkingsregister. Het kan hierbij gaan om landhuizen, bungalows, appartementen, weekendhuisjes en alle andere vaste woongelegenheden, daarbij inbegrepen de met chalets gelijkgestelde caravans, ongeacht of de constructie in goede staat verkeert. De inschrijving in de kadastrale legger is van geen belang voor de vaststelling van de belastbare materie.

Vallen niet onder de toepassing van deze belasting:

  1. De lokalen welke uitsluitend bestemd zijn voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit, dit conform de afgeleverde omgevingsvergunning.
    Het louter vestigen van een maatschappelijke zetel van een rechtspersoon of het houden van een jaarvergadering van een maatschap/THV of feitelijke vereniging op zich houdt geen vrijstelling in van de belasting op tweede verblijven.
  2. De woningen waarop de belasting op de leegstaande woningen van toepassing is.
  3. De tenten, verplaatsbare caravans en mobilhomes, kampeerauto’s, tenzij zij minstens zes maanden opgesteld blijven om als woongelegenheid te kunnen dienen.

Artikel 3 De belasting bedraagt € 1.000,00 per tweede verblijf, waar een huisnummer is aan toegekend en dat een kadastraal inkomen heeft van tenminste 250 euro.
De belasting bedraagt € 500,00 per tweede verblijf, voor deze waar een huisnummer is aan toegekend en dat een kadastraal inkomen heeft van minder dan € 250, per tweede verblijf, en voor deze waar een weekendverblijfsnummer (W-nummer) werd aan toegekend.
Voor de tweede verblijven die opgesteld staan op een reglementair erkend stacaravanterrein of kampeerverblijfpark bedraagt de belasting € 400,00 per tweede verblijf.

Artikel 4 De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde (met name de volle eigenaar, vruchtgebruiker, opstalhouder of erfpachter) van het tweede verblijf op 1 januari van het belastingjaar. Zijn belastingplicht geldt ook wanneer het tweede verblijf verhuurd wordt of wanneer het tijdelijk niet gebruikt wordt.

In geval een tweede verblijf in onverdeelde eigendom is, is elke onverdeelde eigenaar hoofdelijk aansprakelijk tot betaling van de volledige belasting op het tweede verblijf.

Artikel 5 De eigendomsoverdracht in de loop van het belastingjaar geeft geen aanleiding tot vermindering van de voor dat jaar verschuldigde belasting. In geval van eigendomsoverdracht in de loop van het belastingjaar is de nieuwe eigenaar de belasting verschuldigd te rekenen van 1 januari volgend op de datum van eigendomsoverdracht. De verwijdering of afbraak van het belastbaar goed in de loop van het belastingjaar geeft geen aanleiding tot vermindering van deze belasting.

Artikel 6 De belastingplichtige ontvangt jaarlijks vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend moet worden teruggestuurd vóór de erin vermelde vervaldatum.
De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden zelf een aangifteformulier aan te vragen bij de gemeente en tegen uiterlijk op 31 maart van het aanslagjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.

Artikel 7 Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 7 vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte kan de belasting ambtshalve ingekohierd worden volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van de  voormelde kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

Artikel 8 De overeenkomstig artikel 7 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd :  

-      Met 10 % voor een eerste overtreding van niet-aangifte of onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte,

-      Met 20 % voor de tweede overtreding van niet-aangifte of onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte,

-      Met 30 % voor de derde overtreding van niet-aangifte of onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte en

-      Met 50 % vanaf de vierde overtreding van niet-aangifte of onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte

Artikel 9 De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 10 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 11 De belastingplichtige kan bezwaar tegen de aanslag indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Dorp 61, 9185 Wachtebeke. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift.
De procedure verloopt in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Artikel 12 Het voorgaande belastingreglement tweede verblijven 2020-2025 van 19 december 2019 blijft van toepassing voor de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór 1 januari 2023, maar wordt opgeheven voor de belastbare feiten die zich voordoen vanaf 1 januari 2023.

Artikel 13 Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2023.

Artikel 3 Het belastingreglement tweede verblijven 2023-2025 treedt in werking op 1 januari 2023.

Artikel 4 Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de financieel directeur en toezichthoudende overheid.