Terug
Gepubliceerd op 27/01/2023

Notulen  Gemeenteraad

do 22/12/2022 - 19:30 Krekelandgalerij - Cultuurhuis Safarken
Aanwezig: Patrick Gerard, Voorzitter gemeenteraad
Rudy Van Cronenburg, Burgemeester
Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Schepenen
Christine Bax, voorzitter BCSD
Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Gemeenteraadsleden
Lise Gosseye, Waarnemend Algemeen Directeur
Verontschuldigd: Wim Vanpuyvelde, Karine Cornelis, Gemeenteraadsleden
  • Openbaar

    • Beraad

      • Eedaflegging Lise Gosseye als algemeen directeur lokaal bestuur Wachtebeke.

        Onderwerp en motivering

        Lise Gosseye werd door de gemeenteraad van vandaag, 22 december 2022, aangesteld als algemeen directeur met ingang vanaf 1 januari 2023.

        Zij dient na de aanstelling als algemeen directeur voor het lokaal bestuur Wachtebeke tijdens een openbare vergadering van de gemeenteraad de volgende eed af te leggen in handen van de voorzitter van de gemeenteraad:

           "ik zweer de verplichting van mijn ambt na te komen"

        Regelgeving

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 40-41, artikel 163.

        De gemeenteraadsbeslissing van 22 december 2022 tot aanstelling van Lise Gosseye als algemeen directeur.

        Besluit

        Artikel 1 De voorzitter verklaart na de eedaflegging dat Lise Gosseye is aangesteld als algemeen directeur met ingang van 1 januari 2023.

        Artikel 2 Van deze eedaflegging wordt een proces-verbaal opgesteld en door de beëdigde en de voorzitter ondertekend.

      • Beschikbare verslagen adviesraden en inkomende briefwisseling.

      • Stand van zaken fusie Wachtebeke en Lochristi. Ter kennisgeving.

        Onderwerp en motivering

        Er is weinig nieuws te melden. Er wordt wel heel veel voorbereidend werk verricht in werkgroepen. Er zijn al afspraken gemaakt over de verdere communicatie. 

        Inzake participatie is er op 15 maart 2023 een tweede gezamenlijk college en op woensdag 8 maart een nieuwe gezamenlijke informele gemeenteraad.

        In april - mei 2023 gaan er vijf infosessies door voor de bevolking in de 5 deelgemeenten.

        In het voorjaar worden werkbezoeken afgelegd door personeelsleden per dienst en bevoegde schepenen.

        De werkgroepen werken aan een strak tempo verder aan het invullen van het toekomstig bestuursmodel.

        De stuurgroep werkt concrete voorstellen uit aan de hand van de ideeën uit de werkgroepen.

        Het gaat nog steeds verbazend goed vooruit.   

    • Besluit

      • Meerjarenplanaanpassing 5 2020-2025. Deel OCMW. Ter goedkeuring.

        Onderwerp en motivering

        Het meerjarenplan voor gemeente en OCMW Wachtebeke werd opgemaakt volgens de regels van de BBC2020-regelgeving van de Vlaamse Overheid. Het meerjarenplan vormt de financiële kapstok voor het beleid van het lokaal bestuur. Het meerjarenplan werd opgesteld voor de periode 2020-2025 en goedgekeurd in de gemeente- en OCMW-raad van 19 december 2019.
        Doorheen deze periode zijn aanpassingen mogelijk. Minstens één keer per jaar wordt het meerjarenplan aangepast en worden minstens de kredieten voor het volgende boekjaar vastgesteld.

        De aanpassing die nu voorligt ter goedkeuring is meerjarenplanaanpassing nr. 5. Deze werd opgemaakt in samenspraak met het managementteam en het college en vast bureau van het lokaal bestuur en werd ter goedkeuring voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau.
        Op de gemeenteraadscommissie van 14 december werd de meerjarenplanaanpassing 5 ook uitvoerige besproken en was er de mogelijkheid tot het stellen van vragen.
        De aanpassingen worden als volgt voorgelegd ter goedkeuring:
        - vaststelling van het gedeelte OCMW door de OCMW-raad
        - goedkeuring van het gedeelte OCMW door de gemeenteraad
        - vaststelling van het gedeelte gemeente door de gemeenteraad.

        In bijlage zijn de nodige documenten toegevoegd die de cijfers in onderstaand besluit duiden en verduidelijkingen.

        Regelgeving

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 40, artikel 254-256;

        Het besluit Vlaamse Regering van 30 maart 33029 over de beleids- en de beheerscyclus (BVR BBC);

        De omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3: de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus;

        De bespreking op de gemeenteraadscommissie van 14 december 2022.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
        Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Dirk Ongenae, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman
        Tegenstanders: Ronny Droesbeke, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Michiel Van Eetvelde
        Resultaat: Met 12 stemmen voor, 5 stemmen tegen
        Besluit

        Artikel 1 De gemeenteraad keurt de aanpassing nr. 5 aan het meerjarenplan 2020-2025 (deel OCMW) goed zodat het eindresultaat als volgt definitief wordt samengesteld:

         

         

         

         

        Artikel 2 Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan de financieel directeur.

      • Meerjarenplanaanpassing 5 2020-2025. Deel gemeente. Ter vaststelling.

        Onderwerp en motivering

        Het meerjarenplan voor gemeente en OCMW Wachtebeke werd opgemaakt volgens de regels van de BBC2020-regelgeving van de Vlaamse Overheid. Het meerjarenplan vormt de financiële kapstok voor het beleid van het lokaal bestuur. Het meerjarenplan werd opgesteld voor de periode 2020-2025 en goedgekeurd in de gemeente- en OCMW-raad van 19 december 2019.
        Doorheen deze periode zijn aanpassingen mogelijk. Minstens één keer per jaar wordt het meerjarenplan aangepast en worden minstens de kredieten voor het volgende boekjaar vastgesteld.

        De aanpassing die nu voorligt ter goedkeuring is meerjarenplanaanpassing nr. 5. Deze werd opgemaakt in samenspraak met het managementteam en het college en vast bureau van het lokaal bestuur en werd ter goedkeuring voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau.
        Op de gemeenteraadscommissie van 14 december werd de meerjarenplanaanpassing 5 ook uitvoerige besproken en was er de mogelijkheid tot het stellen van vragen.
        De aanpassingen worden als volgt voorgelegd ter goedkeuring:
        - vaststelling van het gedeelte OCMW door de OCMW-raad
        - goedkeuring van het gedeelte OCMW door de gemeenteraad
        - vaststelling van het gedeelte gemeente door de gemeenteraad.

        In bijlage zijn de nodige documenten toegevoegd die de cijfers in onderstaand besluit duiden en verduidelijkingen.

        Regelgeving

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 40, artikel 254-256;

        Het besluit Vlaamse Regering van 30 maart 33029 over de beleids- en de beheerscyclus (BVR BBC);

        De omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3: de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus;

        De bespreking op de gemeenteraadscommissie van 14 december 2022.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
        Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Dirk Ongenae, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman
        Tegenstanders: Ronny Droesbeke, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Michiel Van Eetvelde
        Resultaat: Met 12 stemmen voor, 5 stemmen tegen
        Besluit

        Artikel 1 De gemeenteraad stelt aanpassing nr. 5 aan het meerjarenplan 2020-2025 (deel gemeente) vast zodat het eindresultaat als volgt definitief wordt samengesteld:

         

         

         

         

        Artikel 2 Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan de financieel directeur.

      • Beheersovereenkomst tussen de lokale besturen Lochristi en Wachtebeke. Ter goedkeuring.

        Onderwerp en motivering

        De lokale besturen Wachtebeke en Lochristi hebben in mei 2022 de principiële beslissing genomen tot een vrijwillige samenvoeging van beide besturen vanaf 1 januari 2025. Hiermee willen ze de krachten bundelen en samen de vele uitdagingen waar lokale besturen - momenteel en in de toekomst - voor staan het hoofd bieden.

        Het decreet lokaal bestuur geeft aan de samen te voegen gemeenten de mogelijkheid om een beheersovereenkomst af te sluiten om voor bepaalde functies een beroep te doen op elkaars personeelsleden (artikel 356 DLB).
        De beheersovereenkomst is bedoeld als kaderovereenkomst. Op basis hiervan kunnen verdere afspraken gemaakt worden omtrent de integratie van de verschillende diensten alsook het gemeenschappelijk gebruik van het personeel onderling. Deze beheersovereenkomst kan op korte termijn mogelijkheden bieden aan beide besturen voor bepaalde functies die niet ingevuld zijn/geraken maar zeker naarmate de effectieve samenvoegingsdatum nadert zal de beheersovereenkomst mogelijkheden bieden om de werking en organisatie die wordt voorbereid met het oog op de samenvoeging van beide gemeenten reeds vorm te geven. Hierdoor zal de kwaliteit en de continuïteit van de dienstverlening gewaarborgd blijven.

        De beheersovereenkomst impliceert niet dat het lokaal bestuur Wachtebeke of het lokaal bestuur Lochristi geen eigen beslissingen meer kan nemen inzake personeelswerking, -organisatie of -beleid.
        De beheersovereenkomst bepaalt heel wat elementen die duidelijkheid en transparantie beogen: wie is de juridische werkgever is, wie is/zijn de functioneel leidinggevende(n), welke zijn de financiële afspraken.

        Indien het nodig zal zijn kan deze beheersovereenkomst gewijzigd of verfijnd worden. Dit dient steeds ter goedkeuring worden voorgelegd aan de raad.

        Regelgeving

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder art. 356;

        De gemeenteraadsbeslissing van 19 mei 2022 inzake de principiële beslissing voor een vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Lochristi en Wachtebeke;

        De gemeenteraadsbeslissing van de gemeenteraad van Lochristi van 23 mei 2022 inzake de principiële beslissing voor een vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Lochristi en Wachtebeke.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
        Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1 De gemeenteraad keurt de beheersovereenkomst tussen de lokale besturen Wachtebeke en Lochristi goed.

        Artikel 2 De beheersovereenkomst maakt integraal deel uit van deze beslissing.

        Artikel 3 Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan het lokaal bestuur Lochristi, de stafmedewerker en de financieel directeur.

      • Voorwaarden ter beschikking stellen kasprovisies, provisierekeningen, innen geringe dagontvangsten en beheer van chartaal geld van de gemeente. Ter vaststelling.

        Onderwerp en motivering

        Het Decreet over het Lokaal Bestuur (DLB)  bevat  geen regels over het budgethouderschap, de daaraan verbonden bevoegdheden en de mogelijkheid tot delegatie ervan. Dat betekent dat elk bestuur, in het kader van zijn organisatiebeheersingssysteem zelf een regeling moet uitwerken op maat van het bestuur. Daarbij moet uiteraard rekening worden gehouden met de algemene bevoegdheids- en delegatiebepalingen van het DLB.

        Voor verschillende diensten van de gemeente is het nodig om over een kasprovisie te beschikken, dit om over gelden te beschikken om terug te kunnen geven bij ontvangsten via chartaal geld.

        Ook is het nuttig voor bepaalde diensten om over een provisierekening of kredietkaart te beschikken om aankopen te doen die niet via factuur kunnen verlopen (b.v. online aankopen).

        Omdat het om veiligheidsredenen aangewezen is om geen al te grote geldsommen in kas te hebben bij de verschillende diensten en dat het aangewezen is om regelmatig af te rekenen, worden er voorwaarden en grensbedragen vastgelegd. Bij elke dienst is de mogelijkheid voorzien om elektronisch te betalen (bancontact en/of payconiq). Dit wordt zoveel mogelijk gepromoot, maar toch blijft een groot aantal mensen cash betalen.

        Regelgeving

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

        Het besluit van de gemeenteraad van 26 maart 2009 betreffende de vaststelling van de voorwaarden waaronder personeelsleden kunnen worden belast met de inning van geringe dagontvangsten;

        Het besluit van de gemeenteraad van 26 maart 2009 betreffende de vaststelling van de voorwaarden voor de terbeschikkingstelling van een provisie aan personeelsleden.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
        Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1 De gemeenteraad stelt de voorwaarden voor het ter beschikking stellen van kasprovisies, provisierekeningen, het innen van geringe dagontvangsten en het beheer van het chartaal geld van de gemeente vast als volgt:

        Hoofdstuk 1 – Kasprovisie of provisierekening

        Artikel 1

        De algemeen directeur kan, onder de voorwaarden bepaald in hoofdstuk 1 van dit besluit, en na advies van de financieel directeur, een kasprovisie of een provisierekening ter beschikking stellen aan bepaalde personeelsleden.

        Artikel 2

        Een kasprovisie dient om kleine exploitatie-uitgaven cash te kunnen betalen die niet uitgesteld kunnen worden of onmiddellijk moeten gebeuren voor de goede werking van de dienst of voor het gebruik van een startkassa bij bepaalde diensten.

        Een provisierekening dient om kleine exploitatie-uitgaven door middel van een bankkaart of kredietkaart te kunnen betalen die niet uitgesteld kunnen worden of onmiddellijk moeten gebeuren voor de goede werking van de dienst of voor online aankopen.

        Artikel 3

        De voorwaarden waaronder een provisie ter beschikking wordt gesteld zijn de volgende :

        -        De kasprovisie mag maximum € 500,00 bedragen per provisiehouder.

        -        De provisierekening mag maximum € 4.000,00 bedragen. De provisierekening mag nooit een debetsaldo vertonen.

        -        De aangestelde personeelsleden zijn persoonlijk verantwoordelijk voor de kasprovisie of provisierekening die ter beschikking is gesteld.

        -        De aanzuivering van de kasprovisie en de provisierekening gebeurt op basis van bewijsstukken die worden voorgelegd aan de financiële dienst en worden goedgekeurd door de algemeen directeur.

        Hoofdstuk 2 – Geringe dagontvangsten

        Artikel 4

        De algemeen directeur kan, onder de voorwaarden bepaald in hoofdstuk 2 van dit besluit, en na advies van de financieel directeur, bepaalde personeelsleden van de gemeente belasten met de inning van geringe dagontvangsten.

        Artikel 5

        Geringe dagontvangsten zijn ontvangsten waarvan de inning samenvalt met de vaststelling van het in te vorderen recht.

        Artikel 6

        De voorwaarden waaronder personeelsleden van de gemeente kunnen worden belast met de inning van geringe dagontvangsten zijn de volgende :

        -        De kas van de met inning belaste ambtenaren mag nooit meer dan € 3.000,00 bevatten. Zij moeten op regelmatige tijdstippen afrekenen met de algemeen directeur of de door haar aangestelde verantwoordelijke voor de kasverrichtingen. De gelden kunnen ook onmiddellijk gestort worden op de rekening van de gemeente.

        -        De contante afrekening met de algemeen directeur of de door haar aangestelde verantwoordelijke voor de kasverrichtingen, gebeurt op basis van de nodige verantwoordingsstukken. Indien de gelden onmiddellijk op de rekening van de gemeente gestort worden, moeten de nodige bewijsstukken bezorgd worden aan de financiële dienst.

        -        Buiten de diensturen en ook tijdens de diensturen indien geen personeel in de dienst aanwezig is, moet de kas zich achter slot bevinden (kluis).

        -        Het is niet toegelaten om met ontvangen gelden, uitgaven te verrichten of leningen toe te staan.

        -        Elk vastgesteld kasverschil moet onmiddellijk en schriftelijk aan de algemeen directeur of de door haar aangestelde verantwoordelijke voor de kasverrichtingen worden gemeld. Bij vastgestelde diefstal is bovendien een onmiddellijke aangifte bij de politie verplicht.

        -        Bij zware fouten, bedrog of kennelijk grove nalatigheden kunnen de aangeduide personeelsleden burgerlijk aansprakelijk worden gesteld voor de kastekorten. Het gemeentebestuur kan een regresvordering instellen tegen hen. In die gevallen zal de gemeenteraad vaststellen of het personeelslid financieel aansprakelijk moet worden gesteld en voor welk bedrag.

        Hoofdstuk 3 – Verantwoordelijke voor de kasverrichtingen

        Artikel 7

        De algemeen directeur kan, onder de voorwaarden bepaald in hoofdstuk 3 van dit besluit, en na advies van de financieel directeur, bepaalde personeelsleden van de gemeente aanstellen als verantwoordelijke voor de kasverrichtingen.

        Artikel 8

        De verantwoordelijke voor de kasverrichtingen zorgt voor de afrekening van de kas van de met inning belaste ambtenaren en met de kasprovisiehouders, en beheert het chartaal geld van de gemeente.

        Artikel 9

        De voorwaarden waaronder personeelsleden van de gemeente kunnen worden aangesteld als verantwoordelijke voor de kasverrichtingen zijn de volgende :

        -        De kas mag maximaal € 5.000,00 bevatten.

        -        Buiten de diensturen en ook tijdens de diensturen indien geen personeel in de dienst aanwezig is, moet de kas zich achter slot bevinden (kluis).

        -        Elk vastgesteld kasverschil moet onmiddellijk en schriftelijk aan de algemeen directeur worden gemeld. Bij vastgesteld diefstal is bovendien een onmiddellijke aangifte bij de politie verplicht.

        -        Bij zware fouten, bedrog of kennelijk grove nalatigheden kunnen de aangeduide verantwoordelijken burgerlijk aansprakelijk worden gesteld voor de kastekorten. Het gemeentebestuur kan een regresvordering instellen tegen hen. In die gevallen zal de gemeenteraad vaststellen of de verantwoordelijke financieel aansprakelijk moet worden gesteld en voor welk bedrag.

        -        De financieel directeur verifieert minstens één maal per jaar, op een tijdstip vrij door haar te bepalen, de geldvoorraad van de kas bijgehouden door de verantwoordelijke voor de kasverrichtingen.

        Hoofdstuk 4 – Algemeen

        Artikel 10

        Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 11

        De gemeenteraadsbeslissing van 26 maart 2009 houdende vaststelling van de voorwaarden voor de terbeschikkingstelling van een provisie aan personeelsleden en de beslissing van 26 maart 2009 betreffende de inning van geringe dagontvangsten worden opgeheven met ingang van 1 januari 2023.

        Artikel 2 Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023 en heft de beslissing van de gemeenteraad van 26 maart 2009 betreffende de inning van geringe dagontvangsten en de beslissing van 26 maart 2009 betreffende de terbeschikkingstelling van een provisie aan personeelsleden op vanaf de inwerkingtreding van dit besluit.

        Artikel 3 Een afschrift van dit besluit wordt overhandigd aan de algemeen directeur, de financieel directeur, de personeelsleden die aangesteld zijn als provisiehouder, de met inning van geringe dagontvangsten belaste personeelsleden en de personeelsleden aangesteld als verantwoordelijke voor de kasverrichtingen.

      • Activeringsheffing (belasting op onbebouwde percelen) 2023 - 2025. Ter vaststelling.

        Onderwerp en motivering

        In het najaar 2019 werden verschillende belasting- en retributiereglementen gestemd. Enkele van deze reglementen werden doorheen de jaren reeds aangepast of pas later ingevoerd. Denken we bijvoorbeeld aan het GAS-reglement (later ingevoerd) of het retributiereglement op de begraafplaatsen (aangepast).

        Eén van deze financiële reglementen is het belastingreglement op niet-geadresseerd drukwerk en gelijkgestelde producten. Eén van de bedrijven die door dit reglement is gehouden tot het betalen van een belasting heeft een rechtszaak aangespannen tegen de gemeente Wachtebeke en heel wat andere gemeenten met een soortgelijk reglement.

        Naar aanleiding van deze rechtszaak is gebleken dat een vormvereiste in de bekendmaking voor discussie vatbaar is. Alle reglementen worden gepubliceerd op de gemeentelijke website onder reglementen maar ook onder de pagina ‘bekendmakingen’. Deze digitale bekendmaking, die Wachtebeke sinds de invoering van het notuleringspakket hanteert blijkt nog enigszins ter discussie te staan. Er zijn al enkele rechtszaken waar de rechter heeft geoordeeld dat het voorleggen van de digitale logs gelijk staat aan het inschrijven van de bekendmaking in een analoog, papieren register. Dit is evenwel nog geen vaste rechtspraak.
        De advocaat die onze belangen behartigt in dit dossier heeft ons aangeraden om – in afwachting dat dit vaste rechtspraak wordt – onze belasting- en retributiereglementen opnieuw te laten stemmen door de gemeenteraad en bekend te maken via de website én via het papieren register. Dit om eventuele discussies uit te sluiten.
        Sinds september 2022 zijn we opnieuw gestart met de bekendmaking in het papieren register.

        De reden waarom we de gelegenheid niet aanwenden om de reglementen inhoudelijk onder de loep te nemen is omdat de inhoud van de verschillende reglementen staande blijft of – indien het nodig was – dit reeds in een gewijzigde vorm aan de raad werd voorgelegd. Met het oog op de vrijwillige samenvoeging met het lokaal bestuur Lochristi dienen al deze reglementen vergeleken te worden met deze in Lochristi in de komende periode (2023-2024) voor harmonisering.

        Regelgeving

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 41, 14°;

        Het besluit van de gemeenteraad van 19 december 2019 betreffende de activeringsheffing (belasting op onbebouwde percelen) 2020-2025.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
        Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1 De gemeenteraad stelt het belastingreglement 'Activeringsheffing (belasting op onbebouwde percelen) 2023-2025', vast als volgt:

        Artikel 1 Voor een termijn beginnend op 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op de onbebouwde percelen, gelegen in een niet-vervallen verkaveling.
        Als onbebouwd perceel wordt beschouwd elk perceel, als zodanig vermeld in de verkavelingsvergunning, waarop de oprichting van een voor woning bestemd gebouw niet is aangevat op 1 januari van het aanslagjaar.
        Een perceel wordt als bebouwd aanzien wanneer de oprichting van een woning erop is aangevat op 1 januari van het aanslagjaar, overeenkomstig een stedenbouwkundige vergunning.

        Artikel 2 De belasting is verschuldigd door de eigenaar, de erfpachter, de opstalhouder of de vruchtgebruiker op 1 januari van het aanslagjaar. In geval van overdracht onder levenden, wordt de hoedanigheid van de eigenaar, de erfpachter, de opstalhouder of de vruchtgebruiker beoordeeld op de datum van de authentieke akte tot vaststelling van de overdracht. In geval van mede-eigendom, is ieder mede-eigenaar belastingschuldig voor zijn wettelijk aandeel. Zo er meerdere belastingplichtigen zijn voor hetzelfde onbebouwde perceel, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde activeringsheffing.

        Artikel 3 De belasting wordt vastgesteld op 25,00 euro per strekkende meter lengte van het perceel palende aan een al dan niet verwezenlijkte weg die voorkomt in de verkavelingsvergunning, met een minimum van 250,00 euro per perceel. Elk gedeelte van een meter wordt als een volledige meter beschouwd.
        Wanneer een perceel aan verscheidene wegen paalt, is de langste perceellengte langs één van deze wegen de grondslag van de belastingberekening.
        Wanneer het perceel begrepen is in een afgesneden hoek, gevormd door twee wegen, is de belastbare lengte gelijk aan de langste van de rechte perceellengten, vermeerderd met de helft van de afgesneden hoek.

        Artikel 4 Enkel de vrijstellingen en ontheffingen opgenomen in dit artikel zijn van toepassing in de gemeente.

        1. Van de activeringsheffing zijn vrijgesteld:

        1. De eigenaars van een enkel onbebouwd perceel, als bedoeld in dit reglement, , bij uitsluiting van enig ander onroerend goed gelegen in België of het buitenland;
        2. De sociale woonorganisaties, zijnde een organisatie, vermeld in artikel 2, §1, eerste lid, 26° Vlaamse Wooncode,
        3. Door de overheid erkende jeugd- en sportverenigingen.

        2. Een vrijstelling beperkt tot 1 onbebouwd perceel, als bedoeld in dit reglement, per kind wordt tevens toegekend aan ouders met kinderen die al dan niet ten laste zijn. Deze vrijstelling wordt toegekend indien het kind op 1 januari van het aanslagjaar voldoet aan beide hiernavolgende voorwaarden:


        1. Het heeft de leeftijd van 25 jaar nog niet bereikt;
        2. Het heeft nog geen volle 3 jaar een onbebouwde bouwgrond in woongebied, een onbebouwde kavel of een woning in volle eigendom, alleen of met de persoon met wie het wettelijk of feitelijk samenwoont.

        3. De activeringsheffing wordt niet geheven op percelen die tijdens het aanslagjaar niet voor bebouwing kunnen worden bestemd:

        1. Ingevolge hun inrichting als collectieve voorzieningen, met inbegrip van hun aanhorigheden;
        2. Ingevolge een bouwverbod of enige andere erfdienstbaarheid tot openbaar nut die woningbouw onmogelijk maakt;
        3. Ingevolge een vreemde oorzaak die de belastingplichtige niet kan worden toegerekend, zoals de beperkte omvang van de bouwgrond of kavel, of hun ligging, vorm of fysieke toestand;

        4. Een vrijstelling wordt verleend aan  de houders van een in laatste administratieve aanleg verleende omgevings- en/of verkavelingsvergunning, en dit gedurende 5 jaren, te rekenen vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op de afgifte van de vergunning in laatste administratieve aanleg, respectievelijk, wanneer de verkaveling werken omvat, vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar van afgifte van het attest, vermeld in artikel 4.2.16, §2 VCRO, desgevallend voor die fase van de verkavelingsvergunning waarvoor het attest verleend wordt.

        5. Indien sommige mede-eigenaars, krachtens de bovenstaande bepalingen zijn vrijgesteld, wordt de belasting onder de overige mede-eigenaars, in verhouding tot hun deel in het perceel, berekend.

        Artikel 5 De belastingplichtige ontvangt jaarlijks vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd tegen uiterlijk 31 maart van het aanslagjaar. 

        De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden zelf een aangifteformulier aan te vragen bij de gemeente en tegen, uiterlijk op 31 maart van het aanslagjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.

        Artikel 6 Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 5 vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte kan  de belasting ambtshalve worden ingekohierd volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.

        Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

        De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de datum van de verzending van voormelde kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

        Artikel 7 De overeenkomstig artikel 6 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd : 

        Met 10 % voor een eerste overtreding van niet-aangifte of onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte,

        Met 20 % voor de tweede overtreding van niet-aangifte of onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte,

        Met 30 % voor de derde overtreding van niet-aangifte of onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte en

        Met 50 % vanaf de vierde overtreding van niet-aangifte of onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte

        Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd.

        Artikel 8 De belasting wordt ingevoerd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

        Artikel 9 De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

        Artikel 10 De belastingplichtige kan bezwaar tegen de aanslag indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Dorp 61, 9185 Wachtebeke. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift.
        De procedure verloopt in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeente- belastingen.

        Artikel 11 Het voorgaande belastingreglement d.d. 19 december 2019 betreffende de activeringsheffing (belasting op onbebouwde percelen) 2020-2025 blijft van toepassing voor de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór 1 januari 2023, maar wordt opgeheven voor de belastbare feiten die zich voordoen vanaf 1 januari 2023.

        Artikel 12 Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 2 Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 3 De gemeenteraadsbeslissing van 19 december 2019 betreffende de activeringsheffing (belasting op onbebouwde percelen) 2020-2025 wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2023.

        Artikel 4 Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan de financieel directeur.

      • Algemene gemeentelijke milieubelasting 2023-2025. Ter vaststelling.

        Onderwerp en motivering

        In haar zitting van 19 december 2019 keurt de gemeenteraad de algemene gemeentelijke milieubelasting 2020-2025 goed.

        Naar aanleiding van een bezwaar wordt tot de vaststelling gekomen dat er sinds jaar en dag een aantal 2e verblijvers (weekendwoningen - in 2022 waren dit er 9) worden opgenomen in het kohier algemene milieubelasting ondanks het feit dat ze geen gebruik maken van het recyclagepark en ook geen containers hebben aangevraagd. In het verleden (toen lokaal bestuur Wachtebeke nog een belasting op riolering had) werden ze daarvoor opgenomen en dit is ondertussen nog steeds het geval.

        Om ertoe te komen dat er voor de weekendwoningen een algemene milieubelasting wordt betaald, wordt voorgesteld artikel 2, derde alinea van het belastingreglement als volgt te wijzigen:

        "Ook de gezinnen die de gemeente als tweede of tijdelijk verblijf bewonen zijn belastbaar:

        - Weekendwoningen: steeds belastbaar

        - Weekendverblijven: indien zij gebruik maken van het recyclagepark of containers voor restafval of GFT hebben aangevraagd"

        Regelgeving

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40 en 41, 14°;

        Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;

        Het besluit van de gemeenteraad van 19 december 2019 betreffende de algemene gemeentelijke milieubelasting 2020-2025.

        Het besluit van de gemeenteraad van 24 april 2008 betreffende de toetreding van de gemeente Wachtebeke tot het lokaal pact, zoals door de Vlaamse Regering werd uitgetekend bij beslissing van 1 februari 2008.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
        Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1 De gemeenteraad gaat akkoord om artikel 2, derde alinea van het belastingreglement als volgt te wijzigen:

        "Ook de gezinnen die de gemeente als tweede of tijdelijk verblijf bewonen zijn belastbaar:

        - Weekendwoningen: steeds belastbaar

        - Weekendverblijven: indien zij gebruik maken van het recyclagepark of containers voor restafval of GFT hebben aangevraagd"

        Artikel 2 De gemeenteraad stelt de algemene gemeentelijke milieubelasting 2023-2025 vast als volgt:

        Artikel 1 Er wordt voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 een algemene gemeentelijke milieubelasting geheven.

        Artikel 2 Deze belasting is  verschuldigd door  ieder gezin, ingeschreven in de bevolkings- of vreemdelingenregisters en in de gemeente verblijvend op 1 januari van het aanslagjaar. De inschrijving in de bevolkingsregisters is beslissend tenzij andersluidend bewijs.

        Onder gezin wordt verstaan, hetzij een meerderjarig persoon die gewoonlijk alleen leeft, hetzij een vereniging van twee of meer meerderjarige personen die – al dan niet door familiebanden gebonden – gewoonlijk eenzelfde woning of woongelegenheid betrekken en er samen leven.

        Ook de gezinnen die de gemeente als tweede of tijdelijk verblijf bewonen zijn belastbaar:

        -      Weekendwoningen: steeds belastbaar

        -      Weekendverblijven: indien zij gebruik maken van het recyclagepark of containers voor restafval of GFT hebben aangevraagd

        De meerderjarige leden van ieder gezin, ingeschreven in de bevolkings- of vreemdelingenregisters en werkelijk in de gemeente verblijvend zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

        Ook de ondernemingen, natuurlijke- en rechtspersonen, die een vestiging hebben op het grondgebied van de gemeente zijn belastbaar. Hierbij wordt aangenomen dat ondernemingen met een KBO-nummer dat melding maakt van een vestiging op het grondgebied van de gemeente belastbaar zijn.  

        Artikel 3 De belasting bedraagt € 55,00 per belastingplichtige.

        Artikel 4 De belasting is slechts eenmaal verschuldigd wanneer een gezin en een onderneming op hetzelfde adres zijn gevestigd. In dat geval wordt de belasting gevestigd in hoofde van het gezin.

        Artikel 5 De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

        Artikel 6 De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

        Artikel 7 De belastingplichtige kan bezwaar tegen de aanslag indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Dorp 61, 9185 Wachtebeke. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift.
        De procedure verloopt in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

        Artikel 8 Het voorgaande belastingreglement d.d. 19 december 2019 betreffende de algemene gemeentelijke milieubelasting 2020-2025 blijft van toepassing voor de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór 1 januari 2023, maar wordt opgeheven voor de belastbare feiten die zich voordoen vanaf 1 januari 2023.

        Artikel 9 Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 3 Het belastingreglement 'algemene gemeentelijke milieubelasting 2023-2025' treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 4 Het besluit van de gemeenteraad van 19 december 2019 betreffende de algemene gemeentelijke milieubelasting 2020-2025 wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2023.

        Artikel 5 Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan de financieel directeur.

      • Belasting op verhuren standplaatsen campings- en kampeerverblijfparken 2023-2025. Ter vaststelling.

        Onderwerp en motivering

        In het najaar 2019 werden verschillende belasting- en retributiereglementen gestemd. Enkele van deze reglementen werden doorheen de jaren reeds aangepast of pas later ingevoerd. Denken we bijvoorbeeld aan het GAS-reglement (later ingevoerd) of het retributiereglement op de begraafplaatsen (aangepast).

        Eén van deze financiële reglementen is het belastingreglement op niet-geadresseerd drukwerk en gelijkgestelde producten. Eén van de bedrijven die door dit reglement is gehouden tot het betalen van een belasting heeft een rechtszaak aangespannen tegen de gemeente Wachtebeke en heel wat andere gemeenten met een soortgelijk reglement.

        Naar aanleiding van deze rechtszaak is gebleken dat een vormvereiste in de bekendmaking voor discussie vatbaar is. Alle reglementen worden gepubliceerd op de gemeentelijke website onder reglementen maar ook onder de pagina ‘bekendmakingen’. Deze digitale bekendmaking, die Wachtebeke sinds de invoering van het notuleringspakket hanteert blijkt nog enigszins ter discussie te staan. Er zijn al enkele rechtszaken waar de rechter heeft geoordeeld dat het voorleggen van de digitale logs gelijk staat aan het inschrijven van de bekendmaking in een analoog, papieren register. Dit is evenwel nog geen vaste rechtspraak.
        De advocaat die onze belangen behartigt in dit dossier heeft ons aangeraden om – in afwachting dat dit vaste rechtspraak wordt – onze belasting- en retributiereglementen opnieuw te laten stemmen door de gemeenteraad en bekend te maken via de website én via het papieren register. Dit om eventuele discussies uit te sluiten.
        Sinds september 2022 zijn we opnieuw gestart met de bekendmaking in het papieren register.

        De reden waarom we de gelegenheid niet aanwenden om de reglementen inhoudelijk onder de loep te nemen is omdat de inhoud van de verschillende reglementen staande blijft of – indien het nodig was – dit reeds in een gewijzigde vorm aan de raad werd voorgelegd. Met het oog op de vrijwillige samenvoeging met het lokaal bestuur Lochristi dienen al deze reglementen vergeleken te worden met deze in Lochristi in de komende periode (2023-2024) voor harmonisering.

        Voor de onderhavige belasting geldt evenwel dat het tarief wordt verhoogd naar 1,50 euro per persoon vanaf 18 jaar en per overnachting.

        Regelgeving

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 41, 14°;

        Het bestuursdecreet van 7 december 2018 betreffende de openbaarheid van bestuur;

        De gecoördineerde versie van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies, zoals gewijzigd bij de decreten van 10 maart 2017 en 8 juni 2018 en het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019;

        Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen;

        De gemeenteraadsbeslissing van 19 december 2019 over de belasting op het verhuren van standplaatsen op campings en kampeerverblijfparken 2020-2025.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
        Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1 De gemeenteraad heft het belastingreglement van 19 december 2019 op het verhuren van standplaatsen op campings en kampeerverblijfparken 2020-2025 op met ingang van 1 januari 2023.

        Artikel 2 De gemeenteraad stelt het belastingreglement op het verhuren van standplaatsen op campings en kampeerverblijfparken 2023-2025 vast als volgt:

        Artikel 1 Voor een termijn beginnend op 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025 wordt een belasting geheven op het verhuren van standplaatsen op campings en kampeerverblijfparken.

        Artikel 2 De belasting is verschuldigd door de exploitanten van campings en kampeerverblijfplaatsen

        Artikel 3 Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op € 1,50 per dag en per persoon vanaf 18 jaar voor standplaatsen op campings en kampeerverblijfparken.

        Het aantal overnachtingen dient op basis van een aangifteformulier door de houders van de in artikel 1 hierboven vermelde inrichtingen medegedeeld te worden ten laatste op 31 januari van het jaar volgend op het aanslagjaar .

        Artikel 4 Deze belastingverordening is niet van toepassing:

                  1) op de kampeerders op het Provinciaal domein Puyenbroeck die een tweede verblijftaks betalen;

                  2) op de kampeerders op het Provinciaal domein Puyenbroeck die een abonnement hebben dat geldig is voor een periode van zes maanden op jaarbasis.

        Artikel 5 De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

        Artikel 6 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

        Artikel 7 De belastingplichtige kan bezwaar tegen de aanslag indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Dorp 61, 9185 Wachtebeke. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift.
        De procedure verloopt in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

        Artikel 8 Het voorgaande belastingreglement d.d. 19 december 2019 op het verhuren van standplaatsen op campings en kampeerverblijfparken 2020-2025 blijft van toepassing voor de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór 1 januari 2023, maar wordt opgeheven voor de belastbare feiten die zich voordoen vanaf 1 januari 2023.

        Artikel 9 Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 3 De belasting op het verhuren van standplaatsen op campings- en kampeerverblijfparken 2023-2025 treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 4 Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan de financieel directeur en de toezichthoudende overheid.

      • Belasting op afgifte administratieve stukken 2023-2025. Ter vaststelling.

        Onderwerp en motivering

        In het najaar 2019 werden verschillende belasting- en retributiereglementen gestemd. Enkele van deze reglementen werden doorheen de jaren reeds aangepast of pas later ingevoerd. Denken we bijvoorbeeld aan het GAS-reglement (later ingevoerd) of het retributiereglement op de begraafplaatsen (aangepast).

        Eén van deze financiële reglementen is het belastingreglement op niet-geadresseerd drukwerk en gelijkgestelde producten. Eén van de bedrijven die door dit reglement is gehouden tot het betalen van een belasting heeft een rechtszaak aangespannen tegen de gemeente Wachtebeke en heel wat andere gemeenten met een soortgelijk reglement.

        Naar aanleiding van deze rechtszaak is gebleken dat een vormvereiste in de bekendmaking voor discussie vatbaar is. Alle reglementen worden gepubliceerd op de gemeentelijke website onder reglementen maar ook onder de pagina ‘bekendmakingen’. Deze digitale bekendmaking, die Wachtebeke sinds de invoering van het notuleringspakket hanteert blijkt nog enigszins ter discussie te staan. Er zijn al enkele rechtszaken waar de rechter heeft geoordeeld dat het voorleggen van de digitale logs gelijk staat aan het inschrijven van de bekendmaking in een analoog, papieren register. Dit is evenwel nog geen vaste rechtspraak.
        De advocaat die onze belangen behartigt in dit dossier heeft ons aangeraden om – in afwachting dat dit vaste rechtspraak wordt – onze belasting- en retributiereglementen opnieuw te laten stemmen door de gemeenteraad en bekend te maken via de website én via het papieren register. Dit om eventuele discussies uit te sluiten.
        Sinds september 2022 zijn we opnieuw gestart met de bekendmaking in het papieren register.

        De reden waarom we de gelegenheid niet aanwenden om de reglementen inhoudelijk onder de loep te nemen is omdat de inhoud van de verschillende reglementen staande blijft of – indien het nodig was – dit reeds in een gewijzigde vorm aan de raad werd voorgelegd. Met het oog op de vrijwillige samenvoeging met het lokaal bestuur Lochristi dienen al deze reglementen vergeleken te worden met deze in Lochristi in de komende periode (2023-2024) voor harmonisering.

        Regelgeving

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 41, 14°;

        Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen;

        De wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen en latere wijzigingen;

        Het Ministerieel Besluit van 15 maart 2013 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar en de kaarten en verblijfsdocumenten, afgeleverd aan vreemde onderdanen, met wijziging door Ministerieel besluit van 11 september 2017;

        De omzendbrief van 12 september 2017 met betrekking tot voornoemd Ministerieel besluit van 15 maart 2013, zoals gewijzigd;

        De gemeenteraadsbeslissing van 19 december 2019 betreffende de belasting op de afgifte administratieve stukken 2020-2025.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
        Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1 De gemeenteraad heft de beslissing van 19 december 2019 betreffende de belasting op afgifte administratieve stukken 2020-2025 op met ingang van 1 januari 2023.

        Artikel 2 De gemeenteraad stelt de belasting op afgifte administratieve stukken 2023-2025 vast als volgt:

        Artikel 1 Voor een termijn beginnend op 01.01.2023 en eindigend op 31.12.2025 wordt ten behoeve van de gemeente onder de navolgende voorwaarden een belasting geheven op de afgifte van getuigschriften en andere stukken. De belasting valt ten laste  van degene, natuurlijke personen of rechtspersonen, aan wie deze stukken door de gemeente op verzoek of ambtshalve worden uitgereikt.

        Artikel 2 Het bedrag van de belasting wordt als volgt bepaald:

        De tarieven voor de gewone afgifte van elektronische identiteitskaarten (EID), biometrische kaarten en kids-ID:

        -Elektronische identiteitskaarten : € 20,00

        -Biometrische kaarten : € 25,00

        -Kids-Id : € 8,00

        - Spoedprocedure (D+1) - levering in de gemeente : € 150,00.

        - Spoedprocedure (D+1) – gecentraliseerde levering in Brussel (niet mogelijk voor verblijftitels van vreemdelingen) : € 150,00.

        - Verlaagd tarief voor een 2e kind onder de twaalf jaar, gelijktijdig aangevraagd voor kinderen van éénzelfde gezin die op hetzelfde adres zijn ingeschreven : € 60,00

        -Bij verlies van de pincode wordt steeds € 5,00 aangerekend.

        - Op de afgifte van reispassen: Nieuwe reispas: gemeentelijke taks bedraagt € 10,00

        - Afgifte van een elektronisch rijbewijs, een voorlopig elektronisch rijbewijs en een internationaal rijbewijs: € 25,00

        - attesten van immatriculatie voor vreemdelingen: € 5,00

        - Op de afgifte van trouwboekjes: € 20,00 – huwelijksceremonie : € 30,00, € 70,00 extra voor de huwelijksceremonie wordt aangerekend als het huwelijk doorgaat op een vrijdagnamiddag of op een zaterdag;

        - Aanvragen tot stedenbouwkundige en/of verkavelingsinlichtingen : € 30,00 per kadastraal perceel;

        - Uittreksel uit het plannenregister: € 30,00 per perceel;

        - Uittreksel uit het vergunningenregister: € 30,00 per perceel;

        Artikel 3 Zijn van de belasting vrijgesteld:

        a)       De stukken die krachtens een wet, een decreet, een koninklijk besluit, een besluit van de Vlaamse regering of een andere overheidsverordening kosteloos door het gemeentebestuur dienen te worden afgegeven en dienstig zijn voor het openbaar nut;

        b)       De stukken die als dusdanig reeds het voorwerp zijn van de heffing van een belasting of retributie ten behoeve van de gemeente krachtens een wet, decreet of verordening;

        c)       Geldigheidsverklaring van aanvraagformulieren voor reductiekaarten voor grote gezinnen;

        d)       Alle stukken die vereist zijn voor eenieder die verklaart dat voormelde stukken dienen te worden voorgelegd om een tewerkstelling te bekomen, te kunnen solliciteren of aan examens of proeven deel te nemen met het oog op een eventuele aanwerving;

        e)       Identiteitsstukken (geboortepasjes) voor kinderen jonger dan 12 jaar;

        f)        Getuigschriften voor het bekomen van een sociaal telefoontarief bij telecomoperatoren of- leveranciers.

        Artikel 4  Ingeval het gevraagde document niet onmiddellijk kan worden afgeleverd is de belasting verschuldigd bij de aanvraag, tegen afgifte van een betalingsbewijs

        Artikel 5 De contantbelasting wordt geïnd tegen afgifte van een betalingsbewijs. Als de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting een kohierbelasting.

        Artikel 6 De belastingplichtige kan bezwaar tegen de aanslag indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Dorp 61, 9185 Wachtebeke. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift.
        De procedure verloopt in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

        Artikel 7 Het voorgaande belastingreglement d.d. 19 december 2019 op afgifte administratieve stukken 2020-2025 blijft van toepassing voor de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór 1 januari 2023, maar wordt opgeheven voor de belastbare feiten die zich voordoen vanaf 1 januari 2023.

        Artikel 8 Onderhavig reglement treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 3 De belasting op afgifte administratieve stukken 2023-2025 treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 4 Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de financieel directeur en de toezichthoudende overheid.

      • Retributie op het gebruik van het openbaar domein in het kader van ambulante handel 2023-2025. Ter Vaststelling.

        Onderwerp en motivering

        In het najaar 2019 werden verschillende belasting- en retributiereglementen gestemd. Enkele van deze reglementen werden doorheen de jaren reeds aangepast of pas later ingevoerd. Denken we bijvoorbeeld aan het GAS-reglement (later ingevoerd) of het retributiereglement op de begraafplaatsen (aangepast).

        Eén van deze financiële reglementen is het belastingreglement op niet-geadresseerd drukwerk en gelijkgestelde producten. Eén van de bedrijven die door dit reglement is gehouden tot het betalen van een belasting heeft een rechtszaak aangespannen tegen de gemeente Wachtebeke en heel wat andere gemeenten met een soortgelijk reglement.

        Naar aanleiding van deze rechtszaak is gebleken dat een vormvereiste in de bekendmaking voor discussie vatbaar is. Alle reglementen worden gepubliceerd op de gemeentelijke website onder reglementen maar ook onder de pagina ‘bekendmakingen’. Deze digitale bekendmaking, die Wachtebeke sinds de invoering van het notuleringspakket hanteert blijkt nog enigszins ter discussie te staan. Er zijn al enkele rechtszaken waar de rechter heeft geoordeeld dat het voorleggen van de digitale logs gelijk staat aan het inschrijven van de bekendmaking in een analoog, papieren register. Dit is evenwel nog geen vaste rechtspraak.
        De advocaat die onze belangen behartigt in dit dossier heeft ons aangeraden om – in afwachting dat dit vaste rechtspraak wordt – onze belasting- en retributiereglementen opnieuw te laten stemmen door de gemeenteraad en bekend te maken via de website én via het papieren register. Dit om eventuele discussies uit te sluiten.
        Sinds september 2022 zijn we opnieuw gestart met de bekendmaking in het papieren register.

        De reden waarom we de gelegenheid niet aanwenden om de reglementen inhoudelijk onder de loep te nemen is omdat de inhoud van de verschillende reglementen staande blijft of – indien het nodig was – dit reeds in een gewijzigde vorm aan de raad werd voorgelegd. Met het oog op de vrijwillige samenvoeging met het lokaal bestuur Lochristi dienen al deze reglementen vergeleken te worden met deze in Lochristi in de komende periode (2023-2024) voor harmonisering.

        Regelgeving

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017; 41, 14°;

        Het decreet van 24 februari 2017 tot wijziging van artikel 8 en 10 van de wet van 25 juni 1993 betreffende uitoefening en organisatie van ambulante en kermisactiviteiten;

        Het decreet van 4 maart 2016 tot wijziging van artikel 10  en 17 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten;

        De wet van 25 juni 1993 betreffende uitoefening en organisatie van ambulante en kermisactiviteiten;

        Het Besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017 houdende de wijziging van diverse bepalingen van het Koninklijk Besluit van 24 september 2006 betreffende uitoefening en organisatie van ambulante activiteiten;

        Het Koninklijk Besluit van 24 september 2006 betreffende uitoefening en organisatie van ambulante activiteiten;

        De gemeenteraadsbeslissing van 23 december 2021 betreffende de aanpassing van het retributiereglement ambulante handel.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
        Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1 De gemeenteraad heft het retributiereglement ambulante handel 2022-2025 op met ingang van 1 januari 2023.

        Artikel 2 De gemeenteraad stelt het retributiereglement op het gebruik van het openbaar domein in het kader van ambulante handel 2023-2025 vast als volgt:

        Artikel 1

        Er wordt vanaf 1 januari 2023 een retributie gevestigd op het gebruik van het openbaar domein ter gelegenheid van de wekelijkse markt en andere vormen van ambulante handel buiten het marktgebeuren, behalve de jaarmarkten.

        Artikel 2

        De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die een toelating heeft bekomen conform het gemeentelijk reglement betreffende de organisatie van ambulante activiteiten op het openbaar domein.

        Artikel 3

        §1 De retributie wordt per marktdag (kalenderdag) als volgt vastgesteld:

        - Standplaats met kraam (overdekt/onoverdekt met max. diepte van 4 m):

        1,00 euro per strekkende meter met een minimum van 3,00 euro.

        - Standplaats met als kraam ingericht voertuig:

        1,00 euro per strekkende meter met een minimum van 3,00 euro.

        De delen van een strekkende meter worden als een volle strekkende meter aangerekend.

        Afname van elektriciteit, geleverd door het gemeentebestuur kost monofasig 3.5 euro per marktdag en driefasig 6.5 euro per marktdag.

        De houders van een vaste standplaats van wie het abonnement niet werd opgeschort, opgezegd of overgedragen zijn hun retributie verschuldigd per georganiseerde marktdag, ook al zijn ze niet aanwezig.

        §2 De inname van een standplaats buiten het wekelijkse marktgebeuren kost op openbaar domein 40 euro per dag (eventueel gebruik van elektriciteit inbegrepen), behalve voor jaarmarkten waar geen standgeld wordt aangerekend.

        Levering van stroom door de gemeente buiten het marktgebeuren is niet gegarandeerd en afhankelijk van wat technisch mogelijk is.

        §3 Voor rondreizende ambulante handel bedraagt het retributietarief 200 euro / per kalenderjaar.

        Artikel 4

        §1 Aan de retributieplichtige met vaste standplaats op de markt (abonnement), standplaats buiten de markt of rondtrekkend wordt een verzoek tot betaling verzonden. Het verschuldigde bedrag wordt betaald binnen dertig dagen vanaf verzending van de factuur.

        De retributieplichtige is gehouden om alle voor de factuur noodzakelijke gegevens te verstrekken.

        §2 Losse standplaatsen moeten vanaf het ogenblik van de inname van het openbaar domein de dag zelf betaald worden, tegen afgifte van een betalingsbewijs.

        Artikel 5

        De retributie is niet verschuldigd door de uitbaters van kermisattracties, die vallen onder het retributiereglement met betrekking tot kermisactiviteiten op de openbare kermissen.

        Artikel 6

        De invordering van de retributie zal desgevallend gebeuren bij dwangbevel voor de niet-betwiste niet-fiscale ontvangsten, zoals geregeld in Artikel 177 van het decreet lokaal bestuur, en overeenkomstig de wetsbepalingen betreffende de burgerlijke rechtsprocedure voor de betwiste niet-fiscale ontvangsten.

                Artikel 7

        Het voorgaande retributiereglement ambulante handel 2022-2025 blijft van toepassing voor de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór 1 januari 2023, maar wordt opgeheven voor de belastbare feiten die zich voordoen vanaf 1 januari 2023.

        Artikel 8

        Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2023.

        Artikel 3 Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 4 Een afschrift van dit reglement wordt bezorgd aan de ambtenaar lokale economie, de marktleider en de financieel directeur.

      • Belasting op tweede verblijven 2023-2025. Ter vaststelling.

        Onderwerp en motivering

        In het najaar 2019 werden verschillende belasting- en retributiereglementen gestemd. Enkele van deze reglementen werden doorheen de jaren reeds aangepast of pas later ingevoerd. Denken we bijvoorbeeld aan het GAS-reglement (later ingevoerd) of het retributiereglement op de begraafplaatsen (aangepast).

        Eén van deze financiële reglementen is het belastingreglement op niet-geadresseerd drukwerk en gelijkgestelde producten. Eén van de bedrijven die door dit reglement is gehouden tot het betalen van een belasting heeft een rechtszaak aangespannen tegen de gemeente Wachtebeke en heel wat andere gemeenten met een soortgelijk reglement.

        Naar aanleiding van deze rechtszaak is gebleken dat een vormvereiste in de bekendmaking voor discussie vatbaar is. Alle reglementen worden gepubliceerd op de gemeentelijke website onder reglementen maar ook onder de pagina ‘bekendmakingen’. Deze digitale bekendmaking, die Wachtebeke sinds de invoering van het notuleringspakket hanteert blijkt nog enigszins ter discussie te staan. Er zijn al enkele rechtszaken waar de rechter heeft geoordeeld dat het voorleggen van de digitale logs gelijk staat aan het inschrijven van de bekendmaking in een analoog, papieren register. Dit is evenwel nog geen vaste rechtspraak.
        De advocaat die onze belangen behartigt in dit dossier heeft ons aangeraden om – in afwachting dat dit vaste rechtspraak wordt – onze belasting- en retributiereglementen opnieuw te laten stemmen door de gemeenteraad en bekend te maken via de website én via het papieren register. Dit om eventuele discussies uit te sluiten.
        Sinds september 2022 zijn we opnieuw gestart met de bekendmaking in het papieren register.

        De reden waarom we de gelegenheid niet aanwenden om de reglementen inhoudelijk onder de loep te nemen is omdat de inhoud van de verschillende reglementen staande blijft of – indien het nodig was – dit reeds in een gewijzigde vorm aan de raad werd voorgelegd. Met het oog op de vrijwillige samenvoeging met het lokaal bestuur Lochristi dienen al deze reglementen vergeleken te worden met deze in Lochristi in de komende periode (2023-2024) voor harmonisering.

        Regelgeving

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41, 14°;

        Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;

        De gemeenteraadsbeslissing van 19 december 2019 betreffende de belasting op de tweede verblijven.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
        Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1 De gemeenteraad heft het belastingreglement tweede verblijven 2020-2025 van 19 december 2019 op met ingang van 1 januari 2023.

        Artikel 2 De gemeenteraad stelt het belastingreglement tweede verblijven 2023-2025 vast als volgt:

        Artikel 1 Voor een termijn beginnend op 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op de tweede verblijven.

        Artikel 2 Als tweede verblijf wordt beschouwd: elke private woongelegenheid die voor de eigenaar of huurder ervan niet tot hoofdverblijf dient maar waar op elk ogenblik verbleven kan worden en waarvoor er geen inschrijving is in het bevolkingsregister. Het kan hierbij gaan om landhuizen, bungalows, appartementen, weekendhuisjes en alle andere vaste woongelegenheden, daarbij inbegrepen de met chalets gelijkgestelde caravans, ongeacht of de constructie in goede staat verkeert. De inschrijving in de kadastrale legger is van geen belang voor de vaststelling van de belastbare materie.

        Vallen niet onder de toepassing van deze belasting:

        1. De lokalen welke uitsluitend bestemd zijn voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit, dit conform de afgeleverde omgevingsvergunning.
          Het louter vestigen van een maatschappelijke zetel van een rechtspersoon of het houden van een jaarvergadering van een maatschap/THV of feitelijke vereniging op zich houdt geen vrijstelling in van de belasting op tweede verblijven.
        2. De woningen waarop de belasting op de leegstaande woningen van toepassing is.
        3. De tenten, verplaatsbare caravans en mobilhomes, kampeerauto’s, tenzij zij minstens zes maanden opgesteld blijven om als woongelegenheid te kunnen dienen.

        Artikel 3 De belasting bedraagt € 1.000,00 per tweede verblijf, waar een huisnummer is aan toegekend en dat een kadastraal inkomen heeft van tenminste 250 euro.
        De belasting bedraagt € 500,00 per tweede verblijf, voor deze waar een huisnummer is aan toegekend en dat een kadastraal inkomen heeft van minder dan € 250, per tweede verblijf, en voor deze waar een weekendverblijfsnummer (W-nummer) werd aan toegekend.
        Voor de tweede verblijven die opgesteld staan op een reglementair erkend stacaravanterrein of kampeerverblijfpark bedraagt de belasting € 400,00 per tweede verblijf.

        Artikel 4 De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde (met name de volle eigenaar, vruchtgebruiker, opstalhouder of erfpachter) van het tweede verblijf op 1 januari van het belastingjaar. Zijn belastingplicht geldt ook wanneer het tweede verblijf verhuurd wordt of wanneer het tijdelijk niet gebruikt wordt.

        In geval een tweede verblijf in onverdeelde eigendom is, is elke onverdeelde eigenaar hoofdelijk aansprakelijk tot betaling van de volledige belasting op het tweede verblijf.

        Artikel 5 De eigendomsoverdracht in de loop van het belastingjaar geeft geen aanleiding tot vermindering van de voor dat jaar verschuldigde belasting. In geval van eigendomsoverdracht in de loop van het belastingjaar is de nieuwe eigenaar de belasting verschuldigd te rekenen van 1 januari volgend op de datum van eigendomsoverdracht. De verwijdering of afbraak van het belastbaar goed in de loop van het belastingjaar geeft geen aanleiding tot vermindering van deze belasting.

        Artikel 6 De belastingplichtige ontvangt jaarlijks vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend moet worden teruggestuurd vóór de erin vermelde vervaldatum.
        De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden zelf een aangifteformulier aan te vragen bij de gemeente en tegen uiterlijk op 31 maart van het aanslagjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.

        Artikel 7 Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 7 vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte kan de belasting ambtshalve ingekohierd worden volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
        Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
        De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van de  voormelde kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

        Artikel 8 De overeenkomstig artikel 7 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd :  

        -      Met 10 % voor een eerste overtreding van niet-aangifte of onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte,

        -      Met 20 % voor de tweede overtreding van niet-aangifte of onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte,

        -      Met 30 % voor de derde overtreding van niet-aangifte of onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte en

        -      Met 50 % vanaf de vierde overtreding van niet-aangifte of onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte

        Artikel 9 De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

        Artikel 10 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

        Artikel 11 De belastingplichtige kan bezwaar tegen de aanslag indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Dorp 61, 9185 Wachtebeke. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift.
        De procedure verloopt in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

        Artikel 12 Het voorgaande belastingreglement tweede verblijven 2020-2025 van 19 december 2019 blijft van toepassing voor de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór 1 januari 2023, maar wordt opgeheven voor de belastbare feiten die zich voordoen vanaf 1 januari 2023.

        Artikel 13 Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2023.

        Artikel 3 Het belastingreglement tweede verblijven 2023-2025 treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 4 Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de financieel directeur en toezichthoudende overheid.   

      • Belasting op niet optimaal afkoppelen hemelwater 2023-2025. Ter vaststelling.

        Onderwerp en motivering

        In het najaar 2019 werden verschillende belasting- en retributiereglementen gestemd. Enkele van deze reglementen werden doorheen de jaren reeds aangepast of pas later ingevoerd. Denken we bijvoorbeeld aan het GAS-reglement (later ingevoerd) of het retributiereglement op de begraafplaatsen (aangepast).

        Eén van deze financiële reglementen is het belastingreglement op niet-geadresseerd drukwerk en gelijkgestelde producten. Eén van de bedrijven die door dit reglement is gehouden tot het betalen van een belasting heeft een rechtszaak aangespannen tegen de gemeente Wachtebeke en heel wat andere gemeenten met een soortgelijk reglement.

        Naar aanleiding van deze rechtszaak is gebleken dat een vormvereiste in de bekendmaking voor discussie vatbaar is. Alle reglementen worden gepubliceerd op de gemeentelijke website onder reglementen maar ook onder de pagina ‘bekendmakingen’. Deze digitale bekendmaking, die Wachtebeke sinds de invoering van het notuleringspakket hanteert blijkt nog enigszins ter discussie te staan. Er zijn al enkele rechtszaken waar de rechter heeft geoordeeld dat het voorleggen van de digitale logs gelijk staat aan het inschrijven van de bekendmaking in een analoog, papieren register. Dit is evenwel nog geen vaste rechtspraak.
        De advocaat die onze belangen behartigt in dit dossier heeft ons aangeraden om – in afwachting dat dit vaste rechtspraak wordt – onze belasting- en retributiereglementen opnieuw te laten stemmen door de gemeenteraad en bekend te maken via de website én via het papieren register. Dit om eventuele discussies uit te sluiten.
        Sinds september 2022 zijn we opnieuw gestart met de bekendmaking in het papieren register.

        De reden waarom we de gelegenheid niet aanwenden om de reglementen inhoudelijk onder de loep te nemen is omdat de inhoud van de verschillende reglementen staande blijft of – indien het nodig was – dit reeds in een gewijzigde vorm aan de raad werd voorgelegd. Met het oog op de vrijwillige samenvoeging met het lokaal bestuur Lochristi dienen al deze reglementen vergeleken te worden met deze in Lochristi in de komende periode (2023-2024) voor harmonisering.

        Regelgeving

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 41, 14°;

        Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen;

        Het Vlaams decreet van 24 december 2004 met het oog op het behalen van de Europese Doelstellingen voor de kaderrichtlijn water;

        Het Vlaams Decreet betreffende integraal waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013;

        De wet van 26 maart 1971 inzake de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging;

        Het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;

        Het Besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen;

        Het besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2006 houdende vaststelling van de regels met betrekking tot de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsplicht en de vaststelling van de zoneringsplannen;

        Het Ministerieel besluit van 9 juni 2008 betreffende de vaststelling van het zoneringsplan van de gemeente;

        Het gemeenteraadsbesluit van 30 juni 2009 waarbij de gemeente voor haar volledige grondgebied toetreedt als vennoot van de RioP waterdienst van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening;

        De Vlaremwetgeving houdende een verplichting van een volledige scheiding tussen afvalwater en hemelwater voor woningen op het ogenblik dat een gescheiden riolering wordt (her)aangelegd;

        Het advies van de Milieuadviesraad van 4 december 2013;

        De gemeenteraadsbeslissing van 19 december 2019 betreffende de belasting op het niet optimaal afkoppelen van hemelwater 2020-2025.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
        Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1 De gemeenteraad heft het belastingreglement van 19 december 2019 op het niet optimaal afkoppelen van hemelwater 2020-2025 op.

        Artikel 2 De gemeenteraad stelt het belastingreglement van 19 december 2019 op het niet optimaal afkoppelen van hemelwater 2023-2025 vast als volgt:

        Artikel 1

        In dit reglement worden volgende definities gehanteerd:

        • Afvalwater: water waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen met uitzondering van niet verontreinigd hemelwater.
        • Hemelwater: verzamelnaam voor regen, sneeuw en hagel, met inbegrip van dooiwater.
        • Gescheiden riolering: een dubbel stelsel van leidingen of openluchtgreppels waarvan het ene stelsel bestemd is voor het opvangen en transporteren van afvalwater en het andere stelsel bestemd voor hemelwater.
        • DWA: DroogWeerAfvoer = leiding uitsluitend voor afvalwater zonder hemelwater. De DWA-leiding is een onderdeel van het gescheiden rioleringsstelsel dat dient voor het opvangen en transporteren van huishoudelijk afvalwater
        • RWA: RegenWaterAfvoer = leiding uitsluitend voor hemelwater.
        • 2 DWA-stelsel: leiding gedimensioneerd om twee keer het verwachte afvalwaterdebiet per dag af te voeren (2 x omdat het afvalwater niet gelijkmatig verdeeld wordt in de praktijk. Er is niet in capaciteit voorzien voor bijkomend regenwater.
        • Afkoppelen: hemelwater en afvalwater scheiden via een gescheiden riolering of afzonderlijke leidingen.
        • Optimaal afkoppelen: Voor open en halfopen bebouwing houdt dit in dat alle dakoppervlakken dienen afgekoppeld te worden. Bij gesloten bebouwing houdt dit in dat het dakoppervlak welke afvoert via een afvoer aan de voorzijde van het gebouw dient te worden afgekoppeld.
        • Afkoppelingsadviseur: een door de gemeente of RioPact aangeduide adviseur die:
          • Technisch advies geeft aan de particulier voor het optimaal afkoppelen van hemelwater
          • Controle doet van de afkoppelingswerken
          • De afgekoppelde oppervlakte op het particulier domein inventariseert
        • Afkoppelingsproject:
          • In het centraal gebied: betreft de aanleg van een gescheiden stelsel, oa. 2 DWA stelsel in de openbare weg.
          • In het collectief geoptimaliseerd buitengebied: betreft de aanleg van een DWA.

        Artikel 2

        Voor een termijn ingaand vanaf 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd voor:

        1. Het niet optimaal afkoppelen van hemelwater op privéterrein van bestaande gebouwen in door de gemeente vastgestelde afkoppelingsprojecten.

        2. Het niet optimaal afkoppelen van hemelwater op privéterrein, zoals opgelegd in de stedenbouwkundige vergunning en/of aangeduid op het goedgekeurde plan horende bij de vergunning.

        Artikel 3

        In het in artikel 2.1. bedoelde geval is de belasting verschuldigd door wie op 1 januari van het aanslagjaar  eigenaar, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker is van het belastbaar onroerend goed, waarvan bij uitvoering van de rioleringswerken, het hemelwater van bestaande gebouwen bij afkoppelingsprojecten niet optimaal wordt afgekoppeld.
        In het  artikel 2.2. bedoelde geval is de belasting verschuldigd door wie op 1 januari van het aanslagjaar  eigenaar, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker is van het belastbaar onroerend goed, waarvan  bij ingebruikneming van de uitgevoerde werken goedgekeurd bij stedenbouwkundige vergunning, niet de nodige maatregelen worden  getroffen om het hemelwater op privéterrein optimaal af te koppelen volgens de stedenbouwkundige vergunning en/of volgens het goedgekeurde plan dat hoort bij de stedenbouwkundige vergunning. Bij overdracht van de zakelijke rechten van het gebouw zal de eigenaar, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker in de notariële akte laten vermelden dat de verschuldigde belasting verschuldigd wordt door de nieuwe eigenaar, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker.

        Artikel 4

        Het belastbaar feit ontstaat wanneer op het moment van de voorlopige oplevering van de uitgevoerde afkoppelingsprojecten of bij ingebruikneming van de uitgevoerde werken, door de afkoppelingsadviseur vastgesteld wordt dat de afkoppeling op privé-terrein door de eigenaar niet optimaal is uitgevoerd.
        De belasting wordt vastgesteld met een forfaitair bedrag van € 1.000,00 per jaar.
        De belasting is voor het eerst verschuldigd op 1 januari van het aanslagjaar dat volgt op de datum van de vaststelling van niet conformiteit door de afkoppelingsadviseur.
        De belasting is onverdeeld verschuldigd op 1 januari van het aanslagjaar tot en met het aanslagjaar waarin vastgesteld wordt door de afkoppelingsadviseur dat aan de optimale afkoppelingsplicht van hemelwater voldaan is.

        Artikel 5

        De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

        Artikel 6

        De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

        Artikel 7

        De belastingplichtige die meent ten onrechte of te hoog belast te zijn, kan bezwaar tegen de aanslag indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Dorp 61, 9185 Wachtebeke. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd.
        De procedure verloopt in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

        Artikel 8

        Het voorgaande belastingreglement van 19 december 2019 op het niet optimaal afkoppelen van hemelwater 2020-2025 blijft van toepassing voor de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór 1 januari 2023, maar wordt opgeheven voor de belastbare feiten die zich voordoen vanaf 1 januari 2023.

        Artikel 9

        Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2023.

        Artikel 3 Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 4 Een afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de toezichthoudende overheid, de technische dienst en de financieel directeur.

      • Belasting op vervoer personen met politievoertuig lokale politie 2023-2025. Ter vaststelling.

        Onderwerp en motivering

        In het najaar 2019 werden verschillende belasting- en retributiereglementen gestemd. Enkele van deze reglementen werden doorheen de jaren reeds aangepast of pas later ingevoerd. Denken we bijvoorbeeld aan het GAS-reglement (later ingevoerd) of het retributiereglement op de begraafplaatsen (aangepast).

        Eén van deze financiële reglementen is het belastingreglement op niet-geadresseerd drukwerk en gelijkgestelde producten. Eén van de bedrijven die door dit reglement is gehouden tot het betalen van een belasting heeft een rechtszaak aangespannen tegen de gemeente Wachtebeke en heel wat andere gemeenten met een soortgelijk reglement.

        Naar aanleiding van deze rechtszaak is gebleken dat een vormvereiste in de bekendmaking voor discussie vatbaar is. Alle reglementen worden gepubliceerd op de gemeentelijke website onder reglementen maar ook onder de pagina ‘bekendmakingen’. Deze digitale bekendmaking, die Wachtebeke sinds de invoering van het notuleringspakket hanteert blijkt nog enigszins ter discussie te staan. Er zijn al enkele rechtszaken waar de rechter heeft geoordeeld dat het voorleggen van de digitale logs gelijk staat aan het inschrijven van de bekendmaking in een analoog, papieren register. Dit is evenwel nog geen vaste rechtspraak.
        De advocaat die onze belangen behartigt in dit dossier heeft ons aangeraden om – in afwachting dat dit vaste rechtspraak wordt – onze belasting- en retributiereglementen opnieuw te laten stemmen door de gemeenteraad en bekend te maken via de website én via het papieren register. Dit om eventuele discussies uit te sluiten.
        Sinds september 2022 zijn we opnieuw gestart met de bekendmaking in het papieren register.

        De reden waarom we de gelegenheid niet aanwenden om de reglementen inhoudelijk onder de loep te nemen is omdat de inhoud van de verschillende reglementen staande blijft of – indien het nodig was – dit reeds in een gewijzigde vorm aan de raad werd voorgelegd. Met het oog op de vrijwillige samenvoeging met het lokaal bestuur Lochristi dienen al deze reglementen vergeleken te worden met deze in Lochristi in de komende periode (2023-2024) voor harmonisering.

        Regelgeving

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 41, 14°;

        Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; 

        De wet van 5 augustus 1992 op het Politieambt;

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen;

        De Besluitwet van 14 november 1939 betreffende de beteugeling van de dronkenschap en latere wijzigingen;

        Het Koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken;

        De gemeenteraadsbeslissing van 19 december 2019 betreffende de belasting op vervoer met politievoertuig lokale politie.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
        Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1 De gemeenteraad heft het belastingreglement van 19 december 2019 betreffende het vervoer van personen met een politievoertuig van de lokale politie 2020-2025 op.

        Artikel 2 De gemeenteraad stelt het belastingreglement betreffende het vervoer van personen met een politievoertuig van de lokale politie 2023-2025 vast als volgt:

        Artikel 1 Voor een termijn beginnend op  1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025 wordt een belasting gevestigd op het vervoer van personen met een politievoertuig op grond van Artikel 1 par. 2 van de Besluitwet van 14 november 1939 betreffende de beteugeling van de dronkenschap, of in het kader van een bestuurlijke aanhouding op grond van Artikel 31 van de wet van 5 augustus 1992 op het Politieambt.

        Artikel 2 De belasting bedraagt € 200,00 per rit en per vervoerd persoon. Onder “rit” dient verstaan: het traject dat wordt afgelegd vanaf het uitrukken van het politievoertuig tot de eindbestemming die de politie bepaalt.
        De eindbestemming is de meest aangewezen eindbestemming naargelang het geval (politiecommissariaat, thuis, bij de meerderjarige die het ouderlijk gezag of feitelijk toezicht uitoefent, verpleeginstelling, amigo …).

        Artikel 3 De belasting is verschuldigd door de vervoerde persoon die de interventie noodzakelijk maakt of door diegene die voor hem burgerlijk verantwoordelijk is.         

        Artikel 4 De belasting wordt ingevorderd bij wege van een  kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

        Artikel 5 De belastingplichtige kan bezwaar tegen de aanslag indienen bij het college van burgemeester en schepenen, Dorp 61, 9185 Wachtebeke. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift.
        De procedure verloopt in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

        Artikel 6 Het voorgaande belastingreglement van 19 december 2019 betreffende het vervoer van personen met een politievoertuig van de lokale politie 2020-2025 blijft van toepassing voor de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór 1 januari 2023, maar wordt opgeheven voor de belastbare feiten die zich voordoen vanaf 1 januari 2023.

        Artikel 7 Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2023.

        Artikel 3 Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 4 Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de toezichthoudende overheid, de politiezone en de financieel directeur.

      • Reglement belasting op leegstand gebouwen en woningen voor aanslagjaren 2023-2025. Ter vaststelling.

        Onderwerp en motivering

        In het najaar 2019 werden verschillende belasting- en retributiereglementen gestemd. Enkele van deze reglementen werden doorheen de jaren reeds aangepast of pas later ingevoerd. Denken we bijvoorbeeld aan het GAS-reglement (later ingevoerd) of het retributiereglement op de begraafplaatsen (aangepast).

        Eén van deze financiële reglementen is het belastingreglement op niet-geadresseerd drukwerk en gelijkgestelde producten. Eén van de bedrijven die door dit reglement is gehouden tot het betalen van een belasting heeft een rechtszaak aangespannen tegen de gemeente Wachtebeke en heel wat andere gemeenten met een soortgelijk reglement.

        Naar aanleiding van deze rechtszaak is gebleken dat een vormvereiste in de bekendmaking voor discussie vatbaar is. Alle reglementen worden gepubliceerd op de gemeentelijke website onder reglementen maar ook onder de pagina ‘bekendmakingen’. Deze digitale bekendmaking, die Wachtebeke sinds de invoering van het notuleringspakket hanteert blijkt nog enigszins ter discussie te staan. Er zijn al enkele rechtszaken waar de rechter heeft geoordeeld dat het voorleggen van de digitale logs gelijk staat aan het inschrijven van de bekendmaking in een analoog, papieren register. Dit is evenwel nog geen vaste rechtspraak.
        De advocaat die onze belangen behartigt in dit dossier heeft ons aangeraden om – in afwachting dat dit vaste rechtspraak wordt – onze belasting- en retributiereglementen opnieuw te laten stemmen door de gemeenteraad en bekend te maken via de website én via het papieren register. Dit om eventuele discussies uit te sluiten.
        Sinds september 2022 zijn we opnieuw gestart met de bekendmaking in het papieren register.

        De reden waarom we de gelegenheid niet aanwenden om de reglementen inhoudelijk onder de loep te nemen is omdat de inhoud van de verschillende reglementen staande blijft of – indien het nodig was – dit reeds in een gewijzigde vorm aan de raad werd voorgelegd. Met het oog op de vrijwillige samenvoeging met het lokaal bestuur Lochristi dienen al deze reglementen vergeleken te worden met deze in Lochristi in de komende periode (2023-2024) voor harmonisering.

        Regelgeving

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art; 41, 14°;

        Het decreet van 14 oktober 2016 betreffende de wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen;

        Het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, hierna Decreet grond- en pandenbeleid genoemd;

        Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;

        Het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode;

        De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;

        Art. 18§2 van de Vlaamse Wooncode waarin de zakelijk gerechtigde zijn bevoegdheid om een pand te renoveren en te verhuren vrijwillig overgedragen heeft op een publieke instantie en dus zelf geen verantwoordelijkheid heeft in eventuele verdere leegstand;

        Het besluit van de gemeenteraad van 19 december 2019 betreffende het reglement belasting op de leegstand van gebouwen en woningen voor de aanslagjaren 2020-2025;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
        Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1 De gemeenteraad heft het reglement op de leegstand van gebouwen en woningen voor de aanslagjaren 2020-2025 op met ingang van 1 januari 2023.

        Artikel 2 De gemeenteraad stelt het reglement op de leegstand van gebouwen en woningen voor de aanslagjaren 2023-2025 vast als volgt:

        Reglement op de leegstand van gebouwen en woningen voor de aanslagjaren 2023-2025

        Deel 1: Heffen belasting op de leegstand van gebouwen en woningen

        Artikel 1 Definities

        1. administratie: de administratieve eenheid binnen de gemeente en/of de intergemeentelijke administratieve eenheid ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid die door het gemeentebestuur wordt belast met het beheer van het gemeentelijk leegstandsregister.
        2. college: college van burgemeester en schepenen van de gemeente.
        3. decreet grond- en pandenbeleid: decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid en latere wijzigingen.
        4. gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, dat niet beantwoordt aan de definitie van woning zoals bedoeld onder punt 5, en niet valt onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 en latere wijzigingen houdende de maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.
        5. woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande vermeld in artikel 2,§1, eerste lid, 31°, van de Vlaamse Wooncode.
        6. kamer: een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt, vermeld in artikel 2,§1, eerste lid, 10° bis, van de Vlaamse Wooncode.
        7. registratiedatum: de datum waarop het gebouw of de woning voor de eerste maal in het leegstandsregister wordt opgenomen.
        8. verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de registratiedatum zolang het gebouw en/of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt.
        9. leegstaand gebouw: een gebouw dat voor meer dan 50 procent van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan uitgereikte omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.
        10. Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
        11. leegstaande woning: een woning die gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie.
        12. beveiligde zending : een van de volgende betekeningswijzen: een aangetekend schrijven of een afgifte tegen ontvangstbewijs.
        13. houder van het zakelijk recht: de houder van een van de hierna vermelde zakelijke rechten met betrekking tot een gebouw en/of woning op de registratiedatum met betrekking tot het leegstandsregister:
          • de volle eigendom;
          • het recht van opstal of van erfpacht;
          • het vruchtgebruik.
        14. leegstandsregister: register van leegstaande gebouwen en woningen, zoals bedoeld in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid.

        Artikel 2 Algemene bepalingen

        §1 Er wordt voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

        Het leegstandsregister wordt opgemaakt en bijgehouden overeenkomstig het gemeentelijk reglement voor de opmaak en het beheer van een register voor leegstaande gebouwen en woningen.

        §2 De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandregister.

        Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.

        Artikel 3 Belastingplichtige

        §1 De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht betreffende het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op de verjaardag van de registratiedatum.

        Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

        §2 Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. In het geval dat er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

        §3 In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de verkrijger van het nieuwe zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister.

        De instrumenterende ambtenaar stelt de gemeentelijke administratie en/of de intergemeentelijke administratieve eenheid ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid binnen de twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan en de identiteitsgegevens van de nieuwe eigenaar.

        Artikel 4 Berekening van de belasting

        §1 De belasting bedraagt:

        - 2.000 euro voor een gebouw

        - 2.000 euro voor een woning

        - 600 euro voor een kamer

        §2 Indien een gebouw of woning meerdere jaren in het leegstandsregister staat opgenomen, dan geldt volgende formule (vanaf tweede jaar in het register):

        Te betalen belasting = belastingbedrag van het voorgaande jaar vermenigvuldigd met 1,25

        §3 Het aantal termijnen van twaalf maanden dat een gebouw of woning op het register staat wordt herberekend bij overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning.

        Artikel 5 Vrijstelling bij belasting

        §1 De zakelijk gerechtigde die gebruik wenst te maken van een vrijstelling van de belasting dient hiervoor zelf schriftelijk de nodige bewijsstukken in te dienen aan de beheerder van het leegstandsregister.

        §2 Van de leegstandsbelasting zijn vrijgesteld:

        1. De belastingplichtige eigenaar die volle eigenaar is van één enkele woning, bij uitsluiting van enige andere woning;
        2. De belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling of ziekenhuis. Het bewijs van verblijf wordt geleverd door de instelling waar de betrokkene is opgenomen. De vrijstelling geldt tot een periode van drie jaar volgend op de datum van opname in de ouderenvoorziening of de psychiatrische instelling.
        3. De belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing;
        4. De belastingplichtige die recent zakelijk gerechtigde werd van de woning of het gebouw. Deze vrijstelling is geldig gedurende twee opeenvolgende aanslagjaren na het verkrijgen van het zakelijk recht. Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten:
          1. aan vennootschappen die door de overdrager rechtstreeks of onrechtstreeks in rechte of in feite gecontroleerd worden
          2. indien de overdracht het gevolg is van een fusie, splitsing of een andere overgang en algemene titel
          3. aan bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad, tenzij in geval van overdracht bij erfopvolging of testament.

        (vrijstellingsgrond weggevallen)

        §3 Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:

        1. Gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;
        2. Geen voorwerp meer kan uitmaken van een omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;
        3. Krachtens decreet beschermd is als monument, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument;
        4. Deel uitmaakt van een krachtens decreet beschermd stads- of dorpsgezicht of landschap, of van een stads- of dorpsgezicht of landschap dat opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als stad- of dorpsgezicht of landschap;
        5. Vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;
        6. Onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt vanaf het moment van verzegeling tot een jaar na de opheffing van verzegeling;
        7. Gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen omgevingsvergunning voor herbouwen, verbouwen of uitbreiden van de woning of het gebouw, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de vergunning;
        8. Gerenoveerd wordt op basis van een goedgekeurde renovatienota met minstens volgende elementen:
          a. Een plan of schets en enkele foto’s van de bestaande toestand van het te renoveren gedeelte;
          b. Een overzicht van de niet vergunningsplichtige werken die uitgevoerd worden;
          c. Een raming van de kosten, vergezeld van offertes en/of facturen van reeds uitgevoerde werken;
          d. Een gedetailleerd tijdschema dat aangeeft wanneer de werken worden uitgevoerd.

        Deze vrijstelling is geldig voor een termijn van maximum één jaar, te rekenen vanaf de kennisgeving van de goedkeuring van de renovatienota.

             9.        Het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18, §2, van de Vlaamse Wooncode;

            10.       Het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode;

            11.        Door de Beoordelingscommissie is opgenomen om het financieringsprogramma van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen met het oog op renovatie, vervangbouw of om aangewend te worden voor de realisatie van om het even welk ander sociaal woonproject.

        §4 De totale vrijstellingstermijn voor een zakelijk gerechtigde kan nooit langer dan vier jaar bedragen, ook niet in het geval dat vrijstellingsrechten gecombineerd of geaccumuleerd worden. Deze maximumtermijn geldt niet voor vrijstellingen op basis van §3 punt 1 en 2 van dit artikel.

        §5 De vrijstelling van heffing heeft geen impact op de opname van het gebouw of de woning in het leegstandsregister; de anciënniteit van opname in het leegstandsregister blijft doorlopen tijdens de periode van vrijstelling; wat betekent dat wanneer de reden tot vrijstelling komt weg te vallen, de heffing zal berekend worden op basis van de begindatum van opname in het leegstandsregister.

        §6 Hoger vermelde vrijstellingen zijn opgedeeld in vrijstelling gebonden aan de persoon (§2) en vrijstelling gebonden aan het object (§3). Indien er meerdere houders van een zakelijk recht zijn op een woning of gebouw, geldt een objectgebonden vrijstelling voor alle houders van het zakelijk recht, zelfs al heeft niet elke zakelijk gerechtigde een vrijstellingsaanvraag ingediend. Een persoonsgebonden vrijstelling geldt enkel voor de zakelijk gerechtigde die de vrijstelling aanvraagt en voldoet aan de voorwaarden van deze persoonsgebonden vrijstelling.

        Artikel 6 Inkohiering

        §1 De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

        §2 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

        § 3 De belastingplichtige kan bezwaar tegen de aanslag indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Dorp 61, 9185 Wachtebeke. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift.                  

        De procedure verloopt in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

        Artikel 7 Overgangsbepaling

        Het voorgaande belastingreglement op de leegstand van gebouwen en woningen voor de aanslagjaren 2020-2025 blijft van toepassing voor de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór 1 januari 2023, maar wordt opgeheven voor de belastbare feiten die zich voordoen vanaf 1 januari 2023.

        Artikel 8 Inwerkingstreding

        Onderhavig reglement treedt in werking op 1 januari 2023.

         

        Deel 2: Opmaak en beheer van een register voor leegstaande gebouwen en woningen

        Hoofdstuk 1: DEFINITIES

        Artikel 1

        1. administratie: de administratieve eenheid binnen de gemeente en/of de intergemeentelijke administratieve eenheid ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid die door het gemeentebestuur wordt belast met het beheer van het gemeentelijk leegstandsregister.
        2. college: college van burgemeester en schepenen van de gemeente.
        3. decreet grond- en pandenbeleid: decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid en latere wijzigingen.
        4. gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, dat niet beantwoordt aan de definitie van woning zoals bedoeld onder punt 5, en niet valt onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 en latere wijzigingen houdende de maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.
        5. woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande vermeld in artikel 2,§1, eerste lid, 31°, van de Vlaamse Wooncode.
        6. registratiedatum: de datum waarop het gebouw en/of de woning voor de eerste maal in het leegstandsregister wordt opgenomen.
        7. verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de registratiedatum zolang het gebouw en/of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt.
        8. leegstaand gebouw: een gebouw dat voor meer dan 50 procent van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de woningen die deel uitmaken van het gebouw.

        De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan uitgereikte omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

        Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.

        Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.


           9. leegstaande woning: een woning die gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie.

           10. beveiligde zending : een van de volgende betekeningswijzen: een aangetekend schrijven of een afgifte tegen ontvangstbewijs.

           11. zakelijk gerechtigde: de houder van een van de hierna vermelde zakelijke rechten met betrekking tot een gebouw en/of woning op de registratiedatum met betrekking tot het leegstandsregister:

        • de volle eigendom;
        • het recht van opstal of van erfpacht;
        • het vruchtgebruik.

           12. leegstandsregister: register van leegstaande gebouwen en woningen, zoals bedoeld in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid.

         

        Hoofdstuk 2. OPMAAK EN ACTUALISERING VAN HET LEEGSTANDSREGISTER

        Artikel 2 Leegstandsregister

        §1 De administratie maakt een leegstandsregister op samengesteld uit een lijst leegstaande gebouwen en een lijst leegstaande woningen.

        §2 Een gebouw en/of woning die voorkomt op de lijst van verwaarloosde gebouwen en/of woningen kan eveneens worden geïnventariseerd in het leegstandsregister.

        §3 Een gebouw of woning die reeds is opgenomen op de inventaris ‘ongeschikt - onbewoonbaar’ wordt niet opgenomen in het leegstandsregister.

         

        Artikel 3 Vaststelling van de leegstand

        §1 De medewerkers van de administratie zijn bevoegd om leegstand op te sporen en in een gemotiveerde administratieve akte vast te stellen.

        §2 Het vaststellen van leegstand gebeurt op basis van een gemotiveerde administratieve akte (onder meer bestaande uit een beschrijvend verslag en een of meerdere foto’s) waarin één of meerdere van onderstaande indicaties wordt opgenomen:

        • de onmogelijkheid om het gebouw te betreden, bijvoorbeeld door een geblokkeerde toegang;
        • verzegelde toegang(en) tot de woning of het gebouw;
        • dichtgemaakte of gesupprimeerde raamopeningen (dichtgeplakt, dicht geschilderd);
        • het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister;
        • het ontbreken van een aangifte als tweede verblijfplaats;
        • het langdurig aanbieden als “te huur” of “te koop”;
        • langdurig neergelaten rolluiken;
        • het ontbreken van aansluitingen voor nutsvoorzieningen of het vermoeden van een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de woonfunctie of het normale gebruik van het gebouw kan worden uitgesloten;
        • de aanvraag om vermindering van onroerende voorheffing naar aanleiding van een leegstand of onproductiviteit;
        • de aanvraag tot vermindering van het kadastraal inkomen op grond van artikel 15 van het Wetboek van Inkomstenbelasting;
        • winddichtheid van de woning is niet gewaarborgd (belangrijke glasbreuk, buitenschrijnwerk kan niet meer gesloten worden,…);
        • onafgewerkte ruwbouw;
        • uitpuilende of dichtgeplakte brievenbus;
        • woning is helemaal/gedeeltelijk niet bemeubeld;
        • ernstige inpandige vernielingen: woning deels vernield of gesloopt;
        • getuigenverklaringen: omwonende(n), postbode, wijkagent…;

        §3 Een ander gebruik van een gebouw dan volgens de functie zoals omschreven in art. 1, 8° en een ander gebruik van een woning dan volgens de functie zoals omschreven in art. 1, 9°, wordt niet aanvaard.

        §4 Een nieuwe woning of gebouw waarvan de niet vervallen stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg nog geen 7 jaar is verleend, wordt niet opgenomen in het register.

        §5 De door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van leegstaande gebouwen en woningen belaste medewerkers van de administratie bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

        Artikel 4 Registratiedatum

        De opname in het leegstandsregister gebeurt vanaf datum van de administratieve akte van de leegstand.

        Artikel 5 Kennisgeving van de leegstand

        De zakelijk gerechtigden worden per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het leegstandsregister. Het schrijven geeft desgevallend aan welke vrijstellingen van de heffing worden vermeld.

        Artikel 6 Betwistingen inzake opname leegstandsregister

        §1 Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van betekening van schrijven, vermeld in artikel 5, kan een zakelijk gerechtigde(n) bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het leegstandregister. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. Elk inkomend beroepsschrift wordt geregistreerd in het leegstandsregister en een ontvangstmelding naar de indiener(s) van het beroepsschrift verstuurd.

        §2 De zakelijk gerechtigde die de registratie wenst te betwisten, dient hiervoor zelf alle nodige bewijsstukken voor te leggen aan het college. Deze bewijsstukken dienen minimaal volgende gegevens te bevatten:

        -        de identiteit en adres van de indiener,

        -        de aanwijzing van de administratieve akte van leegstand en van het gebouw of de woning waarop het bezwaarschrift betrekking heeft,

        -        één of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de vereisten van dit reglement.

        §3 Het beroepsschrift is alleen onontvankelijk in één van volgende gevallen:

        -        het beroepsschrift is te laat ingediend;

        -        is niet ingediend overeenkomstig de bepalingen vermeld in §2;

        -        het beroepschrift gaat niet uit van een zakelijk gerechtigde zoals bedoeld in artikel 1, punt 11;

        §4 Als de beroepsinstantie vaststelt dat het beroepsschrift onontvankelijk is, deelt ze dat aan de indiener mee met de vermelding dat de procedure als afgehandeld beschouwd wordt.

        §5 De al dan niet aanvaarding van een beroep kan worden voorafgegaan door een controle van de administratie ter plaatse met het oog op een feitenonderzoek. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

        §6 Het college doet uitspraak over het bezwaarschrift en betekent zijn beslissing aan de indiener binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend. Bij ontstentenis van kennisgeving wordt het beroep geacht te zijn aanvaard.

        §7 Als het college het beroep gegrond acht, of nalaat om binnen de termijn, vermeld in §6, kennis te geven van zijn beslissing, kunnen de eerder gedane vaststellingen geen aanleiding geven tot een beslissing tot opname in het leegstandsregister.

        §8 Indien de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, wordt het gebouw of de woning in het leegstandsregister opgenomen vanaf datum van de administratieve akte van de leegstand.

        Artikel 7 Schrapping uit het leegstandsregister

        §1 Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie – vermeld in art. 1, punt 8 - wordt gebruikt gedurende een termijn van ten minste 6 opeenvolgende maanden. Desgevallend zal de beheerder van het leegstandsregister het gebouw schrappen, na het verstrijken van het effectieve gebruik van het gebouw gedurende een periode van 6 opeenvolgende maanden, met als ingangsdatum van de schrapping de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie, vermeld in art. 1, punt 8.

        §2 Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat deze woning gedurende een termijn van ten minste 6 opeenvolgende maanden aangewend wordt in overeenstemming met de functie vermeld in art. 1, punt 9. Desgevallend zal de beheerder van het leegstandsregister de woning schrappen, na het verstrijken van het effectieve gebruik van de woning gedurende een periode van 6 opeenvolgende maanden, met als ingangsdatum van de schrapping de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie vermeld in art. 1, punt 9.

        §3 Een woning en/of gebouw, waarvoor een bestemmingswijziging werd aangevraagd en vergund, wordt geschrapt uit het leegstandsregister op datum van de opmaak van het verslag ter controle van de bestemmingswijziging, dat de wijziging bevestigt, op voorwaarde dat het gebruik in overeenstemming is met de nieuwe functie. De bestemmingswijziging moet door de belastingplichtige gemeld worden aan de administratie en gestaafd worden met een kopie van de stedenbouwkundige vergunning tot bestemmingswijziging.

        §4.Het schrappen van de woning en/ of gebouw kan enkel op uitdrukkelijk en schriftelijk verzoek via beveiligde zending van één of meer zakelijk gerechtigden.

        §5 De al dan niet inwilliging van een verzoek tot schrapping kan worden voorafgegaan door een controle van de administratie ter plaatse met het oog op een feitenonderzoek. Het verzoek tot schrapping wordt niet ingewilligd als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

        §6 De beheerder van het leegstandsregister onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping binnen een termijn van twee maanden na de ontvangst van het verzoek. De beheerder van het leegstandsregister brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing bij beveiligde zending.

        Artikel 8 Betwistingen inzake beslissingen tot weigering van schrapping

        §1 Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van betekening van schrijven, vermeld in artikel 7 §6, kan een zakelijk gerechtigde(n) bij het college van burgemeester van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot weigering van schrapping van een gebouw of woning uit het leegstandsregister. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. Elk inkomend beroepsschrift wordt geregistreerd in het leegstandsregister en een ontvangstmelding naar de indiener(s) van het beroepsschrift verstuurd.

        §2 De houder van het zakelijk recht die de weigering van schrapping wenst te betwisten, dient hiervoor zelf alle nodige bewijsstukken voor te leggen aan het college. Deze bewijsstukken dienen minimaal volgende gegevens te bevatten:

        -        de identiteit en adres van de indiener,

        -        de aanwijzing van de administratieve akte van leegstand en van het gebouw of de woning waarop het bezwaarschrift betrekking heeft,

        -        één of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de vereisten van dit reglement.

        §3 Het beroepsschrift is alleen onontvankelijk in één van volgende gevallen:

        -        het beroepsschrift is te laat ingediend;

        -        is niet ingediend overeenkomstig de bepalingen vermeld in §2;

        -        het beroepschrift gaat niet uit van een zakelijk gerechtigde zoals bedoeld in artikel 1, punt 11;

        §4 Als de beroepsinstantie vaststelt dat het beroepsschrift onontvankelijk is, deelt ze dat aan de indiener mee met de vermelding dat de procedure als afgehandeld beschouwd wordt.

        §5 De al dan niet aanvaarding van een beroep kan worden voorafgegaan door een controle van de administratie ter plaatse met het oog op een feitenonderzoek. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

        §6 Het college doet uitspraak over het bezwaarschrift en betekent zijn beslissing aan de indiener binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend. Bij ontstentenis van kennisgeving wordt het beroep geacht te zijn aanvaard.

        §7 Als het college het beroep gegrond acht, of nalaat om binnen de termijn, vermeld in §6, kennis te geven van zijn beslissing, kunnen de eerder gedane vaststellingen geen aanleiding geven tot een beslissing tot weigering van schrapping uit het leegstandsregister.

        §8 Indien de beslissing tot weigering van schrapping uit het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, blijft het gebouw of de woning in het leegstandsregister opgenomen vanaf datum van de administratieve akte van de leegstand.

        Artikel 3 Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 4 Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan de toezichthoudende overheid, Veneco (Panhuisstraat 1, 9070 Destelbergen), de verantwoordelijke voor het woonbeleid en de financieel directeur.

      • Kohierbelasting op inzamelen en verwerken huishoudelijke afvalstoffen en daarmee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen 2023-2025. Ter vaststelling.

        Onderwerp en motivering

        In haar zitting van 21 april 2022 keurt de gemeenteraad de kohierbelasting op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen en daarmee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen 2022-2025 goed.

        In dit belastingreglement wordt gesteld dat de tarieven voor diftar zullen worden geïndexeerd.

        Vanuit IDM komt de vraag aan de gemeenten om zoveel mogelijk uniform te werken. Momenteel is er slechts 1 gemeente die indexatie van de tarieven toepast (Zelzate).
        Lochristi past dit ook niet toe. Gezien de vraag van IDM en de toekomstige fusie met Lochristi is het aangewezen om dit reglement te uniformiseren met dit van Lochristi en geen indexatie toe te passen.

        Regelgeving

        Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, inzonderheid artikel 26, en latere wijzigingen;

        Het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA);

        Het besluit van de Vlaamse regering van 16 september 2016 tot vaststelling van het uitvoeringsplan voor het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval;

        Het besluit van de gemeenteraad van 26 februari 2015 betreffende de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst voor een gezamenlijk gebruik van het recyclagepark in eigendom van de gemeente Zelzate;

        Het besluit van de gemeenteraad van 21 april 2022 betreffende de goedkeuring van de kohierbelasting op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen en daarmee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen 2022-2025.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
        Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1 De gemeenteraad gaat akkoord om geen indexatie toe te passen op de bedragen voor huisvuil en GFT per aangeboden gewicht en schrapt in de kohierbelasting op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen en daarmee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen 2022-2025 in artikel 4 de zin 'De bedragen voor huisvuil en GFT per aangeboden gewicht worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd op basis van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het basisindexcijfer is dat van de maand december 2019. Het nieuwe indexcijfer is dat van de maand december voorafgaand aan het jaar waarin het nieuwe tarief zal worden toegepast. Het nieuwe tarief wordt afgerond op 2 cijfers na de komma'.

        Artikel 2 De gemeenteraad heft het besluit van de gemeenteraad van 21 april 2022 betreffende de goedkeuring van de kohierbelasting op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen en daarmee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen 2022-2025 met ingang van 1 januari 2023 op.

        Artikel 3 De gemeenteraad stelt de kohierbelasting op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen en daarmee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen vast als volgt:

        Artikel 1 Er wordt voor een periode vanaf 1 januari 2023 tot en met 31 december 2025 een belasting geheven op de inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en daarmee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen.

        Artikel 2 De belasting is verschuldigd door ieder gezin en door elke onderneming, natuurlijke of rechtspersoon, met inbegrip van, elke instelling, elk vrij beroep, elke vereniging, e.d. welke gebruik maakt van:

        - de op het grondgebied van de gemeente Wachtebeke door IDM ter beschikking gestelde afvalcontainers;

        - de ophaling op afroep van grofvuil;

        - het recyclagepark van de gemeente Zelzate.

        Onder gezin wordt verstaan, hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft, hetzij een vereniging van twee of meer meerderjarige personen die, al dan niet door familiebanden gebonden, gewoonlijk eenzelfde woning of woongelegenheid betrekken en er samen leven.

        Artikel 3

        §1 De belasting ten laste van een gezin wordt gevestigd ten laste van een gezinsverantwoordelijke, dit wil zeggen lastens één van de gezinsleden ouder dan 18 jaar, dat in het gezin zijn eigen belangen en desgevallend die van de medegezinsleden behartigt en zich als dusdanig tegenover derden kenbaar gemaakt heeft, als dusdanig optreedt of als dusdanig gekend is.

        Elk meerderjarig lid van een gezin is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting die lastens enig lid van het gezin werd gevestigd.

        §2 De belasting ten laste van ondernemingen, natuurlijke of rechtspersoon, met inbegrip van instellingen, vrije beroepen, verenigingen, enz. wordt gevestigd ten laste van de natuurlijke of rechtspersoon die de desbetreffende activiteit op het grondgebied van de gemeente uitoefent in hoofd- of bijberoep. Hierbij wordt uitgegaan van de gegevens die terug te vinden zijn in de KBO.

        Artikel 4

        De belasting bestaat uit volgende componenten:

        A. Voor de ophalingen:

        - een forfaitair deel per lediging;

        - een deel per aangeboden gewicht.

        Het forfaitair deel per lediging en het deel per aangeboden gewicht blijft verschuldigd zolang de afmelding van de container(s), bij verhuizing, niet is gebeurd bij de intercommunale maatschappij die voor de huisvuilophaling instaat.

        a. Forfaitair deel per lediging.

        Enkel voor de grijze (restafval)containers wordt een belasting per lediging aangerekend, zijnde:

        - € 0,12 per lediging van een 40-liter-container;

        - € 0,25 per lediging van een 120-liter-container;

        - € 0,50 per lediging van een 240-liter-container;

        - € 2,50 per lediging van een 1100-liter-container.

        Voor de lediging van ondergrondse containers zonder individueel badgesysteem in appartementsblokken wordt een ledigingsprijs aangerekend van een container van 120-liter, zijnde € 0,25 per lediging en dit vermenigvuldigd met het aantal aangesloten appartementen.

        De ledigingsprijs wordt aangerekend aan de beheerder/syndicus van het betreffende appartementsblok.

        b. Deel per aangeboden gewicht.

        - huisvuil (restafval) : € 0,20 per kg;

        - GFT : € 0,12 per kg;

        - grof vuil : € 0,20 per kg.

        c. lediging en aangeboden gewicht per volume.

        Voor de lediging van ondergrondse containers volgens een schuifsysteem van zakken van 60 liter en met een individueel badgesysteem wordt een prijs per aanbieding van € 0,18 euro per ledigingskost en € 1,50 per aangeboden vuilzak aangerekend. De prijs per aangeboden vuilzak wordt geïndexeerd volgens dezelfde wijze als in artikel 4 A b.

        B. Voor de deponeringen in het recyclagepark van de gemeente Zelzate:

         

        categorie

        tarieven

        voor gezinnen ingeschreven in de bevolkingsregisters van de gemeente Wachtebeke

        voor alle andere bezoekers (andere gezinnen, vennootschappen,  verenigingen, e.d.)

        grof vuil (*)

        € 0,20/kg

        € 0,20 /kg

        niet-recycleerbaar afval (*)

        € 0,10/kg

        € 0,10/kg

        recycleerbaar afval (*)

        € 0,05/kg (**)

        € 0,05 /kg

        AEEA (*)

        € 0,00/kg

        € 0,00/kg

        KGA (*)

        € 0,00/kg

        € 0,05/kg

        Matrassen (*)

        € 0,00/kg

        € 0,00/kg

         

         

        *: als verschillende categorieën tezelfdertijd worden gedeponeerd (gezamenlijke weging), wordt het tarief van de gedeponeerde categorie dat het hoogst is, toegepast

        **: de belasting is evenwel niet verschuldigd voor de eerste 500 kg afval (recycleerbaar en/of niet-recycleerbaar, exclusief grofvuil, AEEA en KGA) per aanslagjaar en per gezin, aangevoerd tijdens de periode dat het desbetreffende gezin tijdens het desbetreffende aanslagjaar ingeschreven is in de bevolkingsregisters van de gemeente Wachtebeke.

        Artikel 5
        Iedere belastingplichtige (=aansluitpunt) krijgt naar keuze de beschikking over:

        - voor het huisvuil (restafval):

        1 of 2 (grijze) containers van 40 liter

        1 of 2 (grijze) containers van 120 liter

        1 (grijze) container van 240 liter

        Het maximum volume restafval per aansluitpunt is 240 liter.

        - voor het GFT:

        1 (groene) container van 40 liter

        1 of 2 (groene) containers van 120 liter

        ofwel 2 (groene) containers van 120 liter

        Het maximum volume GFT-afval per aansluitpunt is 240 liter.

        De gemeente, het OCMW, de politie, de BKO, het jeugdhuis ‘t Kasseiken, de scholen en de Woonzorgcentra (WZC) kunnen – zo zij dat wensen – beschikken over containers van 1100 liter.

        Artikel 6
        De belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohieren die vastgesteld en uitvoerbaar verklaard worden door het college van burgemeester en schepenen.

        Artikel 7
        Iedere belastingplichtige ontvangt zonder kosten een aanslagbiljet. De belasting dient betaald te worden binnen de 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

        Artikel 8
        De belastingplichtige kan bezwaar tegen de aanslag indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Dorp 61, 9185 Wachtebeke. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift.                 

        De procedure verloopt in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

        Artikel 9 Het voorgaande belastingreglement d.d. 21 april 2022 betreffende de goedkeuring van de kohierbelasting op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen en daarmee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen 2022-2025 blijft van toepassing voor de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór 1 januari 2023, maar wordt opgeheven voor de belastbare feiten die zich voordoen vanaf 1 januari 2023.

        Artikel 10
        Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 4 De kohierbelasting op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen en daarmee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 5 Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan de toezichthoudende overheid, IDM en de financieel directeur.

      • Retributie op gebruik nutsvoorzieningen tijdens openbare kermissen 2023-2025. Ter vaststelling.

        Onderwerp en motivering

        In het najaar 2019 werden verschillende belasting- en retributiereglementen gestemd. Enkele van deze reglementen werden doorheen de jaren reeds aangepast of pas later ingevoerd. Denken we bijvoorbeeld aan het GAS-reglement (later ingevoerd) of het retributiereglement op de begraafplaatsen (aangepast).

        Eén van deze financiële reglementen is het belastingreglement op niet-geadresseerd drukwerk en gelijkgestelde producten. Eén van de bedrijven die door dit reglement is gehouden tot het betalen van een belasting heeft een rechtszaak aangespannen tegen de gemeente Wachtebeke en heel wat andere gemeenten met een soortgelijk reglement.

        Naar aanleiding van deze rechtszaak is gebleken dat een vormvereiste in de bekendmaking voor discussie vatbaar is. Alle reglementen worden gepubliceerd op de gemeentelijke website onder reglementen maar ook onder de pagina ‘bekendmakingen’. Deze digitale bekendmaking, die Wachtebeke sinds de invoering van het notuleringspakket hanteert blijkt nog enigszins ter discussie te staan. Er zijn al enkele rechtszaken waar de rechter heeft geoordeeld dat het voorleggen van de digitale logs gelijk staat aan het inschrijven van de bekendmaking in een analoog, papieren register. Dit is evenwel nog geen vaste rechtspraak.
        De advocaat die onze belangen behartigt in dit dossier heeft ons aangeraden om – in afwachting dat dit vaste rechtspraak wordt – onze belasting- en retributiereglementen opnieuw te laten stemmen door de gemeenteraad en bekend te maken via de website én via het papieren register. Dit om eventuele discussies uit te sluiten.
        Sinds september 2022 zijn we opnieuw gestart met de bekendmaking in het papieren register.

        De reden waarom we de gelegenheid niet aanwenden om de reglementen inhoudelijk onder de loep te nemen is omdat de inhoud van de verschillende reglementen staande blijft of – indien het nodig was – dit reeds in een gewijzigde vorm aan de raad werd voorgelegd. Met het oog op de vrijwillige samenvoeging met het lokaal bestuur Lochristi dienen al deze reglementen vergeleken te worden met deze in Lochristi in de komende periode (2023-2024) voor harmonisering.

        Regelgeving

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 41, 14°;

        Decreet van 24 februari 2017 tot wijziging van artikel 8 en 10 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten;

        Decreet van 4 maart 2016 tot wijziging van artikel 10 en 17 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten;

        Wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten;

        Besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017 houdende de wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten;

        Koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten;

        De beslissing van de gemeenteraad van 19 december 2019 betreffende de retributie op het gebruik van nutsvoorzieningen tijdens openbare kermissen.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
        Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1 De gemeenteraad heft de retributie van 19 december 2019 op het gebruik van nutsvoorzieningen tijdens openbare kermissen 2020-2025 op met ingang van 1 januari 2023.

        Artikel 2 De gemeenteraad stelt de retributie op het gebruik van nutsvoorzieningen tijdens openbare kermissen 2023-2025 vast als volgt:

        Artikel 1 Er wordt vanaf 1 januari 2023 een retributie gevestigd op het gebruik van nutsvoorzieningen door de exploitanten van kermisattracties tijdens de openbare kermissen op het grondgebied van de gemeente (enkel locaties Dorp/centrum).

        Artikel 2 De retributie is verschuldigd door de exploitant van de kermisattractie die gebruik maakt van de nutsvoorzieningen zoals die worden ter beschikking gesteld door de gemeente.

        De exploitant van de kermisattractie moet minimum 6 weken op voorhand zijn aanvraag tot aansluiting overmaken aan het gemeentebestuur. Het gemeentebestuur kan in geen geval aansprakelijk gesteld worden in geval van stroomonderbreking of stroombeperking, wat ook de oorzaak ervan mag zijn.

        Artikel 3 De retributie wordt  als volgt vastgesteld voor het gebruik van elektriciteit, van water en het gebruik van de ter beschikking gestelde afvalrecipiënten worden de volgende tarieven toegepast :

        • Kermisattracties van het type lunapark en autoscooter (of gelijkwaardig in gebruik van elektriciteit en/of water) zullen een vergoeding van 250 euro per kermis  verschuldigd zijn.
        •  Andere attracties zullen een vergoeding van 100 euro per kermis dienen te betalen.

        Voor de kermissen tijdens jaarmarkt en op 21 juli worden de tarieven gehalveerd.
        Bovenstaande tarieven zijn enkel geldig voor de locatie Centrum/Dorp (zie artikel 1).

        Artikel 4 De retributie is verschuldigd door iedereen, natuurlijke en rechtspersoon, die voorafgaand aan de openbare kermis een aanvraag heeft ingediend.

        Artikel 5 De retributie moet middels de aangeboden factuur betaald worden 14 dagen voor het begin van de kermis.

        Artikel 6 De invordering van de retributie zal desgevallend gebeuren bij dwangbevel voor de niet-betwiste niet-fiscale ontvangsten, zoals geregeld in artikel 177 van het decreet lokaal bestuur, en overeenkomstig de wetsbepalingen betreffende de burgerlijke rechtsprocedure voor de betwiste niet-fiscale ontvangsten.

        Artikel 7 Het voorgaande retributiereglement van 19 december 2019 op het gebruik van nutsvoorzieningen tijdens openbare kermissen 2020-2025 blijft van toepassing voor de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór 1 januari 2023, maar wordt opgeheven voor de belastbare feiten die zich voordoen vanaf 1 januari 2023.

        Artikel 8 Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 3 Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 4 Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan de toezichthoudende overheid en de financieel directeur.

      • Retributie op aanvragen omgevingsvergunning 2023-2025. Ter vaststelling.

        Onderwerp en motivering

        In het najaar 2019 werden verschillende belasting- en retributiereglementen gestemd. Enkele van deze reglementen werden doorheen de jaren reeds aangepast of pas later ingevoerd. Denken we bijvoorbeeld aan het GAS-reglement (later ingevoerd) of het retributiereglement op de begraafplaatsen (aangepast).

        Eén van deze financiële reglementen is het belastingreglement op niet-geadresseerd drukwerk en gelijkgestelde producten. Eén van de bedrijven die door dit reglement is gehouden tot het betalen van een belasting heeft een rechtszaak aangespannen tegen de gemeente Wachtebeke en heel wat andere gemeenten met een soortgelijk reglement.

        Naar aanleiding van deze rechtszaak is gebleken dat een vormvereiste in de bekendmaking voor discussie vatbaar is. Alle reglementen worden gepubliceerd op de gemeentelijke website onder reglementen maar ook onder de pagina ‘bekendmakingen’. Deze digitale bekendmaking, die Wachtebeke sinds de invoering van het notuleringspakket hanteert blijkt nog enigszins ter discussie te staan. Er zijn al enkele rechtszaken waar de rechter heeft geoordeeld dat het voorleggen van de digitale logs gelijk staat aan het inschrijven van de bekendmaking in een analoog, papieren register. Dit is evenwel nog geen vaste rechtspraak.
        De advocaat die onze belangen behartigt in dit dossier heeft ons aangeraden om – in afwachting dat dit vaste rechtspraak wordt – onze belasting- en retributiereglementen opnieuw te laten stemmen door de gemeenteraad en bekend te maken via de website én via het papieren register. Dit om eventuele discussies uit te sluiten.
        Sinds september 2022 zijn we opnieuw gestart met de bekendmaking in het papieren register.

        De reden waarom we de gelegenheid niet aanwenden om de reglementen inhoudelijk onder de loep te nemen is omdat de inhoud van de verschillende reglementen staande blijft of – indien het nodig was – dit reeds in een gewijzigde vorm aan de raad werd voorgelegd. Met het oog op de vrijwillige samenvoeging met het lokaal bestuur Lochristi dienen al deze reglementen vergeleken te worden met deze in Lochristi in de komende periode (2023-2024) voor harmonisering.

        Regelgeving

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017,  artikel 40 en 41, 14;°

        Het decreet betreffende de omgevingsvergunning, goedgekeurd op 25 april 2014;

        Het decreet van 3 februari 2017 houdende de nadere regels tot implementatie van de omgevingsvergunning;

        Het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen;

        Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;

        De gemeenteraadsbeslissing van 21 december 2017 over de belasting op het aanvragen van een omgevingsvergunning;

        De gemeenteraadsbeslissing van 19 december 2019 over de retributie op aanvragen omgevingsvergunning.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
        Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1 De gemeenteraad heft de beslissing van 19 december 2019 betreffende de retributie op aanvragen omgevingsvergunning 2020-2025 op met ingang van 1 januari 2023.

        Artikel 2 De gemeenteraad stelt het retributiereglement op aanvragen omgevingsvergunning 2023-2025 vast als volgt:

        Artikel 1 Voor een termijn beginnend op 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025 wordt er ten behoeve van de gemeente een retributie gegeven ten laste van de personen, zowel natuurlijke als rechtspersonen, die een aanvraag indienen tot het bekomen van een omgevingsvergunning.

        Artikel 2 De retributie wordt vastgesteld :

        • op 10 EUR per aangetekende brief die dient te worden verzonden in het kader van een omgevingsvergunningsaanvraag
        • op de werkelijke kosten van publicaties in dagbladen in het kader van het eventueel verplicht houden van een openbaar onderzoek of een verplichte  publicatie in een dagblad

        Artikel 3 De retributie is verschuldigd door de persoon die de omgevingsvergunning aanvraagt.

        Artikel 4 De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de factuur.

        Artikel 5 De invordering van de retributie zal desgevallend gebeuren bij dwangbevel voor de niet-betwiste niet-fiscale ontvangsten, zoals geregeld in artikel 177 van het decreet lokaal bestuur, en overeenkomstig de wetsbepalingen  betreffende de burgerlijke rechtsprocedure voor de betwiste niet-fiscale ontvangsten.

        Artikel 6 Het voorgaande retributiereglement op aanvragen omgevingsvergunning 2020-2025 blijft van toepassing voor de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór 1 januari 2023, maar wordt opgeheven voor de belastbare feiten die zich voordoen vanaf 1 januari 2023.

        Artikel 7Onderhavig reglement treedt in voege op 01 januari 2023 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

        Artikel 3 Dit retributiereglement op aanvragen omgevingsvergunning 2023-2025 treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 4 Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de financieel directeur en de toezichthoudende overheid.

      • Retributie op weghalen sluikstort 2023-2025. Ter vaststelling.

        Onderwerp en motivering

        In het najaar 2019 werden verschillende belasting- en retributiereglementen gestemd. Enkele van deze reglementen werden doorheen de jaren reeds aangepast of pas later ingevoerd. Denken we bijvoorbeeld aan het GAS-reglement (later ingevoerd) of het retributiereglement op de begraafplaatsen (aangepast).

        Eén van deze financiële reglementen is het belastingreglement op niet-geadresseerd drukwerk en gelijkgestelde producten. Eén van de bedrijven die door dit reglement is gehouden tot het betalen van een belasting heeft een rechtszaak aangespannen tegen de gemeente Wachtebeke en heel wat andere gemeenten met een soortgelijk reglement.

        Naar aanleiding van deze rechtszaak is gebleken dat een vormvereiste in de bekendmaking voor discussie vatbaar is. Alle reglementen worden gepubliceerd op de gemeentelijke website onder reglementen maar ook onder de pagina ‘bekendmakingen’. Deze digitale bekendmaking, die Wachtebeke sinds de invoering van het notuleringspakket hanteert blijkt nog enigszins ter discussie te staan. Er zijn al enkele rechtszaken waar de rechter heeft geoordeeld dat het voorleggen van de digitale logs gelijk staat aan het inschrijven van de bekendmaking in een analoog, papieren register. Dit is evenwel nog geen vaste rechtspraak.
        De advocaat die onze belangen behartigt in dit dossier heeft ons aangeraden om – in afwachting dat dit vaste rechtspraak wordt – onze belasting- en retributiereglementen opnieuw te laten stemmen door de gemeenteraad en bekend te maken via de website én via het papieren register. Dit om eventuele discussies uit te sluiten.
        Sinds september 2022 zijn we opnieuw gestart met de bekendmaking in het papieren register.

        De reden waarom we de gelegenheid niet aanwenden om de reglementen inhoudelijk onder de loep te nemen is omdat de inhoud van de verschillende reglementen staande blijft of – indien het nodig was – dit reeds in een gewijzigde vorm aan de raad werd voorgelegd. Met het oog op de vrijwillige samenvoeging met het lokaal bestuur Lochristi dienen al deze reglementen vergeleken te worden met deze in Lochristi in de komende periode (2023-2024) voor harmonisering.

        Regelgeving

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41, 14°;

        De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit;

        De gemeenteraadsbeslissing van 19 december 2019 betreffende de retributie op weghalen sluikstort.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
        Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1 De gemeenteraad heft het retributiereglement van 19 december 2019 op weghalen sluikstort 2020-2025 op met ingang van 1 januari 2023.

        Artikel 2 De gemeenteraad stelt het retributiereglement op weghalen sluikstort 2023-2025 vast als volgt:

        Artikel 1 Vanaf  1 januari 2023 wordt, ten voordele van de gemeente, een retributie  geheven op het weghalen van afvalstoffen die gestort worden op plaatsen waar dit wettelijk of reglementair verboden is of gestort of achtergelaten op niet-reglementaire tijdstippen of in niet-reglementaire recipiënten.

        Artikel 2 De retributie is verschuldigd door diegene die de afvalstoffen gestort heeft en, zo de dader onbekend is, door de eigenaar van de afvalstoffen voor zover aangenomen en bewezen kan worden dat de eigenaar effectief schuldig of medeplichtig is.

        In geval er meerdere daders zijn, is elke dader hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de volledige retributie.

        Evenzo ingeval er meerdere eigenaars van de afvalstoffen zijn, is elke eigenaar hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de volledige retributie zo de dader onbekend is en voor zover aangenomen en bewezen kan worden dat de eigenaars effectief schuldig of medeplichtig zijn.

        Artikel 3 De retributie voor de ophaling van sluikstort wordt als volgt bepaald:

                 1) Opruimen van de achtergelaten huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen gelijkgesteld bedrijfsafval:

                 a. Loonkost werklieden: € 20,00 per half uur te rekenen vanaf ieder begonnen half uur.

                 b. lnzetten van een vrachtwagen met chauffeur (tijdens het opruimen van de achtergelaten afvalstoffen)'. € 50,00 per half uur te rekenen vanaf ieder begonnen half uur.

                 2) Voor de overslag, het verwerken en storten of verbranden: € 0,30 per kg afval

                 3) Gebruikte materialen: kostprijs van het materiaal

                 4) Kilometervergoeding: € 2 /km

        Artikel 4 De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de factuur.

        Artikel 5 De invordering van de retributie zal desgevallend gebeuren bij dwangbevel voor de niet-betwiste niet-fiscale ontvangsten, zoals geregeld in artikel 177 van het decreet lokaal bestuur, en overeenkomstig de wetsbepalingen  betreffende de burgerlijke rechtsprocedure voor de betwiste niet-fiscale ontvangsten.

        Artikel 6 Het voorgaande retributiereglement op weghalen sluikstort 2020-2025 blijft van toepassing voor de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór 1 januari 2023, maar wordt opgeheven voor de belastbare feiten die zich voordoen vanaf 1 januari 2023.

        Artikel 7 Onderhavig reglement treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 3 Het retributiereglement op weghalen sluikstort 2023-2025 treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 4 Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de toezichthoudende overheid, dienst grondgebied en de financieel directeur.

      • Belastingreglement verwaarlozing woningen en gebouwen 2023-2025. Ter vaststelling.

        Onderwerp en motivering

        In het najaar 2019 werden verschillende belasting- en retributiereglementen gestemd. Enkele van deze reglementen werden doorheen de jaren reeds aangepast of pas later ingevoerd. Denken we bijvoorbeeld aan het GAS-reglement (later ingevoerd) of het retributiereglement op de begraafplaatsen (aangepast).

        Eén van deze financiële reglementen is het belastingreglement op niet-geadresseerd drukwerk en gelijkgestelde producten. Eén van de bedrijven die door dit reglement is gehouden tot het betalen van een belasting heeft een rechtszaak aangespannen tegen de gemeente Wachtebeke en heel wat andere gemeenten met een soortgelijk reglement.

        Naar aanleiding van deze rechtszaak is gebleken dat een vormvereiste in de bekendmaking voor discussie vatbaar is. Alle reglementen worden gepubliceerd op de gemeentelijke website onder reglementen maar ook onder de pagina ‘bekendmakingen’. Deze digitale bekendmaking, die Wachtebeke sinds de invoering van het notuleringspakket hanteert blijkt nog enigszins ter discussie te staan. Er zijn al enkele rechtszaken waar de rechter heeft geoordeeld dat het voorleggen van de digitale logs gelijk staat aan het inschrijven van de bekendmaking in een analoog, papieren register. Dit is evenwel nog geen vaste rechtspraak.
        De advocaat die onze belangen behartigt in dit dossier heeft ons aangeraden om – in afwachting dat dit vaste rechtspraak wordt – onze belasting- en retributiereglementen opnieuw te laten stemmen door de gemeenteraad en bekend te maken via de website én via het papieren register. Dit om eventuele discussies uit te sluiten.
        Sinds september 2022 zijn we opnieuw gestart met de bekendmaking in het papieren register.

        De reden waarom we de gelegenheid niet aanwenden om de reglementen inhoudelijk onder de loep te nemen is omdat de inhoud van de verschillende reglementen staande blijft of – indien het nodig was – dit reeds in een gewijzigde vorm aan de raad werd voorgelegd. Met het oog op de vrijwillige samenvoeging met het lokaal bestuur Lochristi dienen al deze reglementen vergeleken te worden met deze in Lochristi in de komende periode (2023-2024) voor harmonisering.

        Regelgeving

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41, 14°;

        Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;

        Het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, in het bijzonder de artikelen 24 en 25;

        Het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;

        Het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997;

        De artikelen 42, §3, 43, §2, 15°, 186, 187 en 253, §1, 3° van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005;

        Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;

        Het besluit van de gemeenteraad van 26 september 2013 houdende het oprichten van de Interlokale Vereniging ter ondersteuning van het Lokaal Woonbeleid – goedkeuring overeenkomst met statutaire draagkracht ter oprichting van een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid beheerst door het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking;

        De gemeenteraadsbeslissing van 19 december 2019 betreffende het belastingreglement verwaarlozing woningen en gebouwen 2020-2025.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
        Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1 De gemeenteraad heft het belastingreglement van 19 december 2019 op verwaarlozing woningen en gebouwen 2020-2025 op met ingang van 1 januari 2023.

        Artikel 2 De gemeenteraad stelt het belastingreglement op verwaarlozing woningen en gebouwen 2023-2025 vast als volgt:

        Artikel 1 Begripsomschrijvingen

        In dit reglement wordt verstaan onder:

        1° administratie: de gemeentelijke administratieve eenheid;

        2° beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen

        a)   een aangetekend schrijven,

        b)   een afgifte tegen ontvangstbewijs;

        3° gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1" van het decreet van 19 april 1995 met maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;

        4°  woning: een onroerend goed, vermeld in artikel 2, §1, eerste lid, 31° van de Vlaamse Wooncode (elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande);

        5° verwaarlozingsregister: het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen, vermeld in artikel 2 van dit reglement;

        6° opnamedatum: de datum waarop het gebouw of de woning opgenomen wordt in het verwaarlozingsregister;

        7° zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

        a)   de volle eigendom,

        b)   het recht van opstal of van erfpacht,

        c)    het vruchtgebruik,

        8° verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum, zolang het gebouw of de woning niet uit het verwaarlozingsregister is geschrapt.

        Hoofdstuk 1 Registratie

        Artikel 2 Verwaarlozingsregister

        §1 De administratie houdt een register bij van verwaarloosde woningen en gebouwen

        §2 In het register worden de volgende gegevens opgenomen:

        1° het adres van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw,

        2° de kadastrale gegevens van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw,

        3° de identiteit en het adres van alle zakelijk gerechtigden,

        4° het nummer en de datum van de administratieve akte,

        5° de tekenen die aanleiding gaven tot de opname,

        6° de eventuele ligging binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan,

        7° de eventuele voorbereiding binnen de grenzen van onteigeningsplan waarbinnen het verwaarloosd gebouw of de verwaarloosde woning zich situeert.

        Artikel 3 Registratie van verwaarlozing

        §1 Het college van burgemeester en schepenen stelt de personeelsleden aan voor de opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen. De onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden worden omschreven in het artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 over de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

        §2 Een woning of een gebouw wordt als ernstig verwaarloosd beschouwd als gebreken worden vastgesteld die verder verval op korte termijn in de hand werken. Dit geldt in het bijzonder wanneer bij woningen, hoofd- en/of bijgebouw(en):

        1° de water- of winddichtheid is aangetast en/of

        2° de stabiliteit is aangetast en/of

        3°  onderdelen dreigen los te komen en/of

        4° voorgaande gebreken met voorlopige of ontoereikende maatregelen werden verholpen.

        §3 Een verwaarloosde woning of gebouw wordt opgenomen in het verwaarlozingsregister aan de hand van een genummerde administratieve akte waaraan minstens één foto wordt toegevoegd. De administratieve akte bevat een beschrijvend verslag met een opsomming van alle tekenen van verwaarlozing. De datum van de vaststelling is de datum van de administratieve akte, en geldt eveneens als opnamedatum in het verwaarlozingsregister.

        §4 Een woning die opgenomen is in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, kan eveneens opgenomen worden in het verwaarlozingsregister, en omgekeerd.

        §5 Een woning die of een gebouw dat in het gemeentelijke leegstandsregister staat, kan eveneens opgenomen worden in het verwaarlozingsregister, en omgekeerd.

        Artikel 4 Kennisgeving van de registratie

        Alle zakelijk gerechtigden, worden met een beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het verwaarlozingsregister.

        De kennisgeving bevat:

        1° de administratieve akte met het beschrijvend verslag,

        2° informatie over de gevolgen van de opname in het verwaarlozingsregister,

        3° informatie over de beroepsprocedure tegen de opname in het verwaarlozingsregister,

        4°  informatie over het schrappingsverzoek uit het verwaarlozingsregister.

        De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de zakelijk gerechtigde(n). Is de woonplaats van een zakelijk gerechtigde niet bekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan zijn verblijfplaats. Is de verblijfplaats van een zakelijk gerechtigde niet bekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan het adres van de woning of het gebouw waarop de administratieve akte betrekking heeft.

        Artikel 5 Beroep tegen registratie

        §1 Binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat de dag na de datum van de beveiligde zending vermeld in artikel 4, kan een zakelijk gerechtigde bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het verwaarlozingsregister. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. Het beroepschrift moet minimaal volgende gegevens bevatten:

        1° de identiteit en het adres van de indiener,

        2° de vermelding van het nummer van de administratieve akte en het adres van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft,

        3° de bewijsstukken die aantonen dat de opname van het gebouw of de woning in het verwaarlozingsregister ten onrechte is gebeurd. De registratie kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

        Als datum van het beroepschrift wordt de datum van de verzending van de beveiligde zending gehanteerd.

        Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

        §2 De administratie stuurt aan de indiener van een beroepschrift een ontvangstbevestiging.

        §3 Het beroepschrift is onontvankelijk als het niet is ingediend overeenkomstig de bepalingen in paragraaf 1

        §4 Als het beroepschrift onontvankelijk is, deelt het college van burgemeester en schepenen dit onverwijld mee aan de indiener. Het indienen van een aangepast of nieuw beroep is mogelijk zolang de beroepstermijn van §1 niet verstreken is.

        §5 Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met de opsporing van verwaarloosde gebouwen en woningen belaste personeelsleden.

        §6 Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat op de dag na de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

        §7 Als de beslissing tot opname in het verwaarlozingsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt, blijft het gebouw of de woning opgenomen in het verwaarlozingsregister.

        Artikel 6 Schrapping uit het verwaarlozingsregister

        §1 Een gebouw of een woning wordt geschrapt uit het verwaarlozingsregister wanneer de zakelijk gerechtigde bewijst dat alle tekenen van verwaarlozing uit het beschrijvend verslag werden hersteld of verwijderd. In geval van sloop moet alle puin zijn geruimd.

        De beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met de opsporing van verwaarloosde gebouwen en woningen belaste personeelsleden.

        §2 Voor de schrapping uit het verwaarlozingsregister richt de zakelijk gerechtigde een ondertekend en gemotiveerd verzoek aan de administratie via beveiligde zending. Dit verzoek bevat:

        1°  de identiteit en het adres van de indiener,

        2° de vermelding van het nummer van de administratieve akte en het adres van het gebouw of de woning waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft,

        3°  de bewijsstukken overeenkomstig paragraaf 1 die aantonen dat de woning of het gebouw geschrapt mag worden uit het verwaarlozingsregister.

        Als datum van het verzoek wordt de datum van de beveiligde zending gehanteerd.

        Als het verzoek ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

        De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het verwaarlozingsregister en neemt een beslissing binnen een termijn van 90 dagen na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending. Als de kennisgeving niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het verzoek tot schrapping geacht te zijn ingewilligd.

        Wordt het verzoek ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het verwaarlozingsregister. De datum van indiening van het verzoek tot schrapping geldt als datum van schrapping uit het verwaarlozingsregister.

        Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de zakelijk gerechtigde beroep aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 5.

        Hoofdstuk 2 Belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen

        Artikel 7 Belastingstermijn en belastbare grondslag

        §1 Er wordt voor de jaren 2023 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het verwaarlozingsregister.

        §2 De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden opgenomen is in het verwaarlozingsregister.

        Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit dit register, blijft de belasting verschuldigd bij het verstrijken van elke opeenvolgende periode van twaalf maanden.

        Artikel 8 Belastingplichtige

        §1 De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde van de verwaarloosde woning of het verwaarloosd gebouw op de verjaardag van de registratiedatum.

        §2 Indien er meerdere zakelijk gerechtigden zijn, zijn zij belastingplichtig elk voor hun aandeel. Elke zakelijke gerechtigde die onverdeelde eigenaar is, is hoofdelijk gehouden tot betaling van de totale belastingschuld.

        Artikel 9 Tarief van de belasting

        §1 De belasting bedraagt:

        • 1.500 euro voor een woning;
        • 1.500 euro voor een gebouw

        De belasting is ondeelbaar verschuldigd per registratiejaar.

        §2 Indien de woning meerdere jaren in het register staat opgenomen, dan geldt volgende formule (dus vanaf het tweede jaar tot en met het vierde jaar in het register; vanaf het vijfde jaar van opname in het register is steeds het maximumbedrag van de belasting verschuldigd):
        Te betalen belasting = (basisbelasting eerste heffing + 25% per bijkomend registratiejaar)

        De heffing kan nooit hoger zijn dan het bedrag geheven tijdens het vierde aanslagjaar.

        Artikel 10 Vrijstellingen

        §1 De houder van het zakelijk recht kan beroep doen op de hieronder vermelde vrijstellingen en vrijstellingen. Indien hij van een bepaalde vrijstelling gebruik wenst te maken moet hij zelf de nodige bewijsstukken voorleggen aan de administratie. Deze vrijstellingen moeten, tenzij anders vermeld, elk jaar opnieuw, per aanslagjaar, voor de datum van het verschuldigd zijn van de belasting, zoals bedoeld in artikel 7, §2, worden aangevraagd.

        §2 Van de heffing op verwaarlozing van gebouwen en/of woningen is vrijgesteld:

        1°  De belastingplichtige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, ongeacht het tijdstip in het jaar, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht. Dit bewijs moet afgeleverd worden door het voorleggen van een attest van de notaris waaruit blijkt vanaf welke datum de belastingplichtige eigenaar is geworden of door het voorleggen van een notariële akte.

        Deze vrijstelling geldt niet voor:

        a)   de overdracht aan een vennootschap die door de overdrager rechtstreeks of onrechtstreeks gecontroleerd wordt;

        b)   de overdracht die het gevolg is van een fusie, splitsing of andere overgang ten algemene titel;

        c)    de overdracht aan bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad, tenzij in geval van overdracht bij erfopvolging of testament.

        2° De belastingplichtige die aantoont dat de woning of het gebouw opgenomen blijft in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen om redenen die onafhankelijk zijn van zijn wil.

        §3 Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of woning:

        1°  Gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan, of geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld. Het bewijs wordt geleverd door een attest afgeleverd door de gemeentelijke instantie;

        2°  Vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar vanaf de datum van de vernieling of beschadiging.

        Onder een ramp wordt verstaan elke gebeurtenis die uiterlijk waarneembare schade veroorzaakt aan het gebouw of de woning, waardoor het gebruik of de bewoning van het gebouw of de woning geheel of ten dele onmogelijk wordt. Dit dient door de belastingplichtige met alle mogelijke bewijsvoeringen en verklaringen aangetoond te worden;

        §4 Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:

        1°  waarvoor de belastingplichtige een van de volgende stukken voorlegt waaruit blijkt dat hij de nodige renovatiewerken gaat uitvoeren:

        a)   een niet vervallen omgevingsvergunning;

        b)   een schriftelijke bevestiging van de volledig bevonden aanvraag voor een omgevingsvergunning, opgemaakt door de gemeentelijke omgevingsambtenaar;

        c)    een gedetailleerd renovatieschema.

        Als een belastingplichtige een gedetailleerd renovatieschema voorlegt, moet dit de volgende onderdelen bevatten:

        a)   een tekening of schets van de woning of het gebouw met aanduiding van de geplande werken;

        b)   een volledige opsomming en korte beschrijving van alle geplande werken;

        c)    een raming van de kosten van de geplande werken door middel van een van de volgende stukken:

                              i.        een offerte voor de levering en plaatsing van materialen door een aannemer;

                             ii.        een offerte voor de levering van materialen als de werken in eigen beheer worden uitgevoerd;

                           iii.        een combinatie van beide offertes;

        d)   een fotoreportage van de delen van de woning die gerenoveerd worden.

        De vrijstelling kan ten hoogste voor drie opeenvolgende aanslagjaren verleend worden, volgend op het uitvoerbaar worden van de omgevingsvergunning of het indienen van het gedetailleerde renovatieschema. Tijdens die periode moet de verwaarlozing zijn weggewerkt. Anders is de belasting alsnog verschuldigd voor de aanslagjaren waarin men van de belasting werd vrijgesteld.

        De vrijstelling wordt ongedaan gemaakt als de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning geweigerd wordt. De belastingen waarvan men werd vrijgesteld zijn in die gevallen alsnog verschuldigd.

        Deze vrijstelling kan per zakelijk gerechtigde voor hetzelfde pand maar één keer voor maximaal drie opeenvolgende jaren aangevraagd worden.

        Voor de toepassing van deze vrijstelling wordt sloop die gevolgd wordt door vervangingsbouw, gelijkgesteld met renovatiewerkzaamheden.

        2°  waarbij de belastingplichtige zakelijk gerechtigde is van meerdere woningen en/of gebouwen die hij of zij tegelijk wil slopen, verbouwen of renoveren om economische en praktische efficiëntieredenen. Deze vrijstelling kan ten hoogste voor vier opeenvolgende aanslagjaren verleend worden, voor zover de belastingplichtige een gedetailleerde planning voorlegt voor de uit te voeren sloop-, verbouwings- of renovatiewerken. Tijdens die periode moet de verwaarlozing zijn weggewerkt. Anders is de belasting alsnog verschuldigd voor de aanslagjaren waarin men van de belasting werd vrijgesteld.

        De belastingplichtige rapporteert jaarlijks over de voortgang van de voorbereidingen en de werken op het lokaal woonoverleg. Het woonoverleg formuleert een advies voor het college van burgemeester en schepenen over de vrijstelling voor het betreffende belastingjaar. Als er geen of onvoldoende voortgang blijkt om de vrijstelling binnen de vier jaar weg te werken, wordt de vrijstelling beëindigd. De belastingen waarvan men werd vrijgesteld zijn in die gevallen alsnog verschuldigd.

        Artikel 11 Inkohiering

        De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

        Artikel 12 Betalingstermijn

        De belasting moet betaald worden binnen twee maanden  na de verzending van het aanslagbiljet.

        Artikel 13 Bezwaar

        De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen Dorp 61, 9185 Wachtebeke. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.  Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd.

        Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift.

        De procedure verloopt in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

        Artikel 14 Overgangsbepaling

        Het vorige belastingreglement  van 19 december 2019 op verwaarlozing woningen en gebouwen 2020-2025 blijft van toepassing voor de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór 1 januari 2023, maar wordt opgeheven voor de belastbare feiten die zich voordoen vanaf 1 januari 2023.

        Artikel 15 Inwerkingtreding

        Dit reglement treedt in voege op 1 januari 2023.

        Artikel 3 De belasting op verwaarlozing woningen en gebouwen 2023-2025 treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 4 Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de toezichthoudende overheid, Veneco (Panhuisstraat 1, 9070 Destelbergen) en de financieel directeur.

      • Personenbelasting 2023-2025. Ter vaststelling.

        Onderwerp en motivering

        In het najaar 2019 werden verschillende belasting- en retributiereglementen gestemd. Enkele van deze reglementen werden doorheen de jaren reeds aangepast of pas later ingevoerd. Denken we bijvoorbeeld aan het GAS-reglement (later ingevoerd) of het retributiereglement op de begraafplaatsen (aangepast).

        Eén van deze financiële reglementen is het belastingreglement op niet-geadresseerd drukwerk en gelijkgestelde producten. Eén van de bedrijven die door dit reglement is gehouden tot het betalen van een belasting heeft een rechtszaak aangespannen tegen de gemeente Wachtebeke en heel wat andere gemeenten met een soortgelijk reglement.

        Naar aanleiding van deze rechtszaak is gebleken dat een vormvereiste in de bekendmaking voor discussie vatbaar is. Alle reglementen worden gepubliceerd op de gemeentelijke website onder reglementen maar ook onder de pagina ‘bekendmakingen’. Deze digitale bekendmaking, die Wachtebeke sinds de invoering van het notuleringspakket hanteert blijkt nog enigszins ter discussie te staan. Er zijn al enkele rechtszaken waar de rechter heeft geoordeeld dat het voorleggen van de digitale logs gelijk staat aan het inschrijven van de bekendmaking in een analoog, papieren register. Dit is evenwel nog geen vaste rechtspraak.
        De advocaat die onze belangen behartigt in dit dossier heeft ons aangeraden om – in afwachting dat dit vaste rechtspraak wordt – onze belasting- en retributiereglementen opnieuw te laten stemmen door de gemeenteraad en bekend te maken via de website én via het papieren register. Dit om eventuele discussies uit te sluiten.
        Sinds september 2022 zijn we opnieuw gestart met de bekendmaking in het papieren register.

        De reden waarom we de gelegenheid niet aanwenden om de reglementen inhoudelijk onder de loep te nemen is omdat de inhoud van de verschillende reglementen staande blijft of – indien het nodig was – dit reeds in een gewijzigde vorm aan de raad werd voorgelegd. Met het oog op de vrijwillige samenvoeging met het lokaal bestuur Lochristi dienen al deze reglementen vergeleken te worden met deze in Lochristi in de komende periode (2023-2024) voor harmonisering.

        Regelgeving

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41, § 14°;

        Het wetboek Inkomstenbelastingen, artikel 464-470/2;

        De gemeenteraadsbeslissing van 19 december 2019 betreffende de personenbelasting 2020-2025.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
        Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1 De gemeenteraad heft het belastingreglement van 19 december 2019 op de aanvullende personenbelasting 2020-2025 op met ingang van 1 januari 2023.

        Artikel 2 De gemeenteraad stelt het belastingreglement op de aanvullende personenbelasting 2023-2025 vast als volgt:

        Artikel 1  Voor de aanslagjaren 2023-2025 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente Wachtebeke op 1 januari van het aanslagjaar.

        Artikel 2 De belasting wordt vastgesteld op 8,5% van de volgens artikel 466 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag van de personenbelasting voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.

        Artikel 3 De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen.

        Artikel 4 De bekendmaking van dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

        Artikel 5 Deze beslissing wordt naar de toezichthoudende overheid, de FOD Financiën en de financieel directeur gezonden.

        Artikel 6 Het voorgaande belastingreglement op de aanvullende personenbelasting 2020-2025 blijft van toepassing voor de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór 1 januari 2023, maar wordt opgeheven voor de belastbare feiten die zich voordoen vanaf 1 januari 2023.

        Artikel 7 Het belastingreglement op de aanvullende personenbelasting 2023-2025 treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 3 Het reglement op de aanvullende personenbelasting 2023-2025 treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 4 Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de financieel directeur en de toezichthoudende overheid.

      • Gemeentelijke opcentiemen op onroerende voorheffing-aanslagjaren 2023-2025. Ter vaststelling.

        Onderwerp en motivering

        In het najaar 2019 werden verschillende belasting- en retributiereglementen gestemd. Enkele van deze reglementen werden doorheen de jaren reeds aangepast of pas later ingevoerd. Denken we bijvoorbeeld aan het GAS-reglement (later ingevoerd) of het retributiereglement op de begraafplaatsen (aangepast).

        Eén van deze financiële reglementen is het belastingreglement op niet-geadresseerd drukwerk en gelijkgestelde producten. Eén van de bedrijven die door dit reglement is gehouden tot het betalen van een belasting heeft een rechtszaak aangespannen tegen de gemeente Wachtebeke en heel wat andere gemeenten met een soortgelijk reglement.

        Naar aanleiding van deze rechtszaak is gebleken dat een vormvereiste in de bekendmaking voor discussie vatbaar is. Alle reglementen worden gepubliceerd op de gemeentelijke website onder reglementen maar ook onder de pagina ‘bekendmakingen’. Deze digitale bekendmaking, die Wachtebeke sinds de invoering van het notuleringspakket hanteert blijkt nog enigszins ter discussie te staan. Er zijn al enkele rechtszaken waar de rechter heeft geoordeeld dat het voorleggen van de digitale logs gelijk staat aan het inschrijven van de bekendmaking in een analoog, papieren register. Dit is evenwel nog geen vaste rechtspraak.
        De advocaat die onze belangen behartigt in dit dossier heeft ons aangeraden om – in afwachting dat dit vaste rechtspraak wordt – onze belasting- en retributiereglementen opnieuw te laten stemmen door de gemeenteraad en bekend te maken via de website én via het papieren register. Dit om eventuele discussies uit te sluiten.
        Sinds september 2022 zijn we opnieuw gestart met de bekendmaking in het papieren register.

        De reden waarom we de gelegenheid niet aanwenden om de reglementen inhoudelijk onder de loep te nemen is omdat de inhoud van de verschillende reglementen staande blijft of – indien het nodig was – dit reeds in een gewijzigde vorm aan de raad werd voorgelegd. Met het oog op de vrijwillige samenvoeging met het lokaal bestuur Lochristi dienen al deze reglementen vergeleken te worden met deze in Lochristi in de komende periode (2023-2024) voor harmonisering.

        Regelgeving

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40 en 41;

        De Grondwet, art. 170, §4;

        Het Wetboek Inkomstenbelastingen van 10 april 1992, art. 464, 1°;

        Het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit; art. 2.1.4.0.2 en art. 3.1.0.0.4;

        Het besluit van de gemeenteraad van 19 december 2019 m.b.t. de onroerende voorheffing 2020-2025

        Publieke stemming
        Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
        Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1 De gemeenteraad heft het belastingreglement van 19 december 2019 op gemeentelijke opcentiemen op onroerende voorheffing aanslagjaren 2020-2025 op met ingang van 1 januari 2023.

        Artikel 2 De gemeenteraad stelt het belastingreglement op gemeentelijke opcentiemen op onroerende voorheffing aanslagjaren 2023-2025 vast als volgt:

        Artikel 1 Voor de aanslagjaren 2023-2025 worden ten bate van de gemeente 945 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing.

        Artikel 2 De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.

        Artikel 3 De bekendmaking van dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

        Artikel 4 Deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid, de Vlaamse belastingdienst en de financieel directeur toegezonden.

        Artikel 5 Het voorgaande belastingreglement d.d. 19 december 2019 inzake de gemeentelijke opcentiemen op onroerende voorheffing aanslagjaren 2020-2025 blijft van toepassing voor de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór 1 januari 2023, maar wordt opgeheven voor de belastbare feiten die zich voordoen vanaf 1 januari 2023.

        Artikel 6 Het belastingreglement op gemeentelijke opcentiemen op onroerende voorheffing aanslagjaren 2023-2025 treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 3 De belasting op gemeentelijke opcentiemen op onroerende voorheffing aanslagjaren 2023-2025 treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 4 Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de financieel directeur en de toezichthoudende overheid.

      • Retributiereglement op begraafplaatsen 2023-2025. Ter vaststelling.

        Onderwerp en motivering

        In het najaar 2019 werden verschillende belasting- en retributiereglementen gestemd. Enkele van deze reglementen werden doorheen de jaren reeds aangepast of pas later ingevoerd. Denken we bijvoorbeeld aan het GAS-reglement (later ingevoerd) of het retributiereglement op de begraafplaatsen (aangepast).

        Eén van deze financiële reglementen is het belastingreglement op niet-geadresseerd drukwerk en gelijkgestelde producten. Eén van de bedrijven die door dit reglement is gehouden tot het betalen van een belasting heeft een rechtszaak aangespannen tegen de gemeente Wachtebeke en heel wat andere gemeenten met een soortgelijk reglement.

        Naar aanleiding van deze rechtszaak is gebleken dat een vormvereiste in de bekendmaking voor discussie vatbaar is. Alle reglementen worden gepubliceerd op de gemeentelijke website onder reglementen maar ook onder de pagina ‘bekendmakingen’. Deze digitale bekendmaking, die Wachtebeke sinds de invoering van het notuleringspakket hanteert blijkt nog enigszins ter discussie te staan. Er zijn al enkele rechtszaken waar de rechter heeft geoordeeld dat het voorleggen van de digitale logs gelijk staat aan het inschrijven van de bekendmaking in een analoog, papieren register. Dit is evenwel nog geen vaste rechtspraak.
        De advocaat die onze belangen behartigt in dit dossier heeft ons aangeraden om – in afwachting dat dit vaste rechtspraak wordt – onze belasting- en retributiereglementen opnieuw te laten stemmen door de gemeenteraad en bekend te maken via de website én via het papieren register. Dit om eventuele discussies uit te sluiten.
        Sinds september 2022 zijn we opnieuw gestart met de bekendmaking in het papieren register.

        De reden waarom we de gelegenheid niet aanwenden om de reglementen inhoudelijk onder de loep te nemen is omdat de inhoud van de verschillende reglementen staande blijft of – indien het nodig was – dit reeds in een gewijzigde vorm aan de raad werd voorgelegd. Met het oog op de vrijwillige samenvoeging met het lokaal bestuur Lochristi dienen al deze reglementen vergeleken te worden met deze in Lochristi in de komende periode (2023-2024) voor harmonisering.

        Regelgeving

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 2 en art. 40, § 3;

        De Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen;

        Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, invordering en geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;

        Gemeenteraadsbeslissing van 23 december 2021 betreffende de het retributiereglement op de begraafplaatsen.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
        Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1 De gemeenteraad heft het retributiereglement op de begraafplaatsen op met ingang van 1 januari 2023.

        Artikel 2 De gemeenteraad stelt het retributiereglement op de begraafplaatsen 2023-2025 vast als volgt:

        Artikel 1 – asverstrooiing en natuurbegraving
        Bij asverstrooiing en natuurbegraving wordt een eenmalige kost aangerekend voor het bevestigen van een naamplaatje op de herdenkingszuil.

        Artikel 2 – grafkelder of urnenkelder
        Bij de eerste begraving van een stoffelijk overschot in een graf- of urnenkelder wordt een eenmalige kost aangerekend volgens de tarieven in dit reglement.

        Artikel 3 – niet-concessie
        § 1 Een niet-concessie wordt afgesloten voor 10 jaar. Deze termijn valt samen met de wettelijke grafrust.
        § 2 Een niet-concessie is kosteloos.
        § 3 Een niet-concessie is niet mogelijk voor een urnenkelder of grafkelder.
        § 4 Bij het verstrijken van de termijn kan een niet-concessie omgezet worden in een betalende concessie volgens de tarieven in dit reglement. De omzetting van een niet-concessie naar een (betalende) concessie kan gepaard gaan met bijkomende kosten voor ontgraving en herbegraving. Deze kosten zijn ten laste van de nabestaanden die de concessie hernieuwen.

        Artikel 4 – concessie
        § 1 Een concessie is mogelijk voor een periode van 15, 30 en 50 jaar.
        § 2 Een concessie is betalend.

        Artikel 5 – hernieuwing concessie
        Na het verstrijken van de termijn kunnen nabestaanden de (niet-)concessie verlengen of hernieuwen volgens de tarieven in dit reglement.

        Artikel 6 – bijzetting
        Bij een bijzetting van een urne of een kist wordt er een eenmalige kost volgens de tarieven in dit reglement.

        Artikel 7 – ontgraving en verplaatsing
        § 1
        Bij het ontgraven van stoffelijke overschotten wordt een eenmalige kost aangerekend volgens de tarieven in dit reglement.
        § 2 Deze kost is niet verschuldigd voor opgravingen en verplaatsingen:
        - die door de gerechtelijke overheid worden bevolen
        - die gebeuren omwille van de verandering van de bestemming van de begraafplaats of het columbarium
        - van oorlogsslachtoffers gestorven in dienst van het vaderland.

        Artikel 8 – kinderen
        Voor kinderen tot en met 12 jaar wordt bij het berekenen van het verschuldigde tarief voor de betalende concessies een mindering toegepast van 50%.
        Deze mindering is bijgevolg niet van toepassing voor de kosten die worden aangerekend voor naamplaten, een eerste begraving in een graf- of urnenkelder en een ontgraving en verplaatsing.

        Artikel 9 – niet-inwoners
        Voor niet-inwoners wordt een toeslag van 50% aangerekend op de gangbare tarieven in dit reglement.

        Artikel 10 – betaling
        De concessievergoeding dient vooraf betaald te worden bij aanvraag van de concessie.
        Bij vroegtijdige beëindiging van de concessie zal de concessievergoeding noch geheel, noch gedeeltelijk worden terugbetaald.

        Artikel 11 – tarieven

         

         

         

             

         

        Artikel 12 – inwerkingtreding
        Dit reglement wordt van kracht vanaf 1 januari 2023. Voor alle begravingen, aangegane concessies en hernieuwingen die dienen te gebeuren vanaf 2023 gelden de tarieven volgens dit reglement.

        Artikel 13 – overgangsbepaling
        Voor die concessies waarvan de hernieuwing moest plaatsvinden vóór 1 januari 2022 maar waarvoor nog niet de nodige kennisgevingen gebeurden overeenkomstig het huishoudelijk reglement van de begraafplaatsen, blijft eenmalig het retributiereglement van 28 juni 2021 van toepassing.

        Het retributiereglement op begraafplaatsen, zoals vastgesteld in de gemeenteraad van 23 december 2021 blijft van toepassing voor de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vanaf 1 januari 2022 en vóór 1 januari 2023, maar wordt opgeheven voor de belastbare feiten die zich voordoen vanaf 1 januari 2023.

        Artikel 14 – handhaving
        Invordering van de retributie zal bij niet-betaling desgevallend gebeuren bij dwangbevel overeenkomstig de geldende regels hiervoor bepaald.

        Artikel 3 Het retributiereglement op de begraafplaatsen 2023-2025 treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 4 Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de financieel directeur en de toezichthoudende overheid.

      • Belasting op verspreiding niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten 2023-2025. Ter vaststelling.

        Onderwerp en motivering

        In haar zitting van 19 december 2019 heeft de gemeenteraad de belasting op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten 2020-2025 goedgekeurd.

        De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van rendabele belastingen.

        Op de openbare wegen komt regelmatig papier van niet-geadresseerd drukwerk terecht, evenals gelijkgestelde producten.

        Niet-geadresseerde drukwerken worden in brievenbussen achtergelaten, zonder dat de bestemmeling hierom heeft verzocht en belanden, zoals gelijkgestelde producten, vaak vrijwel onmiddellijk bij het afval.

        De verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten leidt tot milieuvervuiling, een verhoging van papierafval en tot bijkomende kosten voor de gemeente bij de papierophaling en/of verwerking ervan.

        Het beginsel dat ‘de vervuiler betaalt’ betekent dat de kosten voor maatregelen ter voorkoming, vermindering en bestrijding van verontreiniging en voor het herstellen van schade voor rekening zijn van de vervuiler.

        In het licht van de bovenvermelde doelstellingen, is het redelijk en objectief gerechtvaardigd om een vrijstelling in te voeren voor de drukwerken van door de gemeente erkende socio-culturele-, jeugd- en sportverenigingen, onderwijsinstellingen en politieke organisaties, aangezien deze instellingen niet stelselmatig drukwerken verspreiden en deze drukwerken meestal van geringe omvang zijn. De door deze instellingen uitgegeven drukwerken houden bovendien ook veelal een noodzakelijk en rechtstreeks verband met hun socio-culturele of sportief-recreatieve aard of onderwijsfunctie, of vervullen een informatiebehoefte, of dragen bij tot een actieve deelname aan de democratie, zodat zij een bepaalde taak van gemeentelijke of algemeen belang dan wel van openbaar nut vervullen.

        In het licht van bovenvermelde doelstellingen is het tevens redelijk en objectief gerechtvaardigd, om een (in de tijd beperkte) vrijstelling te voorzien voor de lokale handelaars van de gemeente die geconfronteerd worden met een sterk verminderde toegankelijkheid (en zichtbaarheid) van hun handelszaak ten gevolge van openbare werken.

        In het licht van de bovenvermelde doelstellingen, is het tenslotte ook redelijk en objectief gerechtvaardigd om een vrijstelling in te voeren voor drukwerken waarvan de papieroppervlakte kleiner is dan of gelijk aan 645 cm² (A4 = 623,7 cm²), aangezien de financiële en ecologische impact veel minder zwaar weegt dan de verspreiding van grotere en/of omvangrijkere drukwerken.

        Eén van de bedrijven die door dit reglement is gehouden tot het betalen van een belasting heeft een rechtszaak aangespannen tegen de gemeente Wachtebeke en heel wat andere gemeenten met een soortgelijk reglement.

        Naar aanleiding van deze rechtszaak is gebleken dat een vormvereiste in de bekendmaking voor discussie vatbaar is. Alle reglementen worden gepubliceerd op de gemeentelijke website onder reglementen maar ook onder de pagina ‘bekendmakingen’. Deze digitale bekendmaking, die Wachtebeke sinds de invoering van het notuleringspakket hanteert, blijkt nog enigszins ter discussie te staan. Er zijn al enkele rechtszaken waar de rechter heeft geoordeeld dat het voorleggen van de digitale logs gelijk staat aan het inschrijven van de bekendmaking in een analoog, papieren register. Dit is evenwel nog geen vaste rechtspraak.

        De advocaat die onze belangen behartigt in dit dossier heeft de gemeente aangeraden om – in afwachting dat dit vaste rechtspraak wordt – onze belasting- en retributiereglementen opnieuw te laten stemmen door de gemeenteraad en bekend te maken via de website én via het papieren register. Dit om eventuele discussies uit te sluiten.

        Sinds september 2022 werd opnieuw gestart met de bekendmaking in het papieren register.

        Regelgeving

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40 en 41, 14°;

        Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen;

        Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;

        Het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREM);

        De gemeenteraadsbeslissing van 19 december 2019 over de belasting op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
        Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1 De gemeenteraad heft het reglement van 19 december 2019 over de belasting op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten 2020-2025 op met ingang van 1 januari 2023.

        Artikel 2 De gemeenteraad stelt de belasting op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten 2023-2025, vast als volgt:

        Belasting op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten 2023-2025.

        Art. 1: Er wordt voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025, ten behoeve van de gemeente, een gemeentebelasting gevestigd op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten, ongeacht of ze in brievenbussen worden gedeponeerd of op de openbare weg worden verspreid.

        Art. 2: Definities

        Onder drukwerk wordt verstaan, bedrukt papier of karton (o.a. folders,brochures, kranten, catalogi, flyers, edm. (niet-limitatieve opsomming)).

        Onder gelijkgestelde producten wordt onder meer verstaan: alle stalen en reclamedragers van gelijk welke aard tot gebruik, verbruik of aankoop van diensten, producten of transacties. Deze opsomming is niet limitatief.

        Onder verspreiding wordt verstaan het systematisch achterlaten van het drukwerk zonder adressering in de brievenbussen van woningen, zonder dat de bestemmeling hiervoor enig initiatief heeft betoond of het verspreiden op de openbare weg. 

        Collectieve adresaanduiding per straat of gedeeltelijke adresvermelding wordt niet beschouwd als zijnde geadresseerd.

        Het aantal brievenbussen dat de gemeente telt, zal jaarlijks worden vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen op basis van de gegevens van bpost.

        Art.3: De belasting is verschuldigd op het ogenblik van de verspreiding van het drukwerk of een daarmee gelijkgesteld product. 

        Art.4: De belasting is verschuldigd door de uitgever of de verspreider of, indien die niet gekend zijn, door diegene onder wiens handelsnaam, logo of embleem het drukwerk of de daarmee gelijkgestelde producten worden verspreid. 

        De fysieke of rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het drukwerk of gelijkgestelde producten worden verspreid zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting. Indien een drukwerk of gelijkgesteld product betrekking heeft op meerdere fysieke of rechtspersonen onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het drukwerk of gelijkgestelde producten worden verspreid, is elk van deze fysieke of rechtspersonen hoofdelijk aansprakelijk tot betaling van de belasting in zijn geheel.

        Art. 5: De belastingtarieven van toepassing:

        - De belasting wordt vastgesteld op € 1,20 per 100 exemplaren, evenwel met een minimale aanslag van € 50,00 vermeerderd met € 1,20 per begonnen honderdtal voor het drukwerk tot maximum 1 A3 blad.

        - De belasting wordt vastgesteld op € 3,00 per 100 exemplaren, evenwel met een minimale aanslag van € 50,00 vermeerderd met € 3,00 per begonnen honderdtal voor al het overige drukwerk en de gelijkgestelde producten.

        Bij gebrek aan een tijdige aangifte, of ingeval van onjuistheid, onvolledige of onnauwkeurige aangifte wordt de belasting forfaitair geheven volgens navolgend bussenaantal: 3.500 bussen.

        Art. 6: Er is een vrijstelling van belasting in de volgende gevallen:

        §1. Door de gemeente erkende socio-culturele-, jeugd- en sportverenigingen, onderwijsinstellingen gevestigd op het grondgebied van de gemeente, en politieke organisaties, die drukwerken waarover sprake in artikel 1 verspreiden, worden vrijgesteld van deze belasting.

        §2. Bedeling van drukwerk dat verspreid wordt door handelaars die geconfronteerd worden met openbare werken voor hun handelszaak waardoor geen doorgaand verkeer mogelijk is, wordt ook vrijgesteld. De vrijstelling is beperkt tot de duur van de hinder. De vrijstelling moet aangevraagd worden ten laatste 7 kalenderdagen vóór de verspreiding van het drukwerk bij het college van burgemeester en schepenen van Wachtebeke.

        §3. Wanneer de papieroppervlakte kleiner is dan of gelijk aan 645 cm² (A4=623,7 cm²).

        Art. 7: De belastingplichtige is gehouden minstens 48 uren vooraf aan elke verspreiding van de onder artikel 2 bedoelde drukwerken of gelijkgestelde producten, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen op basis van een aangifteformulier. De belastingplichtige kan hiervoor het door de gemeente ter beschikking gestelde aangifteformulier gebruiken. De aangifte dient alle inlichtingen te bevatten, nodig voor het vestigen van de aanslag. Voor de periodieke verspreiding mag de aangifte bij voorbaat gedaan worden voor een periode van hoogstens 3 maanden.

        Art. 8: Bij gebrek aan een aangifte binnen de voormelde aangiftetermijn of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte kan  de belastingplichtige van ambtswege worden belast volgens het het bussenaantal zoals omschreven in artikel 5, laatste lid, onverminderd recht van bezwaar en beroep.

        Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

        Art. 9: De overeenkomstig artikel 8 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd:   

        -      Met 20 % voor een eerste overtreding van niet-aangifte, laattijdige aangifte of onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte,

        -      Met 30 % voor de tweede overtreding van niet-aangifte, laattijdige aangifte of onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte,

        -      Met 40 % voor de derde overtreding van niet-aangifte, laattijdige aangifte of onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte en

        -      Met 50 % vanaf de vierde of volgende overtreding van niet-aangifte, laattijdige aangifte of onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte

        Art 10:         De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier, dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het college van burgemeester en schepenen. Het bedrag van de belasting mag ingekohierd worden vanaf de dag van de verspreiding.

        De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslabiljet

        Art. 11:        De belastingplichtige die meent ten onrechte of te hoog belast te zijn, kan bezwaar tegen de aanslag indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Dorp 61, 9185 Wachtebeke. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn, gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of diens vertegenwoordiger. Het moet overhandigd of per post verzonden worden. De bezwaartermijn bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.  Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift.

        De procedure verloopt in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

        Art. 12: Het voorgaande belastingreglement d.d. 19 december 2019 inzake de belasting op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten 2020-2025 blijft van toepassing voor de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór 1 januari 2023, maar wordt opgeheven voor de belastbare feiten die zich voordoen vanaf 1 januari 2023.

        Art. 13: Onderhavig reglement treedt in werking op 01 januari 2023. 

        Artikel 3 De belasting op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten 2023-2025 treedt in werking op 1 januari 2023.

        Artikel 4 Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de toezichthoudende overheid en de financieel directeur.

      • Overdracht van een perceel gelegen te Papdijk naar openbaar domein. Ontwerpakte kosteloze afstand. Ter goedkeuring.

        Onderwerp en motivering

        In haar zitting van 27 oktober 2022 beslist de gemeenteraad tot goedkeuring van de kosteloze overdracht van een perceel grond, gelegen te Wachtebeke, Papdijk, ten kadaster gekend als S1e C250z3 met een oppervlakte van honderd en twaalf komma vijftien vierkante meter (112,15 m²).

        De eigenaars van een perceel grond gelegen te Papdijk 25A wensen dit over te dragen aan de gemeente.

        Eigenaars volgens de kadastrale legger zijn:

        -    ½ VE Decraecker Hilaire

        -    ½ VE Van Hoecke Ghisleen

        Aard: Weg

        Belastbare oppervlakte: 112m²

        (ter info: de belastbare oppervlakte geeft een indicatie van de oppervlakte van het perceel maar kan afwijken van de werkelijke oppervlakte na opmeting).
         
        Ruimtelijke bestemming van de grond: agrarisch gebied.

        De weg heeft al jaren een openbaar karakter en wordt door de gemeente beheerd en onderhouden. Dit maakt dat het ondertussen kan worden beschouwd als een gemeenteweg ook al is de eigendom van de grond nog steeds privatief.
         
        Om aan deze verwarrende situatie (polderbelasting, openbaar karakter op privaat domein,… ) een einde te maken wordt het perceel grond officieel overgedragen aan het gemeentebestuur. De gemeente neemt hiervoor de kosten van opmeting en andere kosten voor de opmaak en registratie van de akte voor haar rekening in ruil voor een gratis grondafstand.

        Beide eigenaars van het perceel, Hilaire Decraecker en Ghislain Van Hoecke, hebben zich akkoord verklaard met dit voorstel.

         

         

         

        De kosteloze overdracht geschiedt om reden van openbaar nut, namelijk opname van het perceel grond en de infrastructuur in het openbaar domein van de gemeente Wachtebeke om te behoren tot de publieke ruimte.

        Notarissen-Noord, Dorp 38 te 9185 Wachtebeke, is aangesteld om de notariële akte op te stellen en te verlijden.

        Zij bezorgen de gemeente Wachtebeke de ontwerpakte.

        Regelgeving

        Het decreet lokaal bestuur van  22 december 2022.

        Het besluit van de gemeenteraad van 27 oktober 2022 over de goedkeuring van de overdracht van een perceel gelegen te Papdijk naar openbaar domein.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
        Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1 De gemeenteraad keurt de ontwerpakte, opgesteld door Notarissen-Noord, Dorp 38 te 9185 Wachtebeke, betreffende de kosteloze afstand 'Van Hoecke - Migom - Decraecker - Wyngaerd /gemeente Wachtebeke' van een weg met aanhorigheden gelegen te Wachtebeke, Papdijk, gekend volgens laatst overgeschreven titel # en volgens huidig kadaster sectie C, nummer 250Z3 P0000, met een oppervlakte volgens huidig kadaster van honderd en twaalf vierkante meter (112 m²) goed.  

        Artikel 2 De desbetreffende grondafstandsakte zal namens de gemeente ondertekend worden door de burgemeester en de algemeen directeur.

        Artikel 3 Alle kosten zijn ten laste van de gemeente Wachtebeke.

        Artikel 4 Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan Notarissen-Noord, de eigenaars, Dienst Omgeving en de financieel directeur.

      • Verkoop grond gelegen te Reepkens en vestiging erfdienstbaarheid voor aanleg waterzuiveringsinfrastructuur. Ter goedkeuring.

        Onderwerp en motivering

        In het centrum van Wachtebeke liggen nog veel gemengde rioleringsstelsels. In zo’n gemengd stelsel worden afvalwater en regenwater samen afgevoerd. Als het veel en lang regent, dan komt er te veel water in de riolen. Het overtollige water loopt dan door een overstort de Langelede in. Zo komt ook vuil water in de natuur terecht.

        Daarnaast hebben bewoners in de Burgemeester Van Pottelberghestraat af en toe te kampen met wateroverlast.

        Het project, WCB3006D - Wachtebeke, afwatering Reepstraat en Molenhoek, betreft de aanleg van een RWA-afvoerleiding in de Reepstraat en de realisatie van een overstortconstructie ter hoogte van Molenhoek nr. 62. De gracht afwaarts van deze RWA-leiding wordt deels opnieuw aangelegd en deels geprofileerd/uitgebreid. Op deze manier wordt een deel van het piekdebiet afgeleid naar het moerassig natuurgebied “Reepkens” langsheen de Moervaart.

        Voor wat betreft de bovenbouw zijn er geen noemenswaardige wijzigingen t.o.v. de bestaande toestand, enkel ter hoogte van het kruispunt Molenhoek wordt een verkeersplateau voorzien om de overstortconstructie te realiseren.

        Het beoogde resultaat van dit project in Reepstraat en Molenhoek is dat de werking van het rioleringsstelsel in dit deel van Wachtebeke verder geoptimaliseerd wordt. Op het einde van de werken zal:

        • minder vervuild water in de Langelede belanden
        • de kans op wateroverlast in de Burgemeester Van Pottelberghestraat aanzienlijk verkleinen.
        Om dit project te realiseren dienen volgende zaken te gebeuren:
        1. De Gemeente Wachtebeke verkoopt 2 percelen grond aan De Watergroep, meer bepaald de percelen gekend in het kadaster als 1e afdeling, sectie D nummer 609/B P0000 en 1e afdeling, sectie D nummer 612/B P000.
        2. Het vaststellen van een erfdienstbaarheid ten behoeve van De Watergroep met het oog op het plaatsen en onderhouden van de waterzuiveringsinfrastructuur die wordt aangelegd op het perceel gekend in het kadaster als 1e afdeling, sectie D 691/A P0000.

        Er zal met het oog op deze waterzuiveringsinfrastructuur ook een erfdienstbaarheid verleent worden door het OCMW Wachtebeke op gronden in haar eigendom.

        Op de zitting van 24 september 2020 werd een principiële goedkeuring gegeven voor de verkoop van de 2 percelen en het vaststellen van een erfdienstbaarheid voor het andere perceel.
        De notaris Cédric Roegiers, van het notariskantoor Roegiers-Verstraeten te Beveren, werd belast met het opmaken van de ontwerpakten.
        De ontwerpakten zijn in bijlage terug te vinden.
        In deze akten dienen nog enkele zaken aangevuld of rechtgezet worden vooraleer overgegaan kan worden tot ondertekening. Deze zaken zijn van materiële aard:
        • het verder aanvullen van de persoonlijke gegevens
        • in de ontwerpakte van erfdienstbaarheid:
          • de vermeldde datum van de gemeenteraadsbeslissing (11 mei 2020) is een collegebeslissing en moet vervangen worden door de datum van de beslissing genomen door de gemeenteraad
          • er staat verkeerdelijk vermeld dat deze gronden eigendom zijn van het OCMW terwijl deze toebehoren aan de Gemeente Wachtebeke zijn
        • in de verkoopakte
          • de vermeldde datum van de gemeenteraadsbeslissing (21 juni 2021) is een collegebeslissing en moet vervangen worden door de datum van de beslissing genomen door de gemeenteraad

        Deze elementen zullen doorgegeven worden aan het notariskantoor ter correctie en aanvulling.
        Er wordt gevraagd aan de gemeenteraad om beide ontwerpakten respectievelijk voor de verkoop van de grond aan De Watergroep en akte voor de vestiging van een erfdienstbaarheid aan De Watergroep ten behoeve het plaatsen en het onderhoud van de waterzuiveringsinfrastructuur goed te keuren.

        Regelgeving

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

        De gemeenteraadsbeslissing van 24 september 2020 betreffende de principiële beslissing grondinnames.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
        Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1 De gemeenteraad gaat akkoord met de verkoop van het perceel gekend in het kadaster als 1e afdeling, sectie D 691/A P0000.

        Artikel 2 De gemeenteraad keurt het ontwerp van de verkoopakte, die integraal deel uitmaakt van deze beslissing, goed.

        Artikel 3 De gemeenteraad gaat akkoord met de vestiging van een erfdienstbaarheid van de percelen gekend in het kadaster als 1e afdeling, sectie D nummer 609/A P0000 en 1e afdeling, sectie D nummer 612/A P0000, in eigendom van Gemeente Wachtebeke, goed voor de aanleg en het onderhoud van een waterzuiveringsinfrastructuur.

        Artikel 4 De gemeenteraad keurt het ontwerp van de akte tot vestiging van een erfdienstbaarheid, dat integraal deel uitmaakt, goed.  

        Artikel 5 De gemeenteraad verleent volmacht aan de burgemeester en de algemeen directeur om namens de gemeente de akte te ondertekenen en de verdere administratieve afwikkeling te verzorgen.

        Artikel 6 Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan notariskantoor Roegiers - Verstraeten, het secretariaat, dienst grondgebied en de financieel directeur.

      • Verkavelingsproject Weegbrugstraat. Overdracht openbaar domein. Ter goedkeuring.

        Onderwerp en motivering

        Terra² nv wil samen met gemeente Wachtebeke overgaan tot de officiële overdracht van een nieuw aangelegde wegenis en groenzones met aanhorigheden, gelegen te Wachtebeke, Weegbrugstraat, gekadastreerd volgens titel sectie B, deel van nummer 2009/L, deel van nummer 2075/B en deel van nummer 2077/M, voor een grotere oppervlakte en op heden, sectie B, nummers 2009P P0000, 2045R P0000 en deel van 2077F3 P0000, voor een oppervlakte volgens nagemeld metingsplan van  drieduizend vierendertig vierkante meter (3.034 m²), en met als nieuwe gereserveerde perceelsidentificatie B 2464/A P0000.

        De kosteloze overdracht geschiedt om reden van openbaar nut, namelijk opname van het perceel grond en de infrastructuur in het openbaar domein van de Gemeente Wachtebeke om te behoren tot de publieke ruimte.

        Kantoor Notarissen Noord maakte een ontwerp van de overdrachtsakte op. Deze wordt voorgelegd aan de gemeenteraad ter goedkeuring.

        Regelgeving

        Het Decreet Lokaal bestuur van 22 december 2017.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
        Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1 De gemeenteraad gaat akkoord met de kosteloze overdracht van een nieuw aangelegde wegenis en groenzones met aanhorigheden, gelegen te Wachtebeke, Weegbrugstraat, gekadastreerd volgens titel sectie B, deel van nummer 2009/L, deel van nummer 2075/B en deel van nummer 2077/M, voor een grotere oppervlakte en op heden, sectie B, nummers 2009P P0000, 2045R P0000 en deel van 2077F3 P0000, voor een oppervlakte volgens nagemeld metingsplan van  drieduizend vierendertig vierkante meter (3.034 m²), en met als nieuwe gereserveerde perceelsidentificatie B 2464/A P0000.

        Artikel 2 De gemeenteraad keurt het ontwerp van de overdrachtsakte die integraal deel uitmaakt van deze beslissing goed.

        Artikel 3 De gemeenteraad verleent volmacht aan de burgemeester en de algemeen directeur om namens de gemeente de akte te ondertekenen en de verdere administratieve afwikkeling te verzorgen.

        Artikel 4 Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan Notarissen Noord, het secretariaat en de financieel directeur.

      • Polder van Moervaart en Zuidlede. Raming 2023 voor uit te voeren werken waterlopen 3de categorie. Ter goedkeuring.

        Onderwerp en motivering

        De Polder van Moervaart en Zuidlede bezorgt aan het lokaal bestuur een voorlopige raming van de uit te voeren werken. Dit betreft werken uit te voeren door de Polder van Moervaart en Zuidlede aan de waterlopen van 3de categorie op het grondgebied van Wachtebeke in het jaar 2023.

        De voorlopige raming van de kosten wordt geschat op €46.139,09. Dit behelst de kosten voor het reiten, ruimen, het versterken van wanden en ander kleine werken zoals het wegvoeren van slib, distelbestrijden enzovoort. Ter info: voor 2022 bedroeg de raming €47.758,19 en voor 2021 €47.773,21.

        Regelgeving

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

        Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
        Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1 De gemeenteraad geeft goedkeuring en een gunstig advies voor de voorlopige raming van de uit te voeren werken door de Polder van Moervaart en Zuidlede aan de waterlopen van 3e categorie op het grondgebied van Wachtebeke voor een bedrag van €46.139,09.

        Artikel 2 Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan Polder van Moervaart en Zuidlede (via Provinciale Dienst Integraal Waterbeleid, Woodrow Wilsonplein 2, 9000 GENT) en aan de financieel directeur.

      • IDM. Cameraproject tegen sluikstorten. Vraag tot verlenging. Gunstig advies.

        Onderwerp en motivering

        De gemeente besliste eind 2019 (gemeenteraadsbeslissing d.d. 24 oktober 2019) om deel te nemen aan het cameraproject vaststellen sluikstorten van IDM, dit voor een periode van drie jaar (tot eind 2022). IDM stelt aan de gemeente voor om het lopende cameraproject opnieuw te verlengen voor een periode van drie jaar. Voor de gemeente Wachtebeke betekent dit dat een camera op jaarbasis 50% wordt ingezet in en gefinancierd wordt door Wachtebeke (overige 50% is voor de gemeente Moerbeke).

        In de periode 2020 – 2022 (t.e.m. mei 2022) werden in Wachtebeke 16 vaststellingen gedaan van sluikstorten aan de hand van camerabeelden. Hiervan hebben er 14 tot effectieve identificatie geleid. Vooral ter hoogte van glasbollen konden verschillende inbreuken worden voorgesteld.

        Advies Politiezone Puyenbroeck

        Dit cameraproject levert op een succesvolle manier resultaten af in de strijd tegen sluikstorten. De politiezone evalueert de bestaande samenwerking als positief. De inzet van camera’s wordt als aanvullende tool gebruikt om te komen tot een integrale aanpak van de problematiek. Het is dus geen losstaand project maar het wordt geïntegreerd samen met de andere initiatieven die van preventieve aard zijn. Dit moet resulteren in een gedragsverandering van burgers. Het aspect communicatie is eveneens belangrijk als sluitstuk van de aanpak. De vraag tot verlenging van het bestaande project wordt positief geadviseerd.

        Advies milieudienst

        Hoewel het aantal vaststellingen in Wachtebeke eerder beperkt is, is het belangrijk dat in de aanpak van sluikstort en zwerfvuil niet alleen wordt ingezet op sensibilisatie en opruiming, maar ook op handhaving. Projecten zoals dit cameraproject en andere projecten zoals de GAS-vaststellers van de OVAM geven een duidelijk signaal aan de inwoners dat sluikstort en zwerfvuil niet gewenst zijn en prioritair worden aangepakt. De milieudienst stelt dan ook voor om het cameraproject te verlengen voor een nieuwe periode van drie jaar, dit met dezelfde camera-inzet (50% op jaarbasis).

        Het financieel aandeel van de gemeente voor het inzetten van sluikstortcamera’s bedraagt 9.077 euro per jaar.

        Regelgeving

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, art. 40 en 41;

        Het Europees Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens en fundamentele vrijheden;

        Verord. (EU) nr. 2016/679, 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG, hierna afgekort tot “AVG”;

        Verord. (EU) nr. 2016/680, 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad ("RGS");

        De wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s;

        De wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens;

        Het Koninklijk Besluit van 8 mei 2018 betreffende de aangiften van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's en betreffende het register van de beeldverwerkingsactiviteiten;

        Het Koninklijk Besluit van 28 mei 2018 tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 10 februari 2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking plaatsvindt;

        De gecoördineerde statuten van de opdrachthoudende intergemeentelijke vereniging Intercommunale voor Huisvuilverwerking en Milieuzorg Durme-Moervaart, afgekort IDM, d.d. 19 december 2018 waarbij de opdrachthoudende vereniging tot doel heeft de gemeentelijke bevoegdheden uit te voeren die betrekking hebben op het afvalbeheer en de afvalverwijdering in de deelnemende gemeenten;

        Het reglement en samenwerkingsprotocol waarmee het kader wordt vastgelegd waarbinnen IDM inzake camerabewaking optreedt als feitelijke gebruiker – verwerker a posteriori van de beelden afkomstig van ‘tijdelijke’ vaste camera’s geplaatst op niet-besloten plaatsen op het openbaar domein in het volledige grondgebied van de gemeente, goedgekeurd in de gemeenteraad d.d. 24 oktober 2019.

        Het positief advies van de korpschef van de lokale politiezone Regio Puyenbroeck van 4 december 2022;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Patrick Gerard, Rudy Van Cronenburg, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde, Lise Gosseye
        Voorstanders: Rudy Van Cronenburg, Patrick Gerard, Piet Penneman, Peter Van Bambost, Eddy Heirwegh, Christine Bax, Linda Van Himme, Ronny Droesbeke, Dirk Ongenae, Ruud Smeets, Rudy Lootens, Diederik Lacayse, Antoon De Baets, André Chalmet, Heidi Misseghers, Frederik Braeckman, Michiel Van Eetvelde
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1 De gemeenteraad adviseert positief over de verlenging voor een periode van 3 jaar, zijnde van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2025, van de plaatsing en het gebruik van (tijdelijke) vaste bewakingscamera's op openbaar domein, d.w.z. een niet-besloten plaats dat overeenstemt met het volledige grondgebied van de gemeente, door de opdrachthoudende intertergemeentelijke vereniging "Intercommunale voor Huisvuilverwerking en Milieuzorg DURME-MOERVAART" afgekort "IDM".

        Artikel 2 Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan de toezichthoudende overheid, aan IDM, die instaat voor de aanmelding van de bewakingscamera's bij de politiediensten, de plaatsing van de bij wet vereiste pictogrammen en het bij wet voorziene register van de beeldverwerkingsactiviteiten, de technische dienst en de financieel directeur.

      • Schriftelijke vragen CD&V.

        Onderwerp en motivering

        Schriftelijke vragen voor gemeenteraad 22 december 2022 CD&V.

        Vraag 1 - Sociaal woonproject Melkerijstraat (raadslid Ronny Droesbeke)

        Wat is hier de stavaza?

        Antwoord schepen Christine Bax:

        Gemeente en Inclusio hebben de kostenverdeling besproken. Bij de volgende stap kunnen de documenten van verkoop klaargemaakt worden door Veneco. Dan zijn er nog het SVK en Inclusio die tot een samenwerkingsovereenkomst moeten komen en ondertekenen. Men wenst te starten in april 2023.

        Vraag 2 - Woonproject Molenhoek-Kalve (raadslid Ruud Smeets)

        Wat is hier de stavaza?

        Antwoord schepen Piet Penneman:

         De ontwikkelaar die het WUG ‘Molenhoek’ wil aansnijden heeft een onafhankelijke woonbehoeftestudie laten uitvoeren. De resultaten zullen gepresenteerd worden voor de gemeenteraad van 23 februari om 19u30 voor de gemeenteraadsleden alsook de Gecoro-leden. De gemeente- en OCMW-raad zal dan +/- een half uurtje later beginnen.

        Vraag 3 - Vaatwasser (raadslid Ronny Droesbeke)

        We lezen in het verslag van CBS dat er voor de Keurezaal een nieuwe vaatwasser is aangekocht (2655€). Is dit mogelijk om ook in de kring een vaatwasser te voorzien? Wij zijn alvast voorstander.

        Antwoord schepen Peter Van Bambost:

        De vaatwasser is deze week op maandag 19/12/2022 geplaatst in de Catharinazaal van de Kring. 

        Vraag 4 - Fietssnelweg aanduiding (raadslid Michiel Van Eetvelde)

        Afgelopen weken zijn er verschillende ongevallen gebeurd aan de oversteekplaatsen van de fietssnelweg.

        Is er een mogelijkheid om extra aanduiding te voorzien? Zeker nu in de donkere winterperiode.

        Is er een mogelijkheid om op alle oversteekplaatsen fietsers voorrang te geven? Zo is er een duidelijk beleid en aan elk oversteekpunt duidelijkheid voor iedereen.

        Antwoord schepen Peter Van Bambost:

        Hierbij de resultaten schematisch weergegeven naar aanleiding van uw vraag: 

        (De resultaten geven de periode van 01/12/2020 tot 19/12/2022 weer) 

        Plaats 

        Datum 

        Uur 

        Fietser voorrang? 

        Axelsvaardeken 

        25/11/22 

        1220 

        Ja 

         

        28/09/22 

        1710 

        Ja 

         

        23/07/22 

        1717 

        Ja 

         

        08/03/22 

        1810 

        Ja 

         

        27/02/22 

        0915 

        Ja 

         

        29/09/20 

        1057 

        Ja 

         

        18/08/20 

        1409 

        Ja 

         

        08/03/20 

        1400 

        Ja 

               

        Stationsstraat 

        20/06/22 

        1516 

        Neen 

               

        Melkerijstraat 

        Neen 

               

        Langelede / Spoorwegstraat 

        Ja 

        De politie heeft volgende cijfers gegeven van de verkeersongevallen waarbij fietsers betrokken zijn en waarbij de politiediensten zijn verwittigd!

        Quasi alle hierboven vermelde verkeersongevallen hebben zich voorgedaan bij daglicht. 

        Bij deze ongevallen zijn steeds (brom)fietsers betrokken die (licht) gekwetst waren.  

        Er is duidelijk te zien in de cijfers dat de fietsoversteek in het Axelsvaardeken een hoger aantal ongevallen kent dan de andere fietsoversteken in onze gemeente.  

        We hebben dan ook Martin Dierickx, ontwerper fietsinfrastructuur bij de Provincie Oost-Vlaanderen geraadpleegd. De heer Dierickx ging zelf eens ter plaatse komen kijken wat de reden is van de toename van ongevallen aan het Axelsvaardeken en het op de agenda plaatsen van het fietsteam van de Provincie. De heer Dierickx is ervan overtuigd dat acht ongevallen op één kruispunt zeker de nodige aandacht vraagt. 

        Is er een mogelijkheid om op alle oversteekplaatsen fietsers voorrang te geven? Zo is er een duidelijk beleid en aan elk oversteekpunt duidelijkheid voor iedereen. Volgens mij is dit iets waar de Provincie naartoe wil werken maar zal dit vele aanpassingen vergen aan de infrastructuur wat dan weer een invloed heeft op het budget. Ook zijn er voor- en tegenstanders om fietsers steeds in de voorrang te steken. Volgens sommigen zouden bij het kruisen van drukke wegen de veiligheid van de fietsers juist dalen als ze in de voorrang komen.

        Vraag 5 - Overlast (raadslid Michiel Van Eetvelde)

        De afgelopen weken is er weer veel overlast in het dorp: vuurwerk, vandalisme, geluidsoverlast,... Op de vorige gemeenteraad was er sprake van in gesprek gaan met de jongeren. Is dit al gebeurd? Zijn er nog verdere initiatieven? Zijn er ook al effectief boetes uitgedeeld?

        Antwoord burgemeester Rudy Van Cronenburg:

         Zoals in veel gemeenten kennen we problemen van overlast met sommige jongeren. Jongeren hebben altijd de neiging om uit de band te springen.  Dat is een gegeven van alle tijden. Maar nu zijn er toch veel meer klachten over zowel jongeren van zeer jonge leeftijd tot jong volwassenen.  De feiten zijn nu soms wel echt ontoelaatbaar.

        De wintertijd is nu ingetreden en dat maakt dat het aantal incidenten die gemeld worden fors vermindert tot het opnieuw beter weer wordt.

        De geplande gesprekken met de hangkinderen zijn nog niet doorgegaan want de klachten zijn verdwenen, ze zijn wel verwittigd over de mogelijke gevolgen.

        Er zijn wel in de voorbije weken opnieuw incidenten met vuurwerk en bommetjes geweest door oudere jongeren. Er werd door de politie een voertuig onderzocht en de inhoud van het voertuig (volgeladen met vuurwerk) werd inbeslaggenomen. Een persoon werd geïdentificeerd. De politie zal verder deze overtredingen blijven opvolgen en optreden.  Dank aan onze politiemensen voor de opvolging van deze ergerlijke pesterijen.

        Jongeren onder 18 jaar kunnen geen gasboete krijgen. Daar wordt gekozen, terecht, voor bemiddeling met alternatieve opdrachten. 

        Vraag 6 - Putten voetbal en tennis (raadslid Michiel Van Eetvelde)

        Er zijn weer veel putten bij de oprit van de voetbal en tennis, kunnen deze terug gevuld worden? Echter blijven we aandringen voor een definitieve oplossing en niet om de paar maanden putten opvullen.

        Antwoord schepen Eddy Heirwegh:

        Dit is inderdaad een terechte vraag. De putten zijn nog niet opgevuld wegens de weersomstandigheden en gebrek aan personeel. Wij zijn wel op zoek om een duurzame oplossing te vinden om dit alsmaar terugkerend punt definitief te verhelpen. Wij doen ons best om zo vlug mogelijk de putten nog eens te vullen. De weg naar de tennis wordt sowieso meegenomen met het Melkerijproject.

        Vraag 7 - Strooien wegen en fietspaden (raadslid Ruud Smeets)

        De afgelopen dagen heeft het zeer hard gevroren en ook geijzeld, toch merkten we dat er zeer weinig en laat gestrooid werd op de hoofdwegen. Op de fietspaden en fietssnelweg is er niet gestrooid. Is dit een bewuste keuze? Kan er bij volgende vorstperiode meer gestrooid worden?

        Antwoord schepen Eddy Heirwegh:

        Dat er niet gestrooid was is een grote leugen. De strooidiensten zijn donderdagavond om 23 uur beginnen strooien volgens het strooiplan inclusief de fietspaden. Wij worden bijgestaan door iemand van Moerbeke om de strooidiensten te verwittigen en die heeft het donderdagnacht niet nodig gevonden om terug te strooien. Wat hij niet wist was dat het wel was beginnen regenen vanaf Kalve naar Gent toe en hierdoor weer gladheid ontstond en de strooidiensten niet waren verwittigd. Wij gaan navraag doen bij Lochristi of wij niet kunnen aansluiten bij hun programma die de weersvoorspellingen nauwgezet kan weergeven. Vrijdagnacht is er op het Persynplein wel degelijk gestrooid maar door de lage temperaturen en het feit dat er niet opgereden en gelopen werd had dit weinig effect. Niets houdt jullie tegen om alvorens te genieten van de glijbaan een belletje te geven om de gladheid te melden.


      • Schriftelijke vragen N-VA.

        Onderwerp en motivering

        Schriftelijke vragen voor gemeenteraad 22 december 2022 N-VA.

        Vraag 1 - Nieuw netwerk De Lijn (raadslid Rudy Lootens)

        Vanaf 1 januari 2023 gaat De Lijn een nieuw netwerk ontwikkelen.

        Vanaf 7 januari wordt de Zwaluwlaan het eindstation van lijn 76.

        In het nieuwe netwerk verdwijnen er verschillende haltes. De haltes die verdwijnen zijn: Kalve, Axelsvaardeken en Molenhoek. Deze reizigers moeten zich naar de halte Centrum en halte Meersstraat begeven om daar de bus naar het Domein Puyenbroeck parking 1 te nemen.

        De reizigers voor het zwembad/sportterreinen moeten ook afstappen aan parking 1 en te voet hun weg verder zetten.

        We begrijpen wel dat De Lijn haar kerntaak efficiënt wil organiseren maar de schrapping van de halte aan het zwembad en sportterreinen staat volgens ons lijnrecht op die kerntaak.

        Het zorgt er evenmin voor dat er hierdoor belangrijke besparingen gerealiseerd worden.

        Het lijkt ons eerder een poging om meer middelen te krijgen van provincie en gemeente in ruil voor handhaving haltes.

        Het is niet zeker of dat hier ook zo is maar we sluiten deze techniek niet uit.

        • Wat was de reactie van het gemeentebestuur bij de bekendmaking van het nieuw netwerk?

        • Gaat het gemeentebestuur akkoord met dit nieuw netwerk?

        • Indien niet, gaat het gemeentebestuur een bijsturing vragen?

        Antwoord schepen Peter Van Bambost:

        Het Nieuw Openbaar Vervoersplan is, in tegenstelling tot onze vrees, een verbetering voor de Wachtebeekse gebruiker van het openbaar vervoer.  

        • Zo blijft de functionele Lijn 73 bestaan en kunnen de reizigers vanuit Overslag richting Oostakker rijden. De angst was dat deze lijn zou verdwijnen of ingekort worden.  
        • Ook wordt er ten noorden van de E34 Vervoer Op Maat voorzien en zal vanuit elke halte in het aangeduide bedieningsgebied reizigers worden opgehaald en naar Mobipunt Zelzate gebracht worden.  
        • Ook voor de lijn 76 zijn er verschillende verbeteringen. Het vervoer op deze lijn zal vroeger rijden maar vooral het avondaanbod zal uitgebreid worden (ma-do laatste vertrek 23u30//vr-za laatste vertrek 0u30//zo laatste vertrek 21u30). Ook zal de frequentie in de spits opgedreven worden van elk uur naar elk half uur. De haltes die verdwijnen zijn het gevolg van het schrappen van de lus naar parking 2 (zwembad en sporthal). De Lijn geeft hiervoor twee redenen aan: ten eerste geven de cijfers aan dat er zelden reizigers op- of afstappen aan deze halte en ten tweede verkort het de reisduur met minstens 15 minuten. Het is de visie dat de reistijden minder dan een uur moeten zijn opdat de reizigers deze interessant zouden vinden. Bij langere reistijden haken de reizigers af. Voor de verdwijnende haltes Kalve, Axelsvaardeken en Molenhoek heeft de Lijn aan dat er een alternatief is in Lijn 49 (Lokeren/Zelzate) die de reizigers kunnen nemen tot het mobipunt Persynplein en dan overstappen.    
        • Twee mobipunten in Wachtebeke (Persynplein en Parking 1 Provinciaal Domein) met deelfietsen, waarvan een deel elektrisch. 
        • Vanuit de VVR wordt ook een nieuwe buslijn, een snellijn, in studie gebracht tussen Terneuzen en Gent in afwachting van L204.

        De implementatie van het Nieuw Openbaar Vervoersplan was voorzien voor december 2021. Steeds werd deze datum verschoven en ook nu wordt de datum van 1 januari 2023 niet gehaald. Volgens info die ik vandaag kreeg op de VVR zou de uitvoering van het nieuw OV-plan in fases gebeuren. Fase 0 gebeurt op 07.01.2023 en de Lijn heeft ons meegedeeld dat ze dan een aantal "quickwins" gingen uitvoeren. Deze "quickwins" blijken echter alleen de schrappingen te zijn van de lussen zwembad Puyenbroeck en Arcelor Mittal. Fase 1 is voor half 2023, fase 2 januari 2024 en fase 3 half 2024. De "winst" die er voor de Wachtebeekse reiziger inzit zal uitgevoerd worden in fase 2, dus januari 2024. Deze praktijk van enerzijds afschaffen van de lussen en anderzijds uitstellen van de winst werd zowel door de burgemeester, in het dagelijks bestuur van de Vervoersregioraad, als ikzelf in de politieke vervoersregioraden aan de kaak gesteld. Alle gemeentebesturen van het Meetjesland, samen met VENECO, maken een afspraak met de minister om deze manier van werken aan te klagen. 

        In deze is het niet onbelangrijk te vermelden dat de gemeenteraad op 25.06.2020 zijn akkoord al heeft gegeven. Daar zit een bijlage bij m.b.t. de lijnfiches en een rapport van de onderzoeksvragen die door Wachtebeke zijn gesteld, bvb. het behoud van de lus naar parking 2 van het Provinciaal domein. Ook de reacties van de VVR kun je daar terugvinden. Op de gemeenteraad van 26.11.2020 is de addendumnota 'Openbaar vervoerplan: korte termijn' ook goedgekeurd. Er zijn ook twee infosessies geweest voor de raadsleden waar het volledige vervoersplan werd uitgelegd

        Vraag 2 - ANPR. (raadslid Diederik Lacayse)

        Aangezien de camera aan de OCAS rotonde ondersteuning nodig heeft graag een stavaza.

        • Wanneer deze zal hersteld worden?
        • Is de werking nu nog gegarandeerd?

        Antwoord burgemeester Rudy Van Cronenburg:

        De ANPR paal aan het hotel JFK is opnieuw aangereden met zware schade aan de paal tot gevolg. De dader is bekend. De camera werkt nog en er is een beugel geplaatst om het op zijn plaats te houden. De politiezone heeft een omniumverzekeringscontract voor deze camera’s. 

        De paal met camera zal dus hersteld worden op die plaats, in welke tijdspanne dit zal gebeuren hangt af van de verzekeringsmaatschappij.  

        Het moet gezegd worden, deze locatie zal binnen een paar jaar na de hervorming van de R4 Kennedylaan, niet meer als op- of afrit kunnen gebruikt  worden. Dus zal een ANPR camera op die plaats dan zinloos zijn. Logisch is dat dan een nieuwe camera geplaatst wordt op de nieuwe aanrijroute vanuit de R4 aan de Walderdonk. Enkele jaren geleden werd de ANPR paal op diezelfde plaats al eens omvergereden. Toen heeft het anderhalf jaar geduurd eer de verzekeringsmaatschappijen tot een akkoord kwamen voor de betaling van de kosten.

         

         


Namens de gemeenteraad,

Namens Gemeenteraad,

Lise Gosseye
Waarnemend Algemeen Directeur

Patrick Gerard
Voorzitter gemeenteraad